De plotselinge controverse over het wel of niet accepteren van Israëlische vlaggen bij de Amsterdam Pride Walk op 20 juli 2024, gewoonlijk een van de weinige meer politieke evenementen van de twee weken durende Amsterdam Pride, heeft de kwestie van de Israëlische genocide in Gaza op de voorgrond van de Nederlandse LHBTIQ politiek geplaatst. Het heeft ook een aantal moeilijke kwesties aan het licht gebracht rond de poging om radicale homo's op te nemen in de Amsterdam Pride, die in het verleden werd gekenmerkt door ongebreidelde commercialisering en de aanwezigheid van politie, leger en ministeries.
Van 1996 tot 2005 werd de hele Amsterdam Pride georganiseerd door de Gay Business Association. Zelfs daarna bleef het meestal een politiek tam spektakel voor massa's toeristen, met relatief kleine maar militante en creatieve protesten van de radicale queer groep Reclaim Our Pride. Het centrum-linkse Amsterdamse stadsbestuur probeerde onlangs deze polarisatie te doorbreken door de tweede week van Pride over te dragen aan de stichting Queer Amsterdam, die geacht wordt de radicalere homo's van de stad te vertegenwoordigen. Maar de verklaring van Queer Amsterdam dat Israëlische vlaggen de antiracistische geest van de Pride Walk zouden schenden, boorde de poging tot inclusie volledig de grond in.
De beslissing van Queer Amsterdam om geen Israëlische vlaggen te verwelkomen in deze tijd van voortdurende genocide in Gaza leidde tot een reeks homonationalistische reacties van verschillende belanghebbenden die betrokken zijn bij de organisatie van Pride-evenementen in Amsterdam. Burgemeester Femke Halsema van Amsterdam meldde dat dit 'verbod' niet zou worden toegestaan en omschreef het als 'het opleggen van censuur aan demonstranten'. In reactie hierop gaf Queer Amsterdam aanvankelijk een verklaring uit waarin excuses werden aangeboden en waarin duidelijk werd gemaakt dat de Pride Walk open zou staan voor mensen van alle achtergronden die de basiswaarden van solidariteit deelden. Het benadrukte de aanwezigheid van een uitgenodigde spreker van de Nederlandse antizionistische Joodse groep Erev Rav. Maar die poging om terug te krabbelen kon de storm niet bedwingen.
De stichting Homomonument, die beweert Pride al sinds de eerste editie te organiseren, gaf op haar beurt een verklaring uit waarin ze de organisatie van de Pride Walk op de 20e overnam en iedereen welkom heette 'ongeacht hun vlag'. Queer Amsterdam nam een moedig standpunt in door zich terug te trekken uit de organisatie van de Pride Walk en verklaarde dat ze geen compromis konden accepteren dat in strijd is met haar fundamentele queer waarden. Queer Amsterdam kondigde aan in de tweede week van september een eigen internationaal solidariteitsprotest te houden.
Trots, respectabel beleid en pinkwashing
Volgens het tijdschrift Lancet kunnen naar schatting 186.000 of meer doden, nu en later, onder Palestijnen worden toegeschreven aan de huidige Israëlische genocide in Gaza. Het Internationaal Gerechtshof in Nederland oordeelde eerder dit jaar in januari dat het aannemelijk is dat Israël het genocideverdrag schendt. Halsema's standpunt om het niet verwelkomen van Israëlische vlaggen te beschouwen als een daad van censuur is op zijn zachtst gezegd absurd, gezien deze achtergrond. Queers hebben deel uitgemaakt van de steeds sterker wordende beweging in Nederland tegen de genocide. Er zijn overwinningen behaald, zowel op het gebied van mobilisatie als op juridisch niveau, tegen de Nederlandse medeplichtigheid aan de genocide. Zou Halsema tolerantie eisen voor antisemitische spandoeken tijdens een demonstratie tegen antisemitisme? Alleen al het stellen van de vraag toont de absurditeit van haar argument. Maar het is duidelijk dat de sympathie voor het zionisme diepgeworteld en hardnekkig is, niet alleen in de PVV en rechts, maar ook in de GroenLinks-PvdA.
Die houding van het toestaan van Israëlische vlaggen in de Pride Parade van Amsterdam is een daad van pinkwashing van de voortdurende genocide in Gaza. Pinkwashing is het proces dat de Israëlische staat al tientallen jaren gebruikt om het voortdurende nederzettingenkolonialisme van historisch Palestina op te poetsen, door Israël af te schilderen als een baken van homorechten en het leven van LHBTIQ Palestijnen in bezet Palestina te veronachtzamen.
Het toestaan van Israëlische vlaggen in de Amsterdam Pride Parade sluit aan bij een systeem dat queer Palestijnse levens wegwuift, zowel in bezet Palestina als in Europa en wordt gevoed door het groeiende racisme tegen mensen uit het Midden-Oosten en mensen van kleur in het algemeen. De Amsterdamse homoscene is helaas al lange tijd een vruchtbare bodem voor pinkwashing ideologieën. Het moedige standpunt van Queer Amsterdam heeft nu een bres geslagen in een consensus die te lang te stevig is geweest. In reactie hierop houdt BDS Nederland op zaterdag 20 juli een queer solidariteitsprotest om het pinkwassen van de genocide tijdens Pride te weigeren, onder het motto 'No Pride in Genocide'.
De oprichting van Queer Amsterdam als een belangrijke speler in Pride bood de belofte om brede LHBTIQ-milieus te bereiken en verder te gaan dan de relatief kleine aantallen die in het verleden gemobiliseerd werden door de acties van Reclaim Our Pride tegen commercialisering en homonationalisme. Maar nu moeten we ons afvragen of de mogelijkheid te veel afhankelijk was van financiering en toezicht door de Nederlandse staat, in het bijzonder door de gemeente Amsterdam. De daaruit voortvloeiende stichtingsstructuur, die niet openstond voor brede democratische debatten en besluitvorming, heeft Queer Amsterdam nu verzwakt in haar botsing met de gemeente.
Het oprichten van stichtingen voor belangengroepen is een oude traditie van het Nederlandse multiculturalisme, die functioneert om bewegingen in te dammen door ze een beperkte ruimte voor zichtbaarheid en actie te geven. Politieke bewegingen in de hedendaagse Nederlandse neoliberale democratie worden, wanneer ze zich organiseren in stichtingen, geconfronteerd met twee belangrijke uitdagingen. Ten eerste leidt dat tot substitutionalisme, wat resulteert in een klein aantal individuen die pleiten namens de bredere bevolking met een beperkte betrokkenheid van de gemeenschap bij de politiek.Ten tweede worden die stichtingen beperkt door de regels die zijn opgesteld door andere, vaak structureel machtigere, instellingen waarmee ze moeten onderhandelen.
Een recent, bijzonder problematisch voorbeeld hiervan was de Feminist March NL, die op de dag van hun geplande demonstratie werd ontbonden vanwege hun onvermogen om mogelijk politiegeweld tegen gelijktijdige anti-genocideprotesten in goede banen te leiden. Gebouwd op de inspanningen van een paar activisten en zonder de stevige steun die collectief denken, discussie en organisatie bieden, zijn die stichtingen inherent kwetsbaar. In tegenstelling tot de uitkomst van de Feminist March NL hopen we dat Queer Amsterdam sterker uit deze ervaring tevoorschijn komt.
In tijden van onderdrukking van antifascistische stemmen binnen de queer gemeenschap en het als wapen gebruiken van queerness om een genocide te pinkwashen, is het belangrijker dan ooit om te putten uit de historische antifascistische symboliek van het Homomonument. Het monument, opgericht in 1987, bestaat uit drie roze driehoeken, vergelijkbaar met de driehoeken die op de jassen van homoseksuele slachtoffers in concentratiekampen waren genaaid. Elke driehoek vertegenwoordigt een ander aspect van de queer herinnering: één driehoek op straatniveau symboliseert de onderdrukking en het homofobe geweld dat queer mensen in het verleden moesten doorstaan en bevat een vers uit een gedicht van de Nederlands homojoodse dichter Jacob Israël de Haan: 'Naar vriendschap zulk een mateloos verlangen'.
De roze driehoek werd later geadopteerd tijdens de aids-pandemie in 1987 als onderdeel van de SILENCE=DEATH-beweging, en ACT UP New York adopteerde het als een logo dat solidariteit en de strijd voor het leven symboliseert. Samen met Jewish Voice for Peace lanceerden ze onlangs een belangrijke solidariteitsactie met het Palestijnse volk, waarbij ze Biden opriepen om te stoppen met het bewapenen van Israël, met slogans variërend van 'No Pride in Genocide' tot 'From New York to Gaza: Stonewall was een Intifada.'
Wat De Haan betreft: nadat hij als ex-socialistische religieuze zionist naar Palestina was verhuisd, veranderde wat hij daar zag hem binnen een paar jaar in een antizionist. In 1924 werd hij vermoord door een gewapende zionistische bende onder leiding van een toekomstige president van Israël. Zijn nagedachtenis zou ons eraan moeten herinneren: queer solidariteit moet ons inspireren tot het onverzettelijk verwerpen van discriminerende ideologieën, nooit tot het accepteren ervan in de naam van 'tolerantie' of 'eenheid'.
Reactie toevoegen