Wij zien ons als kandidaten voor het dagelijks bestuur van de FNV genoodzaakt te reageren op het opiniestuk dat de afgelopen week is gepubliceerd door de groep rond Ruud Kuin en Mariëtte Patijn.
Dat stuk gaat in op standpunten die wij als afzonderlijke kandidaten tijdens een aantal bijeenkomsten hebben ingenomen. Naar onze mening wordt met de publicatie van de groep geen recht gedaan aan onze standpunten. Het stuk dat nu volgt is een mening, die we delen als individuele kandidaten en is niet bedoeld als gezamenlijke publicatie van een team. Wij zien uit naar de samenwerking in het dagelijks en het algemeen bestuur (in welke samenstelling dan ook), met het leden parlement, de sectoren en FNV lokaal.
In het opiniestuk zet de groep zich af tegen de vorming van sterke sectoren, en pleit voor een sterk gecentraliseerde bond gericht op een enkel thema: het stoppen van de race naar beneden.
Het stoppen van de ‘race naar beneden’ is voor de vakbeweging cruciaal. Maar dit is volgens ons zeker niet de enige grote uitdaging, die op een offensieve FNV-agenda thuishoort. En zonder sterke, samenwerkende en solidaire sectoren gaan we de strijd niet winnen!
Hoe gaan we de strijd winnen?
De ‘race naar beneden’ is vooral het gevolg van de neoliberale agenda en is een fundamentele bedreiging voor de positie van werknemers, gepensioneerden en uitkeringsgerechtigden. Een krachtige strijd is nodig. Maar gaan we de strijd winnen door van bovenaf een mal op te leggen, waaruit een oplossing komt: ‘one size fits all’ voor alle sectoren? Willen we een centraal geleide politiek doorvoeren, met een focus op van bovenaf geselecteerde sectoren? Of gaan we vanuit de sectoren zelf kijken op welke wijze de strijd tegen de race naar beneden het beste vormgegeven kan worden? Wij kiezen voor het laatste! Een strijd waarvoor op democratische wijze door de leden in de sector(en) zélf wordt gekozen!
Herkenbare sectoren
Bij de fusie van FNV in 2015 is niet voor niks afgesproken dat we toe willen naar herkenbare sectoren binnen één grote FNV. Herkenbare sectoren, omdat mensen zich willen kunnen identificeren met hun bond. Sectornamen als FNV Metaal of FNV Zorg & Welzijn zijn herkenbaar. Maar het gaat niet alleen om de naam. Ook de keuze voor thema’s en de wijze waarop thema’s worden aangekaart, bepaalt of mensen zich kunnen herkennen in het beleid van hun bond. Er is soms andere taal nodig. Maar ook de manier waarop de race naar beneden zich voordoet kan verschillen. Kortom, er is ruimte nodig voor sectoraal maatwerk, zodat zaken sector- specifiek en herkenbaar kunnen worden opgepakt.
Kleur, afstemming en inspiratie
Betekent ruimte voor sectorale kleuring “eigen sector eerst”? Nee! Dit is een populistische karikatuur, waarmee geen recht wordt gedaan aan de kern van waar het om gaat. Het gaat om het principe dat iets van onderaf wordt bedacht, zodat mensen in de sector betrokken zijn en zich aangesproken voelen. Niemand herkent zich in een van bovenaf opgelegde mal. Sectorale kleuring wil niet zeggen, dat er vanuit de centrale FNV geen beleid gevoerd kan worden, of dat er geen afstemming mogelijk is tussen sectoren. Sectoren kunnen elkaar steunen en inspireren. Een goed voorbeeld is het generatiepact. In de gemeentelijke sector is dit FNV-concept het eerst gerealiseerd. Dit werpt vruchten af. Andere sectoren hebben gekeken naar dit voorbeeld, en hebben vervolgens op hun eigen wijze het concept generatiepact ingebracht op de cao-tafel. Zo inspireer je elkaar en word je samen sterker. Uitgangspunt bij dit alles is (en blijft) dat het ledenparlement op voorhand ruime kaders vaststelt, die daarmee worden gedragen door de vereniging, en waaraan het beleid in de sectoren dient te voldoen.
Sterk aan de basis; sterke sectoren
Een krachtige bond begint volgens ons aan de basis. Je kunt alleen sterk staan aan de top als je sterk bent aan de basis! Dit vraagt om aanwezigheid van de bond op de werkvloer. Het is nodig meer te investeren in professionals op de werkvloer en in versterking van het kader. Bij de investering moet bepaald worden waar we extra vakbondskracht kunnen bereiken. Een uitbreiding van het budget voor sectoren is onvermijdelijk. Anders leidt investeren in sterke sectoren tot verzwakking van zwakke sectoren. Uitbreiding van het budget van 22% van de totale begroting naar 25% binnen de komende vier jaar zou een uitgangspunt moeten zijn voor het nieuwe bestuur. Op termijn zou onderzocht moeten worden of uitbreiding naar 30% haalbaar is.
Herverdeling van werk en vakmanschap
Los van het stoppen van de race naar beneden, zijn er andere grote uitdagingen die op de vakbeweging afkomen. We noemen er nu twee. Ten eerste het verlies van banen door digitalisering, automatisering en robotisering. Functies veranderen of verdwijnen zelfs geheel. Er worden totaal andere eisen aan werknemers gesteld. Dit vraagt meer aandacht voor scholing, (vak)opleiding en vakmanschap. Het definitief verdwijnen van werkgelegenheid, zonder dat daar evenveel nieuwe banen voor terugkomen, stelt ons voor de vraag of we nog wel banen met het zelfde aantal uren kunnen blijven eisen. Moeten we niet tot een fundamentele herverdeling van werk komen? Of moeten we toch toe naar een basisinkomen? Of een combinatie van beide? Dit soort fundamentele vragen mogen niet ontbreken op de FNV-agenda.
Duurzame economie en de energietransitie
Een tweede uitdaging die op ons afkomt, is de duurzame samenleving. Als we een toekomst willen voor onze kinderen, moet we werken aan verduurzaming van de economie. De energietransitie stelt ons nu al voor dilemma’s: gaan we door met klimaatonvriendelijke werkprocessen met behoud van werkgelegenheid, of gaan we over naar duurzame werkprocessen met hoge overgangskosten en mogelijk verlies van werkgelegenheid. Wie draait op voor de kosten? Als grootste vakbeweging in NL kan de FNV zich niet veroorloven hierover geen oordeel te hebben.
Toekomstgerichte offensieve agenda
Kortom, er zijn meer grote uitdagingen dan alleen (het stoppen van) de race naar beneden. Grote onderwerpen als toekomstige werkgelegenheid binnen een geautomatiseerde wereld en een duurzame economie met behoud van fatsoenlijk inkomensniveau voor iedereen in de samenleving, moeten ook op de offensieve agenda van de nieuwe FNV komen. We zijn als FNV een brede maatschappelijke beweging en moeten ons niet laten versmallen tot een ‘one issue’ beweging die centraal van bovenaf wordt aangestuurd. We pleiten daarom voor een kleurrijke bond met sterke sectoren, waar leden zich in herkennen en waar jongeren zich bij willen aansluiten. Een bond van onderop voor, door en met leden. Een bond die zich met de toekomst bezighoudt en daardoor toekomst heeft!
Bert de Haas, Erica Hemmes, Kitty Jong en Roel Berghuis zijn alle vier kandidaat voor het dagelijks bestuur van de FNV.
Reactie toevoegen