Er is een markt voor

Ongeveer tegelijkertijd met de rel over de bolletjesslikkers verscheen een rapport dat in Nederland jaarlijks enige tientallen kinderen sterven als gevolg van geweld binnen de familie. Meer capaciteit en een betere organisatie van de instanties waarbij aangifte gedaan kan worden zou dat aantal substantieel kunnen verlagen. Ook dit beleid valt onder de verantwoordelijkheid van minister Korthals, die overigens wat de vervolging van kindermisbruik betreft twee jaar geleden verklaarde dat ‘het belang van het kind in Nederland soms wel heel erg voorop staat’ en dat het belang van privacy in het gezin wel eens wat meer gewogen zou mogen worden. Het rapport kreeg nauwelijks aandacht. De bolletjesslikkers wel – die werden plotseling een onvoorstelbaar groot probleem en daar is de oplossing dan ook op afgestemd: meer politie, meer bevoegdheden voor justitie, harde taal, vier gedetineerden in een cel, opsluiting zelfs in het Grenshospitium.
Ernstige kindermishandeling kan zo niet opgelost worden en dus volgt op de publicatie van een rapport daarover geen affaire. Die mentaliteit - dat problemen pas belangrijk zijn als je ze op kunt lossen met repressie - maakt van de verkiezingsstrijd tot nu toe ook zo’n deprimerend spektakel.

Net ná de bolletjesslik-affaire kwam er nieuws over de schikking die justitie getroffen heeft met het bedrijf dat in 1996 vervuilde glycerine verwerkte in een hoestdrankje. De gevolgen: zeker zestig dode kinderen in Haïti. Het merkwaardige aan de zaak is dat een brief waarin de Amerikaanse advocaat van de getroffen families protesteert tegen deze schikking nooit in behandeling is genomen en uit het dossier is verdwenen. En de Nederlandse advocaat van de ouders ontkent ooit telefonisch toestemming te hebben geven tot die schikking.
Opnieuw geen affaire, geen mediahysterie, geen boze rechtse parlementariërs. Zou het er aan liggen dat het hier om een zaak gaat waarbij Nederlanders mensen in de Derde Wereld naar de andere wereld helpen, terwijl die bolletjesslikkers worden gezien als mensen die Nederland kwaad doen? Het zijn grotendeels arme, afhankelijke en machteloze drugskoeriers die een hoofdrol worden toebedeeld in het cocaïnespektakel. De welvarende en trendy cocaïneconsumenten; eerbiedwaardige burgers, prominente zakenlieden, hardwerkende collega’s, studenten financiële economie en management – yuppen – blijven buiten beeld.

In een sfeer van nationaal zelfmedelijden en bewondering voor repressief optreden gaat Nederland dit verkiezingsjaar in. Angst voor het leger van verliezers binnen het mondiale kapitalistische systeem en identificatie met de succesvolle ‘overwinnaars’ in de markteconomie vieren hoogtij. Consumentistisch individualisme binnen de bevolking en de politiek belemmeren het stellen van prioriteiten bij het oplossen van problemen in binnen en buitenland. De eigen vervreemding van de wereld wordt geprojecteerd op de politiek. De meest populaire nieuwkomer in de Nederlandse politiek is een ijdele, carrièristische narcist, de karikatuur van de moderne consumentist, wat volop identificatiemogelijkheden biedt. Een fixatie op het behoud van onze cultuur belemmert het stellen van de juiste diagnose: decadentie. Geen wonder dat er een markt voor cocaïne is.

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop