De vraag of we terugtrekking van de Nederlandse troepen uit Irak moeten bepleiten begint met te vragen wat de rol van die troepen is. De betekenis van de 11.000 Nederlandse militairen in Irak is grotendeels symbolisch. Net als de troepen uit andere kleine landen, zijn ze er vooral om te laten zien dat de VS en Engeland er niet alleen voor staan. De echte vraag is dus: welk beleid wordt door de Nederlandse militaire aanwezigheid gelegitimeerd?
Het doel van de VS in Irak is duidelijk: de stabilisering van Irak als een Amerikaans protectoraat - dat wil zeggen een regime dat de Amerikaanse belangen geen strobreed in de weg legt. Daarin is men inmiddels ver gevorderd. De tariefmuren zijn voor een groot deel verdwenen, de olie vloeit weer, de privatisering komt op gang en Amerikaanse bedrijven als Haliburton slepen het ene contract na het andere binnen. Ook een honderdtal Nederlandse bedrijven proberen contracten te sluiten, ook al gaat het hier slechts om de overblijvende kruimels.
Irakisering
Het ziet er niet naar uit dat de VS van plan zijn uit Irak te verdwijnen. De vijfhonderd Amerikaanse doden wegen zwaar, maar leiden er vooral toe dat de VS het vuile werk zo snel mogelijk aan Irakezen willen overlaten. De plannen voor de ‘Irakisering’ liggen klaar. Volgens het schema wordt al in februari begonnen met het terugtrekken van Amerikaanse militairen uit de steden en op 1 juli vindt de formele ‘soevereiniteitsoverdracht’ plaats. Directe verkiezingen staan pas voor eind 2005 gepland.
Het nieuwe Irakese leger van 100.000 man en de nieuwe geheime politie worden begeleid door de CIA en de Israëlische Shin Bet. De ‘stabiliteit’ zal verder verzekerd worden door de Amerikaanse militaire bases in Irak. Die bases zijn van het allergrootste belang want de VS hebben toegezegd hun bases in Saoedi-Arabië - die een blijvende bron van ergernis voor de bevolking vormen - op te geven. Irak blijft dan over als de enige plek in het strategisch zo belangrijke Midden-Oosten waar de VS direct militair aanwezig is.
De Irakezen worden zwaar getroffen door de bezetting. Er zijn al honderden zo niet duizenden claims bij de bezetter ingediend wegens het onrechtmachtig doden of verwonden van mensen en het vernielen van eigendom. En de VS komen niet alleen in actie tegen gewapend verzet. Op 6 december werd bijvoorbeeld het hoofdkantoor van de Irakese Federatie van Vakverenigingen door Amerikaanse militairen binnen gevallen. Acht leden van de federatieraad werden gearresteerd en de hele inboedel in beslag genomen – inclusief de affiches op de muren die het terrorisme veroordeelden. De naam van de federatie, de grootste van Irak, werd van de gevel verwijderd. Paul Bremer, de VS-Autoriteit, verdedigde dit optreden met een verwijzing naar een wet uit de tijd van Saddam Hussein, die vakbonden in de publieke sector - waar de meerderheid van Irakezen werknemers werkt - verbiedt. Ook leiders van de Werklozenvereniging van Irak zijn de afgelopen tijd herhaaldelijk gearresteerd.
De Nederlanders
Het is de vraag of het verschil tussen de Nederlandse ‘stabilisatiemacht’ en de Amerikaans-Britse bezettingsmacht wel zo groot is. Dat hun opdracht tot nu toe relatief vreedzaam is verlopen, heeft vooral te maken met het kleine aantal inwoners van de streek, het feit dat Nederland niet actief bij de oorlog was betrokken, maar vooral met het feit dat de sjiieten in Zuid-Irak zich vooralsnog meer afwachtend opstellen dan de Irakezen in de noordwestelijke ‘soennitische driehoek’.
Tot nu toe hebben de Nederlanders zich vooral bezig gehouden met het optreden tegen plunderaars. Maar ze zijn op andere taken voorbereid. Zo meldde het ANP dat een Nederlandse militair zijn hand verwondde door een granaat die bedoeld is ‘om demonstranten te verspreiden’. En die demonstranten kunnen nog komen, ook in het sjiietische Zuiden.
Sjiieten
Het is duidelijk dat er onder de sjiieten belangrijke politieke ontwikkelingen aan de gang zijn. De laatste weken waren er massale demonstraties van sjieten en die zouden een voorteken kunnen zijn van conflicten tussen de bezetters en de sjiietische meerderheid. Al in oktober vorig jaar noemde 76 procent van de bevolking in het sjiietische Basra de Britse troepen ‘bezetters’, en geen ‘bevrijders’.
De aanhangers van ayatollah Ali Al Sistani kwamen met duizenden de straat op om tegen de Amerikaanse plannen te protesteren. Zij eisten directe verkiezingen, voor de soevereiniteitsoverdracht. Het is echter onduidelijk wat Al Sistani precies wil. Volgens sommigen is er geen sprake van dat hij met de Amerikanen wil breken, maar is hij er op uit om zijn positie versterken door zich achter de VN te verschuilen. Hij zou de conclusies van VN-experts - die stellen dat snelle verkiezingen om praktische redenen onmogelijk zijn – accepteren om op die manier feitelijk de Amerikaanse heerschappij te legitimeren. De Irakezen zijn niet vergeten dat hij een dergelijk spel ook onder Saddam Hussein heeft gespeeld. In 1991 riep Al Sistani zijn volgelingen op in opstand te komen tegen Saddam, maar kort daarop deed hij een appèl op ze om hun verzet te staken. Of Al Sistani nu de ruimte heeft om een dergelijk spel te spelen is maar de vraag. Hij staat onder zware druk van andere sjiietische stromingen, bijvoorbeeld de aanhangers van Moqtada Al Sadr.
Het is ook de vraag of het echt onmogelijk is om snel directe verkiezingen te organiseren. De Irakese bevolking beschikt over identiteitsbewijzen, en ook de verkiezingsmachinerie die gebruikt werd voor regelmatige nepverkiezingen onder Saddam Hussein is nog deels te gebruiken. Er zijn de afgelopen tijd in heel wat landen onder moeilijker omstandigheden algemene verkiezingen gehouden.
Achter de technische argumenten lijken vooral politieke problemen schuil te gaan, die er op neerkomen dat men verre van overtuigd is dat directe verkiezingen tot een pro-Amerikaanse meerderheid zullen leiden. Dat geldt ook voor het argument dat bij directe verkiezingen de soennitische en Koerdische minderheid overheerst zou worden door de sjiieten. Als er – ook bij de bezetters – werkelijk politieke wil zou bestaan, zouden deze problemen door het verlenen van bepaalde garanties aan de minderheden opgelost kunnen worden. Nu lijkt het of het gevaar van sjiietische overheersing vooral gebruikt wordt als dreiging tegen de Koerden en soennieten, om de positie van de bezetters te legitimeren.
Regeringsraad
De door de VS benoemde regeringsraad speelt in de huidige situatie een onduidelijke rol. Op verschillende punten heeft ze afstand genomen van de bezetters. Maar dat is nog geen reden om haar als een mogelijk alternatief voor de bezetting te zien. De raad is allesbehalve een goede weerspiegeling van de Irakese bevolking. Er zijn weliswaar veel stromingen in vertegenwoordigd: de belangrijke sjiietische SCIRI (Hoogste Raad van het Islamitische Verzet van Irak), linkse partijen als de Communistische Partij - en natuurlijk de Koerden, die tevreden zijn met hun sinds 1991 geworven autonomie en zich het minst tegen de VS verzetten. Maar veel anderen zitten er niet in: de Baath partij natuurlijk niet, de soennitische fundamentalisten niet, en ook veel van de belangrijkste sjiietische stromingen niet. Al Sistani heeft bijvoorbeeld gekozen niet aan de regeringsraad deel te nemen.
Ook onafhankelijke linkse krachten hebben er over het algemeen voor gekozen geen zitting te nemen in de regeringsraad en zich ook niet aan te sluiten bij het gewapende verzet. Terecht maken ze van het opbouwen van vakbonden, werklozenverenigingen en vrouwenorganisaties hun hoofdprioriteit.
Gewapend verzet
Dat betekent niet dat het gewelddadige verzet veroordeeld moet worden. Behalve aanvallen op onschuldige burgers, die nooit goed te praten zijn, is gewapend verzet gerechtvaardigd. Iedereen die toegeeft dat de bezetting van Irak illegaal en ondemocratisch is, en geen principieel pacifist is, moet tot die conclusie komen. Zelfs gewelddadig verzet door krachten als Baathisten en fundamentalisten, die voor democratisch links een gruwel zijn, draagt bij aan het verminderen van de standvastigheid van de bezetters. Hoe meer verzet, vreedzaam of gewelddadig, hoe minder de regeringsraad geneigd zal zijn om naar het pijpen van Bush en Bremer te dansen.
Dat de regeringsraad namens de bevolking met de VS kan onderhandelen over een volledige terugtrekking, lijkt minder aannemelijk. Een echt einde aan de bezetting overleeft de raad waarschijnlijk niet.
Het is nog veel te vroeg om te zeggen hoe een Irakese regering die de bezetting kan vervangen er uit zou zien. Dat wordt bepaald door de krachtsverhoudingen tussen verschillende stromingen op het moment van de terugtrekking, die nog lang op zich kan laten wachten. Nu hebben de Baathisten en de geestelijken die de dictatuur hebben overleefd een sterke uitgangspositie. Maar hoe minder de bezetters in staat zijn om de opkomst van nieuwe sociale bewegingen te stuiten, hoe sneller een seculier, democratisch, feministisch links een factor van betekenis kan worden.
De opkomst van een nieuw Irakees links wordt paradoxaal genoeg gestimuleerd door het antisociale, seksistische en ondemocratische beleid van de bezetters en de regeringsraad. Op 29 december besloot de regeringsraad bijvoorbeeld de seculiere familiewetten van 1959 te schrappen en de sharia in te voeren. Honderden Irakese vrouwen demonstreerden daar tegen. De privatiseringen en de sociale ellende stimuleert werknemers zich te organiseren: vierhonderd activisten richtten op een conferentie in juni vorig jaar de Democratische Arbeiders Vakbondsfederatie op en begonnen met het organiseren van vakbonden in twaalf sectoren. Daarbij krijgen ze steun van anti-oorlogsactivisten binnen vakbonden in de VS.
De taak van de vredesbeweging is om er alles aan te doen om de macht en legitimiteit van de bezetters te ondermijnen. Terugtrekking van de bezettingsmacht hoeft niet te leiden tot de terugkeer van de Baath partij, noch tot het instellen van een fundamentalistisch bewind. Als een democratisch gekozen regering nog niet in staat is de veiligheid van Irakezen te bewaken, kan ze een appèl doen op niet-westerse troepen. Een snelle terugtrekking van de Nederlandse troepen helpt de Amerikaanse bezetting te verzwakken en creëert ruimte voor onafhankelijke Irakese stromingen die vechten voor zelfbeschikking en democratie.
Reactie toevoegen