Na Aziatische sterft ook Keltische tijger uit

De Ierse economie was het glorieuze voorbeeld van een hele generatie neoliberale economen en technocraten. Ierland surfte succesvol mee op de globaliseringsgolf en was de snelst groeiende economie in Europa van de jaren negentig tot het midden van het eerste decennium van de nieuwe eeuw. In 1988 noemde de Economist Ierland nog "de armste van de rijken". In 1997 hemelde het blad Ierland op als "Europa's lichtende voorbeeld". In 2005 was het bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking na Luxemburg het tweede van Europa.
Wonder Keltische Tijger

Nadat de Aziatische financiële crisis aan het einde van de jaren negentig de Aziatische Tijgers ten val had gebracht, bleven Ierland en China over als sterren van de exportgeoriënteerde groei. Zo'n groei is volgens de orthodoxe economen de weg naar welvaart in dit tijdperk van globalisering. China leerde haar les uit de Aziatische crisis en hield haar financiële sector strak onder controle. Ierland deed dat niet en moest het gelag betalen, toen het westerse financiële systeem in 2007 ineenstortte.
In de Ierse economie zijn, net zoals in die van de Korea en de Zuidoost-Aziatische tijgers, twee ontwikkelingsfasen te onderscheiden.

In de eerste fase, de exportgeoriënteerde ontwikkeling, kende Ierland een reële groei, met name in de industrie en dienstensector. Deze werd gedreven door buitenlandse investeringen, vaak in de 'high tec' branche. Volgens de Irish Times columnist Fintan O' Toole werd Ierland de belangrijkste investeringslocatie van de informatietechnologie industrie van de Verenigde Staten, met Intel als grootste met 5.000 werknemers. Dell telde er 4.300, IBM 3.500, Hewlett Packard 2.500 en Microsoft 1.200. Rond 2005 was het kleine Ierland (minder dan 4,5 miljoen inwoners) 's werelds belangrijkste exporteur van software en kwam eenderde van alle in Europa verkochte pc's uit Ierland.
Het meeste dat geschreven is over de Keltische Tijger - een bijnaam bedacht door Kevin Gardiner van de Wall Street investeringsbank Morgan Stanley - is slechts een hype. Maar niet alles. Rond de eeuwwisseling had de hausse in de reële economie de werkloosheid, altijd chronisch hoog in Ierland, teruggebracht tot 5 procent. Ook de armoede was gedaald tot 5 procent van de bevolking.
Op het fatale kruispunt in het midden van het eerste decennium had Ierland volgens O' Toole "een unieke kans in haar geschiedenis. Ierland had middelen om een redelijk goede samenleving op te bouwen die economisch, sociaal en qua milieu duurzaam zou zijn. De bevolking was optimistisch, zelfbewust en klaar voor een nieuwe uitdaging. De globale omstandigheden waren uitzonderlijk gunstig".
Aziatische les niet geleerd

Vijftien jaar eerder waren de Aziatische Tijgers op hun hoogtepunt en op net zo'n kruispunt ..... en kozen de verkeerde richting. Verleid door het buitenlandse kapitaal dat op het "Oost-Aziatische Wonder" afkwam, liberaliseerden zij de financiële sector. Vluchtig kapitaal kwam binnen, niet voor investeringen in de industrie of in de landbouw, maar voor de markt van vastgoed en aandelen. Overinvestering in de vastgoedmarkt leidde tot ineenstorting van de prijzen en vervolgens tot ontwrichting van de economie en een panische vlucht van de buitenlandse investeerders. In de zomer van 1997 vloeide 100 miljard dollar, geïnvesteerd in de periode 1994-1997, de Oost-Aziatische regio uit. Het eindresultaat van het giftige mengsel van snel geld en vluchtige investeringen was een drie jaar lange recessie die een einde maakte aan het 'Oost-Aziatische Wonder'.

Als de Ierse leiders meer aandacht aan dit Oost-Aziatische drama hadden besteed, zouden ze voorzichtiger geweest zijn met de liberalisering van het financiële systeem en de markt van onroerend goed. Ze zouden ook de tweede ontwikkelingsfase, die van de schijngroei, vermeden hebben.
Hoe de Keltische Tijger echter in de voetstappen van de Aziatische voorgangers trad, is treffend door de New York Times beschreven: "Voordat de Ieren de euro invoerden, deden hun banken zaken op de ouderwetse manier: Geld uitlenen dat andere hadden belegd. Toen Ierland onderdeel werd van de Eurozone, kregen de banken de kans op de internationale markt enorme bedragen te lenen tegen een lage rente, omdat de euro het valutarisico afdekte. De autoriteiten traden nauwelijks regulerend op. Vanwege de eenvoudige toegang tot kapitaal leenden banken, zoals Anglo Irish, grote bedragen aan belangrijke Ierse projectontwikkelaars, wat leidde tot een krankzinnige overinvestering op de onroerendgoed markt."

Volgens de analist David Smith stegen de netto buitenlandse leningen van de Ierse banken van 10 procent van het bruto binnenlands product in 2003 tot 60 procent vijf jaar later in 2008. Leningen werden verstekt aan huizenkopers zonder kredietwaardigheid, net zoals dat zich in de Verenigde Staten voordeed ('subprime lending'). En net zoals in de Verenigde Staten stonden de financiële autoriteiten erbij en keken ernaar, zonder het feest te verstoren. Vermoedelijk hadden veel topfiguren van de regerende partij, Fianna Fail, banden met de bankiers en de projectontwikkelaars.
Schuld genationaliseerd

De Ierse financiën waren al verrot, toen de globale financiële crisis vanuit Wall Street in 2007-2008 toesloeg. De crisis maakte het verval slechts zichtbaar. Toen de Ierse financiers zenuwachtig werden, stelde de minister van financiën de staat garant voor alle leningen en aanbetalingen van de zes belangrijkste banken en financiële instituten. Daarmee werd feitelijk de schuld genationaliseerd en de verantwoordelijkheid van de bankelite afgekocht. Het vertrouwen in de kredietwaardigheid van de Ierse staat nam echter door deze maatregel drastisch af. Dat beïnvloedt de rente die op staatsleningen moet worden betaald. Smith memoreert dat het verschil tussen de rente van Ierse en van Duitse staatsleningen (die algemeen als referentie wordt gebruikt) toenam van 0,03 procent in september 2008 tot 2,84 procent in maart 2009.

Het plotselinge einde van het buitenlandse krediet had een ramp tot gevolg in de reële economie. Het bruto binnenlands product daalde 3 procent in 2008 en 10 in 2009. De verwachte daling in 2010 is meer dan 13 procent. De werkloosheid is van 5 naar 13 procent gestegen, een getal dat bij een grote economische depressie hoort. De schuld van de Ierse huishoudens en firma's is volgens O'Toole het hoogste in de Europese Unie. In het begin van 2010 was deze schuld 37.000 euro per inwoner en is daarna nog aanzienlijk toegenomen door de 85 miljard euro van de reddingsoperatie door de Europese Unie en het Internationaal Monetair Fonds.
De globale financiële markt die eens Ierland vertroetelde, is door die redding nog niet tot rust gekomen. De rente daalde nauwelijks, nadat de Ierse overheid besloot het aanbod van de Europese Unie en het Internationaal Monetair Fonds aan te nemen. De New York Times noemde de maatregelen die met de redding gepaard gaan, "het hardste bezuinigingsprogramma in Europa". "Bij de overheid gaan 25.000 banen verloren (10 procent van het totaal) en de belasting neemt in vijf jaar 20 miljard toe, terwijl de uitgaven, het pensioen en minimumloon dalen".
De gevolgen van de maatregelen zullen barbaarser zijn dan die in Griekenland eerder in 2010 zijn ingevoerd. De globale financiële markt, nu meedogenloos, is zelfs na dit alles nog niet overtuigd. De Economist vraagt zich af: "of Ierland dat lang zo interessant was, ooit in staat zal zijn haar schulden af te lossen".
Geen wonderen meer?

Na het einde van de Oost-Aziatische economische wonderen en die Ierse ramp is er nog één exportgeoriënteerd economisch wonder over: China. Die is de dans van de kleine tijgers ontsprongen door de financiële sector niet te liberaliseren. De financiële crisis teistert echter de reële economie van de Chinese exportmarkten in Europa en in de Verenigde Staten. Zal financieel protectionisme voldoende zijn om de Chinese economie te beschermen? Of dreigt de ramp ook voor de grootste tijger?

Dit artikel was eerder gepubliceerd op www.solidariteit.nl

Walden Bello is parlementslid voor de Akbayan partij in de Filipijnen, senior analist voor Focus on the Global South en auteur van diverse boeken waaronder: "Dragons in Distress: Asia's Miracle Economies in Crisis", (London 1991).

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop