De SP moet geen kiesvereniging zijn maar een actiepartij

Roelof Bouwman stelt in HPdeTijd dat Marijnissen z'n eigen 'Bos-moment' meemaakt in de media. Volgens hem is er vooral sprake van een scherpe omslag in de manier waarop de journalistiek met de SP omgaat. "De media zijn gewoon uitgekeken op de successtory van Jan Marijnissen & co." Bouwman heeft zeker een punt, maar ook de "cesuur in de journalistieke appreciatie voor de SP" die hij constateert is slechts een deel van het probleem waarmee de SP op dit moment te maken heeft. En waarschijnlijk niet eens het moeilijkste. Veel fundamenteler is de vraag naar het politieke perspectief voor de partij in de nabije toekomst nu de SP heeft laten zien de PvdA electoraal naar de kroon te kunnen steken als leidende kracht op links in Nederland.

De grote media belangstelling voor de affaires rond de nieuwbakken SP senator Düzgün Yildirim en Elam Verhey, de hoofdactrice van het partijblad de Tribune, staan in geen verhouding tot de werkelijke nieuwswaarde van wat er echt aan de hand is. Bouwman somt vergelijkbare gebeurtenissen op in het recente verleden van de PvdA die nauwelijks of geen media deining veroorzaakten. In 1990 werd zo de hele redactie van het partijorgaan aan de kant gezet wegens een te kritische toon en werd het blad zelfs opgeheven om plaats te maken voor een nieuwe partijkrant. In 1993 en 1995 pestte Felix Rottenberg de hoofredacteur van dat blad hoogstpersoonlijk weg omdat die niet wilde doen wat de partijvoorzitter wilde. "Hoofdredacteuren van partijorganen, zo luidde kennelijk het adagium van de (andere) media, moeten niet zeuren."

Partijraad
Het is niet moeilijk om veel meer voorbeelden te noemen die duidelijk maken dat er in deze zaak fors gemeten wordt met twee maten. Zo wordt de partijraad van de SP in verschillende artikelen weggezet als een ondemocratisch orgaan dat bevolkt wordt door ja-knikkers en overheerst door leden van het partijbestuur die ook deel uitmaken van de partijraad. De werkelijkheid is dat 95 procent van de stemmen van die partijraad gevormd wordt door gekozen vertegenwoordigers vanuit de afdelingen. Of de volgzaamheid van die vertegenwoordigers nu echt zoveel groter is in vergelijking met andere partijen is zeer de vraag. Feit is wel dat de PvdA enkele jaren geleden de partijraad verving door een zogenaamd partijforum, dat slechts een adviserende bevoegdheid heeft. En voor welke grote wijzigingen in de politiek van hun partij hebben de partijraden van GroenLinks of van het CDA in de afgelopen jaren gezorgd?
Hetzelfde geldt voor de in de SP bestaande dubbelfunctie van partijvoorzitter en fractieleider. Er is op zichzelf veel voor te zeggen om die functies te scheiden. Maar om die dubbeling als een ultiem bewijs van het ondemocratische karakter van de SP naar voren te halen is volstrekte onzin. Marijnissen zelf wees er al op de dubbel in veel andere Europese landen eerder regel dan uitzondering is. Belangrijker is wat die twee functies vertegenwoordigen en waar de macht in een partij werkelijk ligt. In alle politieke partijen in Nederland, met als uitzondering nog de SP, is dat volstrekt duidelijk. De echte politieke macht ligt bij de fracties, de ministers en wethouders en niet bij de partij als vereniging. Op dit punt is het probleem met de democratie in de SP juist niet dat de partij anders georganiseerd is dan de rest van de partijen. Het probleem is dat ook in de SP het politieke gewicht van de tweede kamerfractie en de gemeenteraadsfracties steeds sterker begint door te wegen. Maar vooralsnog is de partij - de enige die het predicaat actiepartij nog enigszins verdient - als het gaat om de verhouding tussen vereniging en fracties juist een uitzondering die voor de vereniging meer zeggenschap oplevert in vergelijking met andere partijen.

Boter
De SP springt er niet negatief uit als het gaat om de interne democratie. Dat de partij in diverse media nu neergezet wordt als toonbeeld van stalinistische partijdictatuur is dan ook vooral een stok om de hond te slaan. De affaires rond Yildirim en Verhey zijn daarbij slechte voorbeelden om aan te tonen dat er een democratisch tekort bestaat in de SP. Wat dat betreft hebben vooral de mensen rond Yildirim, die zich verenigd hebben in een comité Democratisering SP , behoorlijk wat boter op hun hoofd. De geloofwaardigheid van een pressiegroep die opkomt voor meer democratie in de partij, maar vertrekt vanuit de weigering om zich neer te leggen bij een besluit dat genomen is met een meerderheid van 96 procent door het bestaande democratische orgaan in de partij, is wel erg klein.
Tegelijkertijd heeft de SP wel degelijk een probleem als het gaat om de democratie in de partij. Maar dan gaat het typisch genoeg over zaken die zowel de media als het comité van Yildirim volstrekt missen. Natuurlijk is er veel te zeggen over de voorbereiding en verslaglegging van de partijraad en het partijbestuur. Spnet kan veel beter gebruikt worden om actieve leden op de hoogte te houden en om discussies voor partijraden en congressen met elkaar te voeren. Nog essentieler is de vertegenwoordiging van politieke minderheden in besturen en in de partijraad. Op dat laatste punt mist de SP elke traditie, maar het is wel van groot belang als je als partij een politiek debat wilt voeren zonder dat het meteen leidt tot opzeggingen en demoralisatie. De discussie over dat soort zaken moet absoluut gevoerd worden op het komende congres en daarna.
Maar het wezenlijke gemis in de partij is een debat over de koers en het perspectief nu we meer en meer in een positie komen waarin de SP er ook echt toe doet voor de toekomst van Nederland.

Quo vadis?
Begin dit jaar was Franco Ferrari, journalist van Liberazione, het blad van Rifondazione Communista in Rotterdam op bezoek voor een artikel over het succes van de SP in het kader van de wederopstanding van 'nieuw links' in Europa. Hij vroeg me naar de politieke strategie van SP na 22 november en nadat duidelijk was dat de SP buiten het nieuwe kabinet zou blijven. "Jullie zijn nu bijna net zo groot als de sociaal-democraten. Dan stel je echt wat voor. Wat gaan jullie nu doen om de heersende neoliberale trend echt te keren? Gaan jullie samen met de vakbonden een offensief organiseren om de liberalisering van bijvoorbeeld de zorg en het openbaar vervoer ongedaan te maken?" Ik begon met op te merken dat ik het erg verstandig van de SP leiding vond om buiten een kabinet met het CDA en de PvdA te blijven. Deelname aan zo'n regering zou de SP in dezelfde spagaat hebben gebracht als Rifondazione. De SP had dan verantwoordelijkheid moeten nemen voor beleid waar we de afgelopen jaren demonstraties tegen organiseerden. Dat zou funest zijn geweest voor de geloofwaardigheid van de partij. Maar de discussie over wat de SP dan wel zou kunnen doen in de komende jaren om successen binnen te halen moest eigenlijk nog beginnen, merkte ik op.
Bij zijn bezoek aan Nederland had Franco een aantal SP bijeenkomsten bezocht en vakbondskaderleden van verschillende bonden ontmoet. Zijn indruk was dat de SP bij de verkiezingen wel flink gewonnen had, veel meer zelfs dan vergelijkbare linkse partijen in Europa, maar dat de maatschappelijke machtspositie van links en van de vakbonden in Nederland behoorlijk zwak was. We werden het er over eens dat dit het grootste probleem voor de SP was.

Window of opportunity
Vlak na de verkiezingen van 22 november stelde Koen Haegens in Grenzeloos: "De centrale vraag de komende jaren zal zijn wie de politieke uitdrukking is van de sociaal-democratie in Nederland. Hoewel de druk op de SP om naar rechts op te schuiven in zo'n situatie nog groter is dan hij al was - in plaats van een stroming links van de sociaal-democratie zal de partij zich definiëren als de vertegenwoordiger van de sociaal-democratie - moeten we de uniciteit van zo'n kortstondige ideologische 'window of opportunity' niet onderschatten. ... Bij deze slag om het socialisme gaat het om veel meer dan alleen zetels. Die komen en gaan. Wat veel langer blijft, is de verankering in de maatschappij en in sociale bewegingen. De grote vraag voor de komende jaren is of de SP het gat kan vullen dat met het verlies van de PvdA is ontstaan."
Die 'slag om het socialisme' is op dit moment volop bezig, en het is zorgwekkend dat de discussie in de SP over hoe we die kunnen winnen nauwelijks op gang is gekomen sinds 22 november. De neiging lijkt groot om te blijven steken in de oude, vertrouwde strategie die in de afgelopen jaren zo succesvol was. Ik heb die strategie wel eens vergeleken met die van de Duitse sociaal-democratie van voor de eerste wereldoorlog. In essentie ging die uit van de verwachting dat de partij qua leden en kiezers gestaag door zou groeien zodat de politieke macht uiteindelijk als vanzelf hun kant op zou rollen. Politieke en maatschappelijke actie staan dan niet zozeer in het teken van het opbouwen van zelforganisatie en tegenmacht, maar moeten die lineaire groei bevorderen en ondersteunen.

De grenzen van de bestaande, succesvolle strategie van de SP zijn nagenoeg bereikt. Van belang is dat die strategie ook een grote invloed heeft gehad op de partij zelf. De SP heeft de afgelopen jaren vooral leden, kaderleden en kiezers gewonnen van rechts, met name de PvdA. Dat kon ook niet anders, want in de Nederlandse politieke verhoudingen was alleen daar winst te boeken. De vraag die nu levensgroot op tafel ligt is of de partij er in gaat slagen om die nieuw gewonnen aanhang mee te nemen in een in essentie veel radicaler project dan dat van de traditionele sociaal-democratie of dat het gewicht van de nieuwe SP-ers het wezenlijk onderscheid met de politiek van de PvdA zal doen vervagen. Doordat het politieke debat over de strategie na 22 november nagenoeg ontbreekt in de partij, is het gevaar groot dat die slag gevoerd gaat worden aan de hand van secundaire zaken als de afdrachtregeling, de eerste kamer zetel van Düzgün Yildirim of de positie van een hoofdredacteur van de Tribune. In al die kwesties maakt de partijleiding naar mijn idee principieel de goede keuze door grenzen te stellen en tegenwicht te bieden aan de bestaande druk van binnen en buiten de partij om een doodnormale sociaal-democratische kiesvereniging te worden. Ronald van Raak probeerde in zijn artikel in de NRC van 19 juli dat verschil van wat de SP wil en een traditionele kiesvereniging duidelijk te maken. "De SP is geen uitzendbureau voor politici, maar een beweging die mensen wil betrekken bij de politiek." Maar echt overtuigend zal dat pas worden op het moment dat die keuzes ook ingebed worden in een actueel politiek project waarin een perspectief aangegeven wordt voor hoe we de 'slag om het socialisme' de komende jaren kunnen winnen.

Geneuzel
In het eerder aangehaalde Grenzeloos artikel concludeerde Haegens: "Voor de SP geldt dat zij wat betreft regeringsdeelname maar één kans zal krijgen in de nabije toekomst. Lukt het de partij dan niet om een flink deel van haar programma in concreet beleid om te zetten, dan zal zij daar bij de volgende verkiezingen onverbiddelijk op afgerekend worden. Er is dus alle reden om die weg pas in te slaan als de omstandigheden optimaal zijn: linkse regeringspartners, veel kamerzetels en bovenal: sterke sociale bewegingen en een links maatschappelijk klimaat." Die laatste zin geeft wat mij betreft een richting aan voor de strategie die de SP de komende jaren zou moeten kiezen. Voor een belangrijk deel zal de slag op straat, in de wijken en in de vakbeweging gewonnen moeten worden. Er is een wereld te winnen door mensen daar en in sociale bewegingen er van te overtuigen dat het echt anders en socialer kan. Dat het de dood in de pot is om nu tevreden te zijn met de kruimels van het nieuwe kabinet met de PvdA: we willen de hele koek.
Dat is het debat dat de komende maanden in de partij gevoerd zal moeten worden. Welke acties en campagnes kunnen we opstarten om de krachtsverhoudingen op straat onze kant op te krijgen? Hoe organiseren we dat en op welke manier kunnen afdelingen daarbij ondersteund worden? Welke maatschappelijke organisaties en bewegingen kunnen we daarbij betrekken? Daarbij zal ook geleerd moeten worden van actie campagnes die de partij de afgelopen jaren voerde. De petitie 'Openheid over Irak' was qua politieke insteek prima, maar net als veel andere campagnes te veel van bovenaf gedropt waardoor veel afdelingen nauwelijks of niet actief deelnamen. Acties die puur en alleen een verlengstuk zijn van de inbreng van de tweede kamerfractie zijn soms aardig, maar niet de manier om echt iets op gang te krijgen. De actiepunten liggen voor het oprapen. Het ontslagrecht, de thuiszorg, de prachtwijken en natuurlijk straks de Europese grondwet die geen grondwet meer mag heten.
Als we er de komende maanden in slagen om de discussie over zo'n actiestrategie met alle afdelingen en actieve leden te voeren in de partij, dan is er al een flinke slag gewonnen waar het gaat om de democratie in de SP. Dat zal heel wat meer opleveren dan blijven neuzelen over een eerste kamer zetel.
Zie ook: SP verliezer in ruzie rondom Düzgün Yildirim

Dossier

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop