Linksaf tegen de islamofobie

Voor de duidelijkheid: islamofobie is momenteel in Nederland de belangrijkste vorm van racisme. Zij heeft niets te maken met kritiek op de islam als godsdienst. Als Wilders en de zijnen zeggen dat geen enkele moslim meer Nederland binnen mag, bedoelen ze niet dat Marokkaanse en Turkse christenen en atheïsten welkom zijn. ‘Moslim’ is gewoon een handig scheldwoord voor ‘die anderen’.
En het is ook een uiterst effectief scheldwoord geworden. Zonder de islamofobie was het Fortuyn nooit gelukt om kampioen te worden van het verzet tegen Paars. Zonder de moord op Theo van Gogh vlak na de grote manifestatie op het Museumplein in 2004, was het moeilijker geweest om de vakbondsleden een slecht compromis te doen slikken. Zonder zijn hetze tegen moslims was het Wilders nooit gelukt om de belangrijkste stem te worden van verzet tegen de EU. Links kan bijna niets meer bereiken in dit land zonder de islamofobie te overwinnen.
Tegelijkertijd moeten we erkennen dat het islamitische fundamentalisme bestaat, en een probleem is – hoewel het gevaar vooral voor Nederland belachelijk wordt overdreven. De miljoenen Nederlanders die zeggen te vrezen voor een islamitische staat in Europa zijn ieder gevoel voor de werkelijkheid kwijt. Zelfs onder allochtonen van moslim afkomst heeft het fundamentalisme geen grote aanhang. Ieder onderzoek toont aan dat Nederlandse moslims nauwelijks godsdienstiger zijn dan Nederlandse christenen, dat het moskeebezoek laag is en afneemt, en dat het aantal ex-moslims en niet-praktiserende moslims toeneemt.
Hoe erg het moslimfundamentalisme ook is voor zijn individuele slachtoffers – in het bijzonder vrouwen – is het een denkfout om een gelijkteken te trekken tussen rechtse islamofoben en moslimfundamentalisten. Autochtoon extreemrechts is zowel kwantitatief als kwalitatief gevaarlijker. Geen fundamentalistische imam wordt ooit premier van Nederland, maar van Wilders weten we dat helaas niet zeker!
Het kan zelfs gebeuren dat links aan een demonstratie deelneemt – voor de bevrijding van Palestina bijvoorbeeld – waar moslimfundamentalisten ook aanwezig zijn. Daar moeten we niet bang voor zijn, al moeten we ervoor zorgen dat onze leuzen duidelijk te onderscheiden zijn. Maar ons naast aanhangers van Wilders bevinden in een demonstratie, dat moeten we kost wat kost vermijden.
Eigenlijk is het ‘moslimgevaar’ vandaag voor Nederland wat het ‘communistische gevaar’ was een jaar of vijftig geleden – een spook dat als pretext dient voor een rechts en repressief klimaat.
Hegemonie
Wat we toch niet uit het oog mogen verliezen is het feit dat linkse en islamitische stromingen concurrenten zijn voor de hegemonie onder radicaliserende allochtone jongeren. Al worden mensen van moslim afkomst nooit de meerderheid in Nederland, ze vormen een steeds groter deel van de jongeren, in de grote steden en van de arbeidersklasse. Als links uit het huidige diepe dal wil klimmen en een meerderheid winnen – en dat moeten we willen – heeft het een basis nodig onder zowel allochtonen als autochtonen.
Onder allochtonen van moslim afkomst heeft links het helaas niet makkelijk. Specifiek linkse allochtone stromingen als de Turkse DIDF en het Marokkaanse KMAN zijn lang niet zo sterk als twintig jaar geleden. Tijdens de acties tegen de Israëlische aanval op Gaza bijvoorbeeld speelden die organisaties geen al te prominente rol. Een organisatie op islamitische grondslag als de PPMS wel.
Er zijn linkse mensen die dit niet zo erg vinden. Die moslimjongeren zijn tegen de regering, tegen Wilders, tegen het zionisme, en wij ook, redeneren ze, dus we kunnen best bondgenoten zijn. Maar dat is een drogredenering. Onze verschillen met fundamentalisten over bijvoorbeeld vrouwen- en homobevrijding zijn geen bijzaken. Er is geen rechtvaardige samenleving mogelijk als ruim de helft van de bevolking minder rechten heeft, of als mensen niet vrij zijn in de liefde.
Ook op andere vlakken zijn de meningsverschillen onoverbrugbaar. De islamitische politiek biedt geen uitkomst voor mensen in Nederland. Een islamitische staat is hier onmogelijk; een terugkeer naar een verzuilde politiek is een recept voor verdeeldheid en stagnatie; en een salafistische terugtrekking uit de heidense democratie zou een groot deel van de werkende en minst welvarende mensen in Nederland van hun politieke stem en hun sociale rechten beroven.
Kortom, een politiek op basis van religie leidt nergens heen...
Ramadan
... zoals duidelijk te zien was in de rel rond Tariq Ramadan in Rotterdam.
Een mislukking was verzekerd vanaf het moment dat het contract met Ramadan werd getekend. Want het college dat de man in dienst nam draaide de islamofobische standpunten van Leefbaar Rotterdam gewoon ondersteboven. Zowel Leefbaar als het huidige college zagen Rotterdammers van Marokkaanse en Turkse afkomst vooral als moslims. Voor Leefbaar zijn ze als zodanig verdacht; voor de PvdA en GroenLinks moesten ze als zodanig worden ‘geïntegreerd’.
Je hoeft geen vijand te zijn van Tariq Ramadan, en nog minder van zijn geloof, om te vinden dat iemand die de Nederlandse taal niet machtig is en geen grondige kennis heeft van Nederland, niet genoeg te bieden heeft om mensen te helpen om volledig gelijke burgers te worden van een Nederlandse stad.
Het eindresultaat is dat het bijna de gehele Rotterdamse politiek is gelukt om Rotterdammers van moslim afkomst van zich te vervreemden. De PvdA en GroenLinks hebben dat voor elkaar gekregen door te doen alsof Ramadan al die Rotterdammers vertegenwoordigde, en hem vervolgens vernederend de laan uit te sturen. Het feit dat deze twee neoliberale bestuurderspartijen nog veel stemmen krijgen onder migranten is vooral een weerspiegeling van de gedweeë houding onder allochtone politici en zelforganisaties. Terwijl de SP, die als anti-neoliberale partij meer te bieden heeft, herhaaldelijk op één hoop gegooid is met Leefbaar.
Wat de SP betreft is dit deels de schuld van de media. Al bij het verlengen bij Ramadans contract een jaar geleden gaf de SP-fractie aan dat ze de aantijgingen van seksisme en homofobie niet heel overtuigend vonden; ze vonden Ramadans loon gewoon geen goede besteding van de belastingcenten. Ook bij de beslissing om Ramadan te ontslaan zei de SP dat ze zijn verbintenis met PressTV op zich niet zo verschrikkelijk vond. Door deze verklaringen te negeren, gaf de media een vertekend beeld van de politieke verhoudingen.
Wat de SP wel verweten kan worden is dat ze niet meer nadruk plaatste op de islamofobie van Leefbaar en de VVD en het opportunisme van de collegepartijen. Helaas niet verrassend in een partij die zo’n uitgesproken aversie heeft voor ‘doelgroepenpolitiek’. En het was simpelweg nalatig van de SP om niet te zeggen dat het op staande voet ontslaan van Ramadan bij de Erasmus Universiteit een ontoelaatbare aanval was op de academische vrijheid.
Alle lof dus voor de docenten bij de Erasmus die publiekelijk stelling hebben genomen tegen de contractbreuk, uitdrukkelijk zónder zich te identificeren met Ramadans standpunten. Ramadans linkse verdedigers zijn helaas niet allemaal even verstandig geweest. Al is de man onrecht gedaan, dat is geen aanleiding om hem als een progressieve held te beschouwen. Slim is hij wel, welbespraakt, elegant, een scherpe criticus van Israël en van de oorlog in Afghanistan, een voorstander van deelname door moslims aan de democratische rechtstaat, een legitieme gesprekspartner binnen het andersglobalisme – maar links is hij niet.
Een blik op zijn website laat zien dat hij in Frankrijk in 2007, naast terechte kritiek op presidentskandidaat Sarkozy, nauwelijks iets positiefs te melden had over welke linkse kandidaat dan ook (en hij heeft ze allemaal genoemd). Alleen voor centrumpoliticus François Bayrou had hij bewondering. Zijn kritiek op Sarkozy heeft Ramadan overigens niet verhinderd om een van zijn boeken aan die rechtse politicus op te dragen. En dan beginnen we niet eens over Ramadans afwijzing van de homoseksualiteit.
Lessen
Deze dramatische affaire laat zien dat links nog geen raad weet met Nederlanders van moslim afkomst. Het is tijd om terug te keren naar de grondbeginselen.
Er moet ruimte en respect zijn binnen links voor mensen van ieder geloof en van geen geloof, voor mensen met of zonder kruisjes, vrouwen met of zonder hoofddoekjes – en meer openheid voor de spiritualiteit in het algemeen. Links heeft op dit vlak iets te leren van gelovige mensen. Bij de individualisering van alles en nog wat, is Nederlands links te vaak vergeten dat een sociale omwenteling opoffering vergt, en een bereidheid om zich in dienst te stellen van de medemens. En mensen die een spirituele motivering hebben voor hun politieke engagement moeten dat openlijk kunnen aangeven.
Maar dan moeten gelovigen en niet-gelovigen wel een gezamenlijke basis hebben voor discussie en actie. Als de argumenten, ‘Ik geloof het omdat God het zegt’ en ‘Ik doe het omdat God het gebiedt’, toegelaten worden in de politiek – over abortus of armoede of wat dan ook – dan wordt ieder rationeel debat onmogelijk. Binnen links moeten we het dus hebben over belangen, waarden, feiten en analyses, maar niet over theologische argumenten.
Dit betekent niet dat links een soort eenheidsworst moet zijn, waarin we allemaal burgers zijn en misschien ook arbeiders en verder niets. Links moet even divers zijn als de samenleving – en er is in dit opzicht nog veel werk aan de winkel. Naast vrouwen en mannen, autochtonen en allochtonen, homo’s, lesbo’s, bi’s, queers en nog veel meer, moeten gelovige mensen bij links zich op hun gemak kunnen voelen.

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop