Hete herfst of koude douche?

Vooral het sociaal-economische beleid van de regering is het mikpunt van kritiek. Dat beleid is ongekend hard, rechts en asociaal. Balkenende II steekt de no-nonsense kabinetten van voorganger Ruud Lubbers uit de jaren tachtig met gemak naar de kroon. De overlegeconomie en het poldermodel - een paar jaar geleden nog het troetelkindje van zo'n beetje de hele politiek - lijkt passé. Dit kabinet zoekt de confrontatie.

Actievoeren
Vice-premier Zalm liet al voor de zomervakantie weten demonstranten op het Haagse Malieveld vriendelijk te zullen toezwaaien vanuit zijn werkkamer op het ministerie.
Zalm kan aan het 'werk'. Maatschappelijke organisaties, vakbonden en linkse partijen zijn volop bezig met het voorbereiden van acties tegen het regeringsbeleid. De demonstratie van het platform 'Keer Het Tij' op zaterdag 20 september is het voorlopige hoogtepunt.
Maar wat zijn de reële perspectieven voor een krachtige beweging tegen de plannen van dit kabinet?
De vakbeweging is het actievoeren verleerd en heeft in veel bedrijven en sectoren nog maar een minieme machtsbasis. Politiek links - PvdA, GroenLinks en de SP - is, ondanks het herstel bij de laatste verkiezingen en de groei van de SP, de klap van Fortuyn zeker nog niet te boven. De PvdA voert hetzelfde soort 'oppositie' dat het CDA voerde tegen paars: niet te veel opvallen en slapend rijk worden. Van een politiek en inhoudelijk alternatief voor het kabinetsbeleid is geen sprake. De PvdA schuift onder Wouter Bos zelfs nog een stukje naar rechts.
Buitenparlementair links heeft zich verzameld rond 'Keer Het Tij'. Het enthousiasme en de samenwerking is aanwezig. Maar ook het besef dat actievoerend Nederland de kar niet alleen kan trekken.

Perspectief
Je hoeft geen enorme pessimist te zijn om te constateren dat een sociaal, links alternatief van behoorlijk ver zal moeten komen. Een demonstratie, zelfs met een tjokvol Malieveld, kan niet meer zijn dan een onderdeel van wat nodig is om een succesvolle tegenbeweging op te bouwen. Elseviers weekblad van 13 september moedigt het kabinet aan om het 'ontpamperen' van de samenleving nog wat harder door te zetten en schat de situatie zo in: ‘...waar zijn ze eigenlijk bang voor? De oppositie in de Tweede Kamer heeft geen alternatief. En de vakbeweging, die steeds minder mensen vertegenwoordigt, zal na eerdere vakbondsdebacles in Frankrijk en Duitsland, wel uitkijken om te proberen het land lam te leggen.’
Dat is een onderschatting van de boosheid over de plannen en de bereidheid om in actie te komen. Of het nu gaat om de afbraak van de WAO, WW of de VUT, het uitkleden van het ziekenfondspakket of de huursubsidie: heel veel mensen zijn tegen de plannen en kunnen dus ook betrokken worden bij het opbouwen van zo'n beweging.
Maar hoe?
Op de eerste plaats is het een kwestie van 'blijven bewegen'. Niet afwachten totdat anderen - de vakbeweging of de linkse politiek - het voortouw nemen. Net als met de demonstraties tegen de oorlog in Irak, kan het initiatief van een relatief kleine groep activisten een dynamiek op gang brengen waar de ‘grote’ maatschappelijke organisaties niet meer omheen kunnen.

Vakbeweging
Die organisaties, en met name de vakbeweging, zijn cruciaal voor een grotere sociale basis voor het verzet tegen de regeringsplannen. FNV-bestuurder Agnes Jongerius spreekt op de demonstratie van ‘Keer Het Tij’, waarmee de FNV aangeeft zich betrokken te voelen bij de acties tegen deze regering. De FNV en de aangesloten bonden organiseren onder het motto ‘het kan socialer, beter’ een eigen actiecampagne tegen de regeringsplannen, onder andere tegen het kleinere ziekenfondspakket en het eigen risico. Het voorstel van de AbvaKabo voor een landelijke stakingsdag rond het najaarsoverleg ligt nog op tafel bij de federatie.
Het is vooral de breuk van dit kabinet met de overlegeconomie die de vakbeweging tot actieplannen brengt. Ook binnen het CNV zijn er geluiden om meer de confrontatie te zoeken.
De vakbeweging is in de afgelopen twintig jaar meer en meer ingegroeid in die overlegeconomie. Daarbij gaat het niet alleen om het landelijke overleg met overheid en werkgevers, maar ook om overleggen, ondernemingsraden en medezeggenschap op het niveau van bedrijven en instellingen. Versterkt door maatschappelijke ontwikkelingen als individualisering en de verschuiving van het economische zwaartepunt naar een diensten- en kenniseconomie, is de machtspositie van de vakbeweging meer en meer afhankelijk geworden van haar positie in al die overleggen. Actieve kadergroepen, die kunnen zorgen voor een werkelijke machtsbasis van de vakbond in bedrijf en instelling, zijn in veel sectoren en bedrijven nauwelijks nog aanwezig.
De confrontatie met dit kabinet is daarmee voor de toekomst van de vakbeweging van groot belang. Op de eerste plaats wordt de FNV door Balkenende en Zalm gedwongen om op straat te laten zien dat ze werkelijk nog een belangrijke sociale macht vertegenwoordigt. En dat kan alleen met succes als de koers verlegd wordt van een ‘sociale ANWB’ naar een actieve en strijdbare vakbeweging met een werkelijke basis in bedrijven en instellingen. Stoom afblazen op het Malieveld en daarna terug in het hok is daarbij wel het slechtste dat zou kunnen gebeuren in de komende maanden. Actieve kaderleden en bestuurders die nu bezig zijn met de organisatie van vakbondsacties krijgen daarmee een moeilijke taak. Ze moeten een breuk forceren met het vakbondsbeleid van de afgelopen jaren en tegelijkertijd zelf het voortouw nemen om de achterban te mobiliseren.
Het genoemde voorstel van de AbvaKabo voor een landelijke stakingsdag is een prima manier om daarmee te beginnen.

Politiek
Zalm en Balkenende presenteren hun bezuinigingsbeleid noodzakelijk en de enige mogelijkheid om de economie weer op gang te krijgen. Het ontbreken van een geloofwaardig politiek alternatief is een belangrijke hindernis in het opbouwen van de beweging. De PvdA is in het eerste deel van de kabinetsformatie zo ver meegegaan met de voorstellen van het CDA dat de draai naar een oppositioneel beleid nu maar moeilijk gemaakt kan worden. Bovendien speelt de ‘dreun van Fortuyn’ nog keihard door in de partij. Men is als de dood weer richting de ‘linkse kerk’ geschopt te worden. Niet voor niets begint de PvdA-flyer Zo kan het ook op prinsjesdag met de zin: ‘Ook de PvdA durft te bezuinigen…’.
De overduidelijke keuze voor rechts door het CDA onder Balkenende, maakt een keuze van de PvdA voor links nog noodzakelijker en voor de hand liggend. Het perspectief van een linkse meerderheid van PvdA, GroenLinks en SP lijkt in de Nederlandse verhoudingen ver weg, maar is in feite het enige perspectief op een socialer beleid. De eerste voorwaarde om zo’n linkse meerderheid dichterbij te brengen is een duidelijke keuze van de PvdA voor links. Dan zullen GroenLinks, de SP en de PvdA zich om te beginnen actief en onomwonden achter de acties tegen de regering moeten opstellen.

Globalisering
Het opbouwen van een alternatief voor het huidige beleid zal verder moeten gaan dan enkel het tegenhouden van de meest rigoureuze bezuinigingen. Het beleid van Balkenende is een variant van de neoliberale koers die de wereld in een wurggreep houdt. Het blinde geloof in de zegeningen van de wereldwijde vrije markt leidt tot een steeds grotere kloof tussen arm en rijk. Sociale voorzieningen worden overal afgebroken ten behoeve van winsten en concurrentie. De vrijwel absolute macht van een kleine groep multinationale ondernemingen, gesteund door internationale organisaties als het IMF en de wereldhandelsorganisatie, doet het voorkomen alsof er geen keuze is voor regeringen: privatiseren en bezuinigen. Of de bedrijven – en daarmee de werkgelegenheid – worden eenvoudigweg naar een ander deel van de wereld verplaatst.
De globaliseringsbeweging heeft in de afgelopen jaren miljoenen mensen gemobiliseerd en grote internationale bijeenkomsten georganiseerd tegen die logica. De alternatieven en ervaringen uit die beweging zijn van groot belang voor de strijd tegen de regeringsplannen: alleen een globaal en internationaal alternatief is uiteindelijk levensvatbaar.
Bij recente stakingen en vakbondsstrijd in Frankrijk, Spanje en Italië was het meer dan in de jaren daarvoor een nieuwe generatie vakbondsactivisten die het voortouw nam. Een generatie die geïnspireerd is door de globaliseringsbeweging.
In Nederland heeft die globaliseringsbeweging nog lang niet zoveel uitstraling en massaliteit als in de Zuid-Europese landen. De komende acties tegen de regering zijn een prima gelegenheid om daar wat aan te doen. Door vanuit de beweging volop mee te organiseren aan die acties. En bijvoorbeeld door te proberen een flinke groep vakbondsactivisten uit Nederland mee te krijgen naar het tweede Europese Sociale Forum (12-15 november) in Parijs.

Hete Herfst en verder
Wie zich wil verzetten tegen de afbraakplannen van Balkenende en Co moet zich voorbereiden op een lang gevecht dat met de komende acties in de herfst niet afgelopen zal zijn. We zullen daarbij op verschillende fronten actief moeten zijn. In acties die zich beperken tot één thema, zoals van huurdersverenigingen tegen de ingrepen in de huursubsidie. In het verder opbouwen van een platform als Keer Het Tij waarin gewerkt kan worden aan inhoudelijke alternatieven en aan nieuwe acties tegen de regering.
De PvdA zal gedwongen moeten worden tot een onomwonden keuze voor links. Of dat zal kunnen met Wouter Bos en de huidige PvdA-leiding is zeer de vraag.
De slag in en met de vakbeweging is van centraal belang. Alle mogelijke steun voor vakbondsactivisten en bestuurders die nu voorstellen om de strijd te organiseren is geboden. Om van die vakbeweging weer te maken waar deze voor bedoeld was: een organisatie van werknemers en uitkeringsgerechtigden die collectief opkomt voor welbegrepen eigenbelang en solidariteit.

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop