Er is natuurlijk een wereld van verschil, met aan de ene kant de benadering die de SP kiest in het debat en aan de andere kant die van rechtse en extreemrechtse politici. In \'Van apart naar samen - Pleidooi voor een Deltaplan voor een geïntegreerde samenleving\' stelt Jan Marijnissen dat de toenemende segregatie en concentratie van kansarme allochtonen in de grote steden een probleem is. Om dat probleem tegen te gaan, bepleit Marijnissen een ‘beter beleid, zodat allochtone mensen meer kansen krijgen en dat autochtone mensen meer bij het oplossen van het probleem betrekt’.
De SP en Marijnissen hebben voor een belangrijk deel gelijk. Het is zeker een probleem dat mensen aan de onderkant van de samenleving in de afgelopen decennia steeds meer geografisch – in steden en wijken - geïsoleerd zijn van de middengroepen. Dat dit zich voor een belangrijk gedeelte langs etnische lijnen ontwikkeld, maakt dit probleem vooral groter. Deze ontwikkeling heeft de bestaande solidariteit in onze maatschappij danig ondermijnt. Want in de ogen van de middengroepen zijn werkloosheid, afhankelijkheid van sociale voorzieningen, onvoldoende scholing en opleiding niet langer iets waar je familie of je buren mee te maken hebben, maar mensen uit een heel andere wereld. Mensen die wonen in wijken waar je ‘s avonds \'niet doorheen durft te fietsen\'.
Bovendien is er meer aan de hand dan alleen sociaal-economische uitsluiting. Linkse mensen hebben het er terecht moeilijk mee, maar we moeten onder ogen zien dat ‘culturele’ verschillen belangrijk zijn en waarschijnlijk steeds belangrijker worden. Een voorbeeld is de slechte positie van vrouwen en jongeren in soms uiterst conservatieve islamitische gezinnen. De toch al moeilijke situatie van veel jongeren wordt er door de thuissituatie niet gemakkelijker op. Zij zijn vaak niet in staat hun onafhankelijkheid op te eisen. Er is sprake van excessieve controle, vooral van jonge vrouwen. Binnen het conservatieve deel van de Nederlandse islamitische gemeenschap hebben de verworvenheden van het feminisme weinig of geen invloed gehad. Net als in conservatief christelijke kring, bestaan er structuren die er vooral op uit zijn ontwikkeling en vernieuwing tegen te gaan.
De kern van de zaak is te begrijpen dat ‘cultuur’ niet op zich staat. De politici met de hardste taal richting migranten Ayaan Hirsi Ali voorop – staan een beleid voor die de positie van vrouwen en jongeren verzwakt en migranten verder de marge in drukt. Dat zal in ieder geval het conservatisme eerder versterken dan verzwakken.
Bovendien, de ‘liberale democratie’ is helemaal geen alternatief, laat staan het antwoord op alle problemen, zoals veel rechtse voorstanders van ‘spreiding’ willen. Die ideologie is al net zo geperverteerd en hypocriet als religieus geïnspireerd conservatisme. Waar het om gaat is dat cultureel conservatisme mensen afsnijdt van maatschappelijke participatie, een vrij en onafhankelijk leven, het recht om op het vlak van relaties en seksualiteit eigen keuzes te maken.
Getto’s
Als het debat gevoerd zou kunnen worden op basis van een progressieve visie op emancipatie, of de insteek van Joop Den Uyl die twintig jaar geleden al waarschuwde voor een ‘tweedeling, of de analyse van de SP nu, dan zou dat een zinvolle discussie en wellicht zelfs concrete voorstellen en alternatieven op kunnen leveren. Het grote probleem met de hype rond \'integratie\' en \'spreiding\' is dat de druk niet van links komt, maar van rechts en extreemrechts.
De meest recente rel in het Rotterdamse getuigt daarvan. De in vertwijfeling verkerende Rotterdamse PvdA, die ook eens wil pogen te ‘verwoorden wat er leeft’, bepleit ‘een hek rond Rotterdam’ om vluchtelingen buiten te houden. Het Rotterdamse gemeentebestuur is het met de partij eens. Dit alles om de ideeën over spreiding van kansarmen kracht bij te zetten. Maar het gaat natuurlijk nergens over – de problemen in hedendaagse Nederlandse steden hebben weinig te maken met een paar honderd erkende vluchtelingen per jaar meer of minder. Het is pure symboolpolitiek, bedoeld om te laten zien dat ‘de politiek’ tegenwoordig naar ‘de mensen’ luistert. De discussie over het spreidingsbeleid verzoop al in populistische borrelpraat voordat hij goed en wel op gang kwam.
Wie iets wil doen tegen tweedeling, gettovorming en segregatie moet pleiten voor meer en betaalbare sociale woningbouw, ook op de Vinex-locaties en de randgemeenten rond de grote steden. Kleinere klassen, gemotiveerde onderwijskrachten, sociaal investeren in het basisonderwijs en het middelbaar onderwijs: dat levert meer kansen op voor jongeren die nu met lege handen staan. Wie het conservatisme wil tegengaan moet beleid maken die het mensen mogelijk maakt zich te organiseren en moet bijvoorbeeld pal staan voor het recht van vrouwen op een eigen plek.
Maar het beleid van diegenen die \'integratie en spreiding\' nu op het voorhoofd geschreven hebben is precies het tegenovergestelde: afbraak van sociale voorzieningen, schraalhans in het onderwijs, dure koopwoningen in plaats van goedkope huur. En de subsidie op ‘blijf-van-mijn-lijf-huizen’ wordt nota bene afgeschaft. De ideologische achtergrond van Balkenende 2 is duidelijk: de problemen aan de onderkant van de samenleving zijn geen maatschappelijke problemen, maar zaken van eigen verantwoordelijkheid. Het is de schuld van de mensen zelf, en van de linkse kerk – alsof rechts nooit aan de macht is geweest.
Deltaplan
Het feit dat de discussie zo sterk overheerst wordt door een antibuitenlanders sentiment en de segregatie alleen maar toeneemt, maakt het voor de middengroepen nog onaantrekkelijker om zich te solidariseren met mensen aan de onderkant. Daardoor levert het debat over \'integratie\' en \'spreiding\' wel veel ingezonden brieven op, maar heel weinig concrete voorstellen. Behalve dan voorstellen die weinig van doen hebben met integratie, maar beogen om \'ons\' land, \'onze\' stad of \'ons\' Europa\' verder dicht te timmeren voor mensen van buiten.
In het laatste decennium van de vorige eeuw was er tenminste nog discussie (en hier en daar concreet beleid) over \'de compacte stad\' en het revitaliseren van de oude wijken in de binnensteden. Het doel was om het imago van de binnenstad en de \'aanstaande getto’s \' te verbeteren en de terugkeer van mensen uit de ‘middenklasse’ naar de stad te bevorderen. Een tegenovergestelde beweging is er wel, namelijk de beweging van \'geslaagde\' migranten uit de oude wijken naar betere delen van stad en regio. Voor hen zal dat een aardige stap vooruit zijn en hun autochtone buren kunnen zich koesteren in het idee dat ze volop bezig zijn met de integratie. Maar voor de achterblijvers en nieuwkomers in de achterstandswijken betekent het vooral een verlies aan sociaal kader in de wijk.
De meeste van de twintig voorstellen in het SP-deltaplan gaan de goede kant op (bijvoorbeeld de uitbreiding van het stemrecht voor migranten), maar de inkadering en uitstraling van de SP-politiek op dit vlak zet de discussie te vaak op een verkeerd been. Waarom zoveel nadruk op percentages en aantallen migranten? Jan Marijnissen: ‘Op dit moment is het aandeel van niet-Westerse allochtonen in onze bevolking acht procent. Volgens het CBS zal dat aandeel in 2015 toegenomen zijn tot veertien procent en tot twintig procent allochtonen voor 2030.’ Nou en? Is dat nu het werkelijke probleem? Gaat het om het feit dat deze mensen zwart zijn of hebben we een discussie over de sociale tegenstellingen en de marginalisering van sommige groepen?
De vraag is ook waarom de SP behoefte heeft aan zo’n nadrukkelijke positionering op een zo groot mogelijke afstand van de \'multiculturele samenleving\'? Het opstappen van Ali Lazrak uit de integratiecommissie is daar een voorbeeld van. Die harde positionering levert een beeld op van een linkse partij met een rechtse visie op het buitenlandersprobleem. Dat kan niet de bedoeling zijn.
Het gaat in het debat niet eerst en vooral om het ongenoegen van een deel van de Nederlandse bevolking met migranten. Het startpunt voor links is de solidariteit met mensen aan de onderkant van de samenleving. Het gaat erom hun positie te versterken, iets te doen aan hun achterstand en het gebrek aan perspectief en participatie.
Geen panacee
Maar we hebben het politieke tij niet mee. De beleidsmakers hebben een andere agenda en in plaats van de gevolgen van hun afbraakbeleid te bekijken, wordt spreiding van allochtonen als een toverformule naar voren geschoven. Maar dat is het niet. In een artikel in het Rotterdams Dagblad (18 september) gaat de hoogleraar cultuurgeschiedenis Marlite Halbertsma in op een proces dat gentrification wordt genoemd, waarin oude buurten een tweede jeugd doormaken doordat ze op de een of andere manier hip worden. De stedelijke, hoogopgeleide middenklasse trekt zo’n wijk in om er te gaan wonen waardoor de leefbaarheid er inderdaad sterk toeneemt. Helaas leidt gentrification als vanzelf ook tot een enorme prijsopstuwing en het verdwijnen van goedkope winkels en voorzieningen, waardoor de oorspronkelijke bewoners van zo’n buurt weer moeten verhuizen naar een andere goedkope, slechte wijk. Spreiding leidt op deze manier dus niet tot een oplossing van problemen, maar tot een verschuiving ervan. Letterlijk en figuurlijk worden kansarme groepen steeds verder de marge in gedreven. Als rechts zijn zin krijgt, is dat de spreiding die er gaat komen.
Het SP deltaplan: www.janmarijnissen.nl/publicaties/toespraak_integratiedelta.stm
Reactie toevoegen