De populariteit van de regering Balkenende zakte in de afgelopen maanden naar een nieuw dieptepunt. Vlak na de grote demonstratie van 2 oktober peilde de Politieke Barometer van onderzoeksbureau Interview/NSS de PvdA alleen zelfs groter dan de drie coalitiepartijen samen (59 om 58 zetels).
GroenLinks stelde vorig jaar al voor om samen met de PvdA en de SP een ‘maatschappelijk tegenakkoord’ te sluiten. Marijnissen hield de boot af, maar vond wel dat ‘PvdA, GroenLinks en SP een akkoord moeten sluiten waarin ze vastleggen dat ze samen een coalitie willen vormen’. Wouter Bos filosofeert over een tweepartijenstelsel, maar vind een keuze voor links in het huidige stelsel geen verstandige optie. ‘De Partij van de Arbeid kan zich niet alleen maar ophangen aan de vrienden ter linkerzijde. Daarom heb ik het Belgische idee van een vrijzinnig-sociaal-liberale coalitie van GroenLinks, VVD, Partij van de Arbeid altijd een fantastisch spannend idee gevonden.’
PvdA over links
Het kabinet koerst op een toekomst van harder en langer werken, meer ‘eigen verantwoordelijkheid’, minder solidariteit en meer concurrentie en markt. Uit het onlangs gepubliceerde Sociaal en Cultureel Rapport 2004 blijkt dat een overgrote meerderheid van de Nederlandse bevolking daarentegen kiest voor meer vrije tijd en behoud van de solidariteit, zelfs als dat ten koste zou gaan van de economische groei en individuele welvaart. Tegelijkertijd gaat slechts een minderheid ervan uit dat die keuze ook gerealiseerd zal worden. Balkenende en Zalm hebben een probleem dat groter is dan het opkalefateren van een slecht verkoopverhaal. Hun toekomst ziet er fundamenteel anders uit dan wat de meeste mensen willen. Maar ook links heeft een probleem. Het vertrouwen dat een andere politiek ook echt mogelijk is, is niet bijster groot.
Links moet de handen ineen slaan, een alternatief beleid opstellen dat uitgaat van solidariteit en daarvoor de boer op gaan, zowel in verkiezingsperiodes als – vooral ook - daarbuiten. Dat is de enige manier om te bouwen aan een reëel alternatief voor het beleid van Balkenende en om een meerderheid ervan te overtuigen dat zo’n alternatief ook echt mogelijk is.
De partijraad van de SP besloot in september dat de partij ‘richting de verkiezingen moet streven naar een strategische alliantie met de PvdA, GroenLinks en de vakbonden’. De SP kiest daarmee naar eigen zeggen voor een strategie om ‘een reëel perspectief te bieden op een linkse samenwerking, een alternatief voor de PvdA over rechts’.
‘Hiermee maken we duidelijk dat we niet sektarisch zijn en laten we op een offensieve manier aan iedereen zien dat wij er klaar voor zijn’, stelde Jan Marijnissen in de discussie op de partijraad.
Marijnissen heeft gelijk. Natuurlijk moeten de SP en GroenLinks druk zetten op de PvdA om voor een politiek en inhoudelijk links alternatief te kiezen. Mensen die nu in verzet komen tegen het beleid van de regering zouden het volstrekt niet begrijpen als een partij als de SP niet bereid zou zijn om aan zo’n alternatief mee te werken.
Breken
Maar het zou tegelijkertijd erg onverstandig zijn als de SP, GroenLinks en de vakbeweging zo’n alliantie tot kernpunt zouden maken van de eigen strategie.
In acht jaar Paars heeft de PvdA vol overgave meegewerkt aan de sanering van de sociale zekerheid, aan het privatiseren en verzelfstandigen van tal van overheidsbedrijven en diensten, kortom aan het op de rails zetten van een neoliberaal beleid van het zuiverste water.
De kern van die PvdA politiek is in de afgelopen twee jaar niet veranderd. De partij steunt de Lissabon agenda - meer concurrentie en meer privatiseringen -, houdt vast aan het Stabiliteit- en Groeipact – al vindt ze dat een lidstaat met een sterk krimpende economie tijdelijk de 3 procentgrens mag overschrijden - en vind, net als het kabinet, dat harde ingrepen in de WAO en andere sociale voorzieningen noodzakelijk zijn.
Een strategische alliantie of zelfs regeringssamenwerking van links kan alleen dan perspectief bieden op een alternatief voor Balkenende als zo’n samenwerking breekt met de neoliberale logica en kiest voor een offensieve sociale politiek. De bestaande krachtsverhoudingen binnen links, met de PvdA van Wouter Bos als grootste partij, maken dat vooralsnog onmogelijk.
De PvdA zal, als het maar even kan, zoals Wouter Bos ook steeds heeft aangegeven, na de volgende verkiezingen kiezen voor een coalitie met een van de rechtse partijen. Als GroenLinks daarbij wil aanschuiven, dan is dat voor de PvdA een mooie manier om de zaak naar links af te dekken. Maar aan het beleid zal het niet veel veranderen.
Motor of bijwagen
Een parlementaire meerderheid voor PvdA, GroenLinks en SP, zou de optie ‘PvdA over links’ theoretisch mogelijk maken. Europarlementslid Erik Meijer, stelt in het september nummer van het SP ledenblad Spanning dat de partij in dat geval moet streven naar deelname aan een linkse regering: ‘We moeten niet vies zijn van regeringssamenwerking PvdA-SP-GroenLinks. Als wij daarvan maar de motor zijn.’
De SP is een uitermate actieve partij, is de afgelopen jaren geweldig gegroeid en kan bij de volgende verkiezingen wellicht opnieuw een aardige winst boeken. Maar desalniettemin zal de PvdA en niet de SP de dienst uitmaken in zo’n regering. Daarmee is er weinig reden om aan te nemen dat een linkse regering in Nederland een ander karakter zal hebben dan de huidige linkse regeringen in Duitsland en Groot-Brittannië. Regeringen die volop bezig zijn met de afbraak van de sociale zekerheid en – in het geval van Groot-Brittannië – zelfs het voortouw hebben genomen in het militaristische project in Irak. Als de SP en GroenLinks zich laten verleiden om deel te nemen aan zo’n regering, dan zal hun rol daarin niet wezenlijk verschillen van die van de Groenen in Duitsland nu: bijwagen in een regering die op hoofdlijnen het neoliberale project uitvoert. Daarmee zou het perspectief op een reëel links alternatief nog verder achter de horizon verdwijnen.
Organisatie
Voor de opbouw van een alternatief voor Balkenende is een simpele parlementaire meerderheid voor de drie linkse partijen onvoldoende.
Inhoudelijk zal links verder moeten gaan dan het afwijzen van het beleid van de regering en moeten komen met eigen, aantrekkelijke en offensieve eisen. Zoals arbeidstijdverkorting om de groeiende werkloosheid tegen te gaan. Een investeringsplan om collectieve voorzieningen en publieke diensten als het openbaar vervoer, het onderwijs en de zorg te verbeteren. Tegelijkertijd moeten die diensten hervormd en onder democratische controle gebracht worden. Een democratisch volkshuisvestingsbeleid dat uitgaat van voldoende goede en betaalbare woningen. Belastingverhoging voor de hogere inkomens – opnieuw invoeren van de hogere belastingschalen – om het weer op peil brengen van publieke voorzieningen te bekostigen en de kloof tussen arm en rijk te verkleinen. Op tal van terreinen zal links eigen inhoudelijke alternatieven moeten ontwikkelen om weer een aantrekkelijk perspectief te bieden. Bijeenkomsten als het komende Nederlandse Sociaal Forum, waar sociale bewegingen van vakbeweging tot milieubeweging met elkaar debatteren, kunnen daarbij een stimulans zijn.
Daarnaast zullen we de sociale organisatie moeten versterken, binnen en buiten de vakbeweging, op de werkvloer, in buurten en wijken en in andere sociale bewegingen. Alleen door te werken aan de versterking van de sociale beweging van onderop, kunnen we ervoor zorgen dat ‘2 oktober’ een vervolg krijgt. De demonstratie die dag was geweldig. Het was een spontane uiting van massaal verzet en ongenoegen met het arrogante kabinet. Een relatief kleine groep bestuurders en kaderleden slaagde er in die actie tot een succes te maken. Om verder te gaan en niet alleen de scherpste kantjes van het beleid af te halen, maar de strijd te voeren voor onze eigen eisen en alternatieven, daarvoor is een veel sterkere vakbeweging aan de basis noodzakelijk. De grote zwaktes van de Nederlandse vakbeweging moeten aangepakt worden. We moeten af van het grijze imago en jongeren weer interesseren om actief te worden in de vakbond. Onder andere door een eisenpakket en een actieplan te ontwikkelen rond flexwerk, waar de meeste jongeren – als ze al werk vinden – tegenwoordig genoegen mee moeten nemen. Prioriteit is ook het verder opzetten van internationale vakbondsnetwerken binnen en buiten Europa. Alleen door internationale samenwerking en solidariteit kunnen we voorkomen dat we tegen elkaar uitgespeeld worden.
Inhoudelijke alternatieven, een meer offensieve strategie en versterking van de sociale organisatie kan de krachtsverhoudingen - ook de verhoudingen binnen links - in de komende jaren veranderen. Zodat we uitzicht krijgen op een links alternatief waarvan niet de PvdA, niet GroenLinks of de SP, maar de beweging als geheel de motor is.
Reactie toevoegen