Het rechtse beleid van Balkenende 2 komt niet uit de lucht vallen. Het past binnen een trend die al meer dan vijfentwintig jaar bezig is. De economische stagnatie waarin het kapitalisme vanaf midden jaren zeventig terecht kwam was voor rechts reden het roer om te gooien. Het neoliberale offensief die de crisis moest bezweren was gericht op de ondermijning van de arbeidersbeweging, van de solidariteit waarop de verzorgingsstaat steunde, en op het afbreken van sociale wetgeving en de rechten van werknemers.
Begin jaren negentig werd de samenwerking tussen de rechtse liberale VVD en de sociaal democratische PvdA mogelijk, wat duidelijk maakte hoe zeer de sociaal-democratie, de dominante stroming in de arbeidersbeweging, deel was gaan uitmaken van het politieke establishment. De PvdA bleek de neoliberale ideologie als een spons te hebben opgezogen. De twee kabinetten Kok zetten de neoliberale aanval voort, braken in snel tempo belangrijke delen van de verzorgingsstaat af, sloten de grenzen voor vluchtelingen, bereidden de uitkleding van gezondheidszorg en onderwijs voor en sloegen een wond in de Nederlandse samenleving die moeilijk te herstellen is.
Crisis
Die diepte van de maatschappelijke crisis die zich in deze jaren begon te vertekenen moet niet onderschat worden. De afbraak van de solidariteit, de uitkleding van de sociale zekerheid, de deregulering van de arbeidsmarkt – in Nederland ontstond een groot onbehagen, een gevoel dat er iets mis aan het gaan was. En dat was ook zo. De teloorgang van de zorg; de verarming aan de onderkant van de samenleving en de exorbitante verrijking aan de bovenkant; groeiend racisme en uitsluiting van migranten. Er ontstond onzekerheid en een gebrek aan vertrouwen in de toekomst. Mensen raakten het gevoel kwijt een plek te hebben in de maatschappij.
Echte alternatieven
Er is heel veel nodig om wat er kapot is gemaakt te herstellen. De valkuilen op weg naar een echte breuk met rechts beleid zijn talrijk.
In Grenzeloos 79 stelde Leo de Kleijn dat een simpele parlementaire meerderheid van PvdA, GroenLinks en SP niet genoeg was voor het tot stand komen van een alternatief. In plaats daarvan moeten we ons concentreren op de opbouw van sociale bewegingen met eigen aantrekkelijke, offensieve eisen. Een ander Nederland bereiken we niet alleen door het parlement te veroveren, maar door de straat, de wijk en onze werkplekken terug te veroveren, sociale organisaties te versterken en te laten zien dat een andere manier van samenleven en werken mogelijk is.
Centraal staat natuurlijk de vraag hoe een ander Nederland eruit moet zien. Die vraag moet links zich stellen. Doen we dat niet, dan dreigt een volstrekte uitholling van ieder alternatief voor het neoliberalisme.
In deze Grenzeloos daarom een bijdrage aan het debat over alternatieven voor het rechtse beleid. De discussie kan wel enig vuur gebruiken.
De koek verdelen
Steeds wordt ons voorgehouden dat er een gebrek aan geld is, dat de verzorgingsstaat onbetaalbaar is geworden, dat er in onderwijs en zorg niet gedegen kan worden geïnvesteerd. Ondertussen zijn de rijken de afgelopen decennia steeds minder belasting gaan betalen en werd de winst- en vennootschapsbelasting steeds verder verlaagd. Zo worden de rijken steeds rijker en zitten de gewone mensen met de brokken.
Het beschikbare geld moet eerlijk verdeeld worden. Radicale keuzes zijn nodig om een breuk met het neoliberalisme en een echt sociaal project mogelijk te maken. Daarom moeten de belastingen fors verhoogd worden, zodat mensen met hoge inkomens een substantieel groter deel van de koek gaan betalen. Kadootjes aan de rijken – zoals allerlei aftrekposten en belastingverlagingen – moeten worden afgeschaft en teruggedraaid.
Werk en inkomen
De rechten van werknemers zijn de afgelopen twintig jaar onder steeds grotere druk komen te staan. De flexibilisering van de arbeidsmarkt leidt tot grote onzekerheid en lagere lonen. Mensen die hun baan verliezen worden in toenemende mate gedwongen onzeker, gedereguleerd en slecht betaald of soms zelfs onbetaald werk aan te nemen. Bovendien staan de basisrechten van werknemers onder grote druk. De ontslagbescherming is versoepeld en nieuwe maatregelen worden voorbereid. Het minimumloon dreigt te worden afgeschaft. Ondertussen worden vormen van prestatiebeloning ingevoerd, die mensen verder onder druk zet. Er zijn pogingen mensen langer te laten werken en vakantietijd af te nemen. De algemeen verbindend verklaring van CAO’s staat onder druk. Zieke mensen worden gedwongen tot werken.
Een links beleid betekent fundamenteel andere keuzes op het vlak van arbeid. Een ander beleid gaat uit van het recht op werk en inkomen, en beschermt arbeiders tegen de grillen van bazen die winst als belangrijkste uitgangspunt hebben.
Een eerste essentiële maatregel is het verdelen van het bestaande werk: arbeidstijdverkorting. Om te beginnen tot dertig uur per week. Dat levert banen op, en leidt tot een broodnodige onthaasting en minder ziekteverzuim door stress en overspannenheid. Verder moet de ontslagbescherming verbeterd worden, het minimumloon en de uitkeringen met een behoorlijk bedrag verhoogd en worden zieke mensen geholpen met het vinden van een geschikt baan in plaats van onder grote druk aan het werk geschopt.
Ten derde wordt de regeling voor zwangerschapsverlof drastisch uitgebreid: een jaar verlof voor zowel vader als moeder. Dat is goed voor de emancipatie, goed voor ouder en kind, en goed voor de samenleving. Het werkt in de Scandinavische landen. Waarom hier niet?
Een humaan vluchtelingenbeleid
Vluchtelingen zijn de slachtoffers van de neo-liberale wereldwanorde. Europa en Nederland weigeren de verantwoordelijkheid te nemen voor de ellende die ze helpen veroorzaken. Het vluchtelingenbeleid is gedurende de jaren steeds strikter geworden. Vluchtelingen zijn problemen, in plaats van mensen met rechten, die een plek verdienen op de wereld. Links beleid betekent het terugdraaien van de maatregelen die de rechten van vluchtelingen hebben ingeperkt, betekenen een breuk met Fort Europa, een generaal pardon voor alle ‘mensen zonder papieren’, zelfstandig verblijfrecht voor vrouwen en een vluchtelingenbeleid dat is gebaseerd op de mensenrechten en het VN vluchtelingenverdrag.
Een antiracistische politiek
De maatschappelijke verharding en het algemene ongenoegen heeft een grote weerslag gehad op migranten. Migranten zijn tot zondebok gemaakt – steeds meer maatschappelijke problemen worden op een of andere manier op het conto van migranten geschreven. Was openlijk racisme lange tijd nog iets van extreem rechtse partijtjes en rancuneuze burgers, ondertussen is het doorgedrongen tot het rijk der beleidsmakers. De stigmatisering en criminalisering van migranten neemt ongekende vormen aan. Verlichte inburgering, ook van migranten die hier al jaren wonen; ingrepen in de huwelijkskeuze van migranten; de criminalisering van moslims en de bezuinigingen op sociale en culturele voorzieningen van migranten; een scala aan maatregelen die een beleid blootleggen dat gericht is op assimilatie, inplaats van participatie.
In de huidige politieke werkelijkheid wordt van migranten gevraagd zich loyaal te verklaren aan een samenleving die ze uitsluit en discrimineert. Links moet zich verzetten tegen deze nationalistische assimilatiepolitiek en een ander, progressief, multicultureel en sociaal project voorstellen, waar mensen wel bij willen horen. Een project dat zich richt op de maatschappelijke participatie van alle mensen, dat mensen een reëel uitzicht geeft op een samenleving zonder racisme, zonder uitsluiting en zonder armoede, waarin waarden als solidariteit en gelijkwaardigheid centraal staan. Onderdeel van zo’n project is een plan voor positieve actie, zodat migranten achterstanden kunnen inhalen, als tegenwicht voor jaren van discriminatie en racisme.
Een keuze voor vrede en solidariteit
De Nederlandse buitenlandse politiek kenmerkt zich door steun aan de war against terror. Bij de oorlog in Irak en Afghanistan zijn Nederlandse militairen actief betrokken. Ondertussen is ontwikkelingshulp verworden tot verkapte steun aan Nederlandse multinationals, allemaal volgens neoliberaal recept. IMF en Wereldbank worden kritiekloos gesteund, terwijl het beleid van deze instituties de armen in de wereld armer maakt en de rijken rijker.
Links moet daartegenover radicaal andere keuzes maken. De steun aan de ‘oorlog tegen terreur’ moet worden ingetrokken en de militairen dus teruggehaald. Nederland moet uit de NAVO. Het Nederlandse leger moet worden ingekrompen om uiteindelijk te worden afgeschaft.
Nederland moet ook uit de Wereldbank, IMF en de Wereldhandelsorganisatie WTO, en bepleiten dat deze insituties worden vervangen door ontwikkelingsorganisaties die de belangen van de grote meerderheid van de wereldbevolking, de armen, voorop hebben staan. Het budget voor ontwikkelingssamenwerking moet substantieel worden verhoogd.
Daarnaast staat een keus voor een ander Europa natuurlijk centraal. We breken met het neoliberale project en maken ons sterk voor een sociaal en democratisch Europa waarin de belangen van mensen voorop staan.
Groener
Op het vlak van milieubeleid is een fundamentele omslag nodig. We moeten beseffen dat de milieuproblematiek samenhangt met de voortdurende groei van een verspillende economie. Een ander beleid zet een andere koers in: duurzaamheid in plaats van verspilling; een betere verdeling van wat al beschikbaar is in plaats van voortdurende groei.
Dat betekent dus een keuze voor minder asfalt en auto’s, meer groen en meer en gratis openbaar vervoer. Het betekent ook stevige belastingen voor milieuvervuilende bedrijven. En een keuze voor een duurzame economie, waarop producten niet langer meer de hele wereld over worden gesleept voordat ze in de winkel liggen.
Reactie toevoegen