De nieuwe Koude Oorlog

Met de Russische inval in Oekraïne is de al jaren oude discussie over de terugkeer van de “koude oorlog’ weer actueler dan ooit. Daarom publiceren we hier de tekst van een gesprek uit 2014 hierover door de Russische politicoloog en activist Ilya Budraitskis en de Frans-Libanese politicoloog Gilbert Achcar over wie verantwoordelijk is voor de nieuwe Koude Oorlog en of er progressieve ideeën zijn over de internationale wereldorde.

Ilya Budraitskis: De belangrijke vraag waarmee ik ons gesprek zou willen beginnen is uw mening over de huidige plaats van Rusland in het wereldstelsel. Zoals u weet, herhaalt bijna elk gesprek hierover vandaag de dag op de een of andere manier het Koude Oorlog discours dat door de media in Rusland en in het Westen wordt geproduceerd. Hoe relevant is het onderwerp van een 'nieuwe Koude Oorlog'  en wie profiteert het meest van deze retoriek?

Gilbert Achcar: Ik denk dat de term heel relevant is en bovendien de laatste jaren relevant is gebleven. In 1999, net na het Kosovo-conflict, publiceerde ik een boek genaamd The New Cold War. Volgens mij was deze 'Nieuwe Koude Oorlog' al begonnen in die periode. De jaren negentig waren een tijd van overgang van de oude confrontatie: de eerste Koude Oorlog en de bipolaire wereld, naar een nieuwe fase in de internationale betrekkingen.

Gedurende dit overgangsdecennium bleven de VS absoluut hegemonisch in de wereld. Het is wat een Amerikaanse columnist een 'unipolair moment' noemde. Het is een treffende typering omdat ze de 'unipolariteit' accuraat beschrijft als een kortstondig moment dat niet eeuwig zal duren. Amerika had op dat moment de gelegenheid – geen volledige, natuurlijk, maar wel een belangrijke – om de toekomstige architectuur van de internationale betrekkingen uit te tekenen. Als je kijkt naar officiële Amerikaanse documenten over buitenlands beleid, kom je de uitdrukking tegen 'de wereld vormgeven'. Dat wil zeggen, Amerikanen geloofden dat de wereld kon zijn zoals zij hem getekend hadden. En dat was gedeeltelijk waar.

Er kwam toen een intern debat, een botsing van standpunten. De kwestie Rusland was bijvoorbeeld een belangrijk debat tijdens de eerste ambtstermijn van Bill Clinton als president. De benadering van een deel van de deskundigen en politici was dat het beleid van de VS ten aanzien van Rusland vergelijkbaar zou moeten zijn met dat ten aanzien van West-Duitsland en Japan na 1945 – dat wil zeggen financiële hulp, het oprichten van speciale fondsen, economische modernisering en consequente integratie in de westerse wereld. Het was een soort 'Marshallplan voor Rusland', dat deed denken aan de Amerikaanse strategie in Europa na de Tweede Wereldoorlog.

Er werd echter ook een radicaal ander standpunt ingenomen door Zbigniew Brzezinski en volgelingen van deze goeroe zoals Madeleine Albright en Anthony Lake. Hun idee was de unipolaire hegemonie te consolideren en Rusland consequent als potentiële tegenstander te demoniseren, zelfs toen het om het Rusland van Jeltsin ging. In het kader van deze strategie werden besluiten genomen om de NAVO uit te breiden tot Oost-Europa en de Baltische staten. En natuurlijk leidde dit – zelfs in het Rusland van Jeltsin – tot een nationalistische reactie. Het was de wrok van de Russische elites die het communisme achter zich hadden gelaten, maar door het Westen nog steeds als de vijand werden gezien.

Naar mijn mening was dit een van de belangrijkste redenen voor de nationalistische- en grootmachtgevoelens in Rusland. En natuurlijk nam deze bezorgdheid toe tijdens de conflicten in het voormalige Joegoslavië en vooral na het besluit om een interventie in Kosovo te beginnen. Dit besluit werd duidelijk genomen tegen het advies in van zowel Rusland als China – maar in de eerste plaats van Rusland. Jeltsin had gehoopt (de Servische president) Milosevic te kunnen dwingen tot een vreedzame oplossing van het Kosovo-probleem. Maar de VS verwierpen die mogelijkheid en werkten doelbewust aan een grootschalige militaire interventie door de NAVO. Met deze interventie vierde de NAVO overigens de 50e verjaardag van haar oprichting, en dat was geen toeval.

Het was duidelijk hoe het allemaal werkte – kritiek op Rusland hielp de Amerikanen om West-Europa in spanning te houden en het bondgenootschap te consolideren. Overigens heeft de regering-Clinton dezelfde strategie gevolgd ten aanzien van China. In 1996 escaleerden de Amerikanen de betrekkingen met Peking over de kwestie Taiwan, waardoor zij hun politieke en militaire invloed op Japan konden handhaven, dat door de Chinese dreiging was geïntimideerd.

In tegenstelling tot Rusland heeft China natuurlijk geen 'postcommunistische overgang doorgemaakt – en daarom moest Amerika in het geval van Rusland veel harder schreeuwen over de dreiging. Het was een doelbewuste herschepping van Rusland als vijand – ook al bestond er geen echte militaire dreiging of ideologische uitdaging meer voor Europa.

De hoofdverantwoordelijkheid voor de heropleving van een 'Nieuwe Koude Oorlog' ligt dus zeker bij de VS. Ik zou het zelfs eerder een 'post-ideologische Koude Oorlog' willen noemen. Want wat is de Koude Oorlog? Het was een term voor een bewapeningswedloop waarin beide partijen, de USSR en de VS, probeerden hun rivaal te overtreffen zonder een directe confrontatie aan te gaan. Een echte oorlog was onmogelijk door de krankzinnige hoeveelheid kernwapens aan beide zijden.

De Koude Oorlog was dus in de eerste plaats een permanente oorlogseconomie, die in de VS, en in nog sterkere mate in de USSR, tot stand kwam. De logica van deze coëxistentie vereiste een voortdurende groei van de militaire budgetten. En de 'Nieuwe Koude Oorlog' waarover wij spreken, is in de jaren negentig tot leven gewekt juist op basis van de behoeften van de militaire economie die in de loop van tientallen jaren is ontstaan.

Ik heb een tekst geschreven – de belangrijkste in dat boek uit 1999 dat ik al noemde – over hoe het Westen het begin van deze 'Nieuwe Koude Oorlog' heeft uitgelokt. Het zette de toon voor de toegenomen persoonlijke macht van Vladimir Poetin. De militaire elites van het Rusland van na de Sovjet-Unie waren op zoek naar een 'sterke leider' die hun belangen kon behartigen.

De VS creëerde Poetin met de schoktherapie van het IMF en de steun voor de economische programma's van Jeltsin, die een complete ramp waren. Eind jaren negentig – wat de mensen zich niet realiseren – was het bruto binnenlands product van Rusland minder dan of ongeveer evenveel als het militaire budget van de VS. Deze catastrofale economische verandering, dit uitsluiten van Rusland, creëerde de grond voor Poetins komst aan de macht. De VS heeft een soort schurk nodig om zijn rol te rechtvaardigen. Deze aanpak – en hier komt de dialectiek naar voren – bevalt Poetin ook, omdat hij er zijn binnen- en buitenlands beleid mee kan rechtvaardigen.

Beide partijen zijn dus rechtstreeks verantwoordelijk voor deze nieuwe Koude Oorlog. Het Russische militaire budget rijst de pan uit. De militaire begroting van de VS is niet aanzienlijk gekrompen, maar bevindt zich nog steeds op het niveau van de Koude Oorlog – hoewel niet zo opgeblazen als in het Reagan-tijdperk, toen de begroting een hoogtepunt bereikte, is ze nog steeds zeer omvangrijk. We hebben nog steeds de militaire economie en de militaire budgetten in Koude Oorlog logica.

Een van de favoriete retorische middelen van Poetin en zijn diplomaten is het idee van twee maten en twee gewichten. Dat is geen protest tegen het meten met twee maten op zich, maar eerder het idee dat het meten met twee maten geen monopolie van de VS mag zijn, dat ook Rusland recht moet hebben op dit soort internationaal cynisme. Denkt u dat er in deze situatie enkele principiële alternatieven kunnen zijn, gebaseerd op de visie van een internationale orde die verschilt van de Russische en Amerikaanse dubbele normen die een product zijn van het Amerikaanse buitenlands beleid.

Ja! Ik denk dat het meest progressieve moment – een kort moment – in de moderne internationale betrekkingen kwam vlak na de Tweede Wereldoorlog, toen de VN werd opgericht, toen de Sovjet-Unie en Amerika er samen aan werkten. Natuurlijk, de VN is niet perfect. Deze wereld kent geen perfectie. Maar vergeleken met de hele geschiedenis van de internationale betrekkingen was het een vooruitstrevend moment, het VN-Handvest en zo.

Het idee om internationale betrekkingen op te bouwen op basis van de rechtsstaat is een progressief idee dat moet worden verdedigd tegen het cynisme van de grote mogendheden, Moskou, Washington, wie dan ook. De grote machten zijn allemaal erg cynisch, op een slechte Machiavelliaanse manier. We zijn nu ver verwijderd van dat naoorlogse project. In het begin, onder Roosevelt, leek het vooruitzicht heel vooruitstrevend. Maar onder Truman verschoof het snel naar de Koude Oorlog. Maar dit was de visie van de conferenties van 1944, 1945, Jalta en Potsdam. Deze coëxistentie, terwijl er een verdeling in rijken was en de wereld verdeeld was, was toch een poging om te zeggen dat dit spel regels moest hebben, of, zo u wilt, principes. En die principes – lees het VN-Handvest – waren progressieve principes.

Lees de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Het is een heel progressief document. Zelfs vandaag de dag is dat document nog steeds vooruitstrevend voor welk land dan ook. Omdat het niet alleen democratie, vrijheid, antiracisme en anti-seksisme kent, maar ook het recht op werk, wat zeer progressief is. Omdat de Sovjets een sociale agenda hadden. En je krijgt dit mengsel van Amerikaans liberalisme en Sovjet-initiatief met zijn socialistische principes, dat deel uitmaakte van hun ideologie.

De eerste documenten van de naoorlogse periode waren elementen van een vooruitstrevende wereldorde zonder utopisch te zijn. We hebben het niet over een federatie van socialistische republieken: we hebben het over iets dat je met je vinger aan kan wijzen, iets dat bestaat – dat verwijst naar internationaal recht. Ik vind dat progressieve krachten het internationaal recht moeten gebruiken tegen wereldmachten. Dat is wat er altijd gebeurt, omdat historische vooruitgang wordt uitgedrukt in wetten. Deze wet drukt nu het machtsevenwicht in de maatschappij uit. Op bepaalde momenten in de geschiedenis kan het machtsevenwicht verschuiven ten nadele van de progressieve krachten. Maar het nieuwe recht is een soort conservatief-progressief spel. De rechtervleugel zal proberen in de aanval te gaan en dat recht te veranderen. Maar het VN-Handvest veranderen is erg moeilijk. En het bestaat nog steeds. Het weerspiegelt een machtsevenwicht dat verschilt van de wereld van vandaag. In de oude wereld, de wereld van na 1945, was de arbeidersklasse veel sterker, de sociaaldemocratie was toen veel linkser dan  nu, zorgde voor sociale rechten enzovoort. Het Sovjetblok en het Westen wedijverden om de groei van de sociale sfeer. Dat was heel anders – nu is er een wedstrijd om te zien wie het meest neoliberaal is. Het was toen een andere situatie. Hier moeten de progressieve krachten zich dus op richten, je kan utopische alternatieven hebben, dat is prima, maar als je politieke concreetheid wilt en geen dromen, dan is dit progressieve alternatief er, veelbelovend en zeer toegankelijk.

Denkt u dat dit progressieve gevoel niet zozeer gebaseerd is op het idee van een machtsevenwicht, het idee van een multipolaire wereld (dat is immers een van Poetins favoriete retorische figuren), maar op de collectieve verantwoordelijkheid van de mensheid voor de gevolgen van de meest monsterlijke oorlog in de geschiedenis?

Absoluut ja. Deze progressieve opvatting van internationale betrekkingen is ook gebaseerd op de strijd tegen nazisme en fascisme. Maar een deel van die strijd is ook de strijd tegen het stalinisme. Maar zoals we weten is het stalinisme een complexer verschijnsel – het combineert totalitaire trekken met socialistische retoriek. Deze vermenging van socialistische retoriek en nationalisme is noodzakelijk voor het stalinisme om zich te legitimeren. De mate van nationalisme in deze combinatie nam tijdens de oorlog sterk toe, maar in de wereldwijde confrontatie had het nationalisme geen nut. Moskou kon zelfs de communistische partijen niet overtuigen met Russisch nationalisme. Daarom was socialistische retoriek nodig. Het was een deel van het programma. En dit soort convergentie vinden we in de strijd tegen het nazisme. In de Sovjet-Unie werd de oorlog de Grote Patriottische Oorlog genoemd, terwijl in het buitenland de communistische beweging sprak van de Grote Overwinning van het Communisme op het Fascisme. Een heel andere interpretatie van de oorlog door hetzelfde regime. De eerste voor binnenlands gebruik – in de USSR en andere socialistische landen – de tweede voor de rest van de wereld. En daar komt het uit voort.

Dit artikel stond op openleft.ru. Nederlandse vertaling redactie Grenzeloos.

Dossier
Soort artikel

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop