Het Russich imperialisme dat we nu in Oekraïne in zijn volle gruwelijkheid zien, is geen nieuw verschijnsel en geen uitvinding van Putin, maar een oude karakteristiek van het Russische rijk, betoogt Zbigniew Kovalevsky in dit artikel uit 2014. [leestijd 18 minuten]
Sergey Nikolsky, een Russisch filosoof en cultuurwetenschapper, stelt dat misschien wel het belangrijkste Russische idee 'vanaf de val van Byzantium tot op heden het idee van het imperium is en dat ze een imperiaal volk zijn. We hebben altijd geweten dat we leven in een land waarvan de geschiedenis een ononderbroken keten is van territoriale uitbreidingen, overnames, annexaties, verdedigingen, tijdelijke verliezen en nieuwe overnames. Het idee van een imperium was een van onze kostbaarste bezittingen en het is dit idee dat we bereid waren te delen met andere naties. Hierdoor hebben we de rest van de wereld verbaasd, verrukt of ontzet. Het eerste en belangrijkste kenmerk van het Russische Rijk', zo merkt Nikolsky op, was steevast 'de maximalisering van de territoriale expansie ter wille van de economische en politieke belangen als een van de belangrijkste beginselen van het staatsbeleid.' [1]
Deze expansie was het gevolg van het feit dat in Rusland het extensieve type ontwikkeling altijd de overhand had boven het intensieve type, dat wil zeggen de absolute exploitatie van de directe producenten in plaats van de relatieve exploitatie op basis van een verhoogde productiviteit.
'Het Russische Rijk is wel 'de gevangenis van de volkeren' genoemd. 'We weten nu dat niet alleen de Romanovstaat deze titel verdiende,' schreef Mikhail Pokrovsky, de meest prominente Bolsjewistische historicus. 'Het Groothertogdom Moskou (1263-1547), en niet alleen het Tsaardom Rusland (1547-1721), was al een gevangenis van de volkeren. Velikaya Rossiya (Groot-Rusland) was gebouwd op de beenderen van 'buitenlanders' en deze laatsten waren nauwelijks getroost door het feit dat 80% van hun bloed in de aderen van Groot-Russen vloeide. Alleen de definitieve omverwerping van de Groot-Russische onderdrukking door de kracht die deze onderdrukking bestreed en bestrijdt, zou kunnen dienen als een soort vergelding voor al het leed dat deze onderdrukking hen heeft berokkend'. [2] Deze uitspraken van Pokrovsky zagen het daglicht in 1933, kort na zijn dood en kort voordat Stalin het initiatief nam om het eerste woord in het beroemde bolsjewistische dictum 'Rusland is de gevangenis van de volkeren' te vervangen door 'tsarisme'. Vervolgens stigmatiseerde het regime van Stalin de wetenschappelijke geschriften van Pokrovsky vanwege hun 'anti-Marxistische opvatting' van de Russische geschiedenis [3].
Militair-feodaal imperialisme
Door de eeuwen heen en tot aan de ineenstorting van de USSR in 1991 hadden de door Rusland veroverde en onderworpen volkeren de overheersing van het Russische imperialisme steeds in drie vormen ervaren. De eerste daarvan was 'militair-feodaal imperialisme'. Deze definitie is van Lenin, maar de vraag welke vorm van uitbuiting in dit stadium de overhand had – feodaal of op winst belust (of, zoals Joeri Semenov het noemt, 'polytarisch') – is betwistbaar [4]. Dit debat heeft een nieuwe impuls gekregen door het laatste onderzoek van Alexander Etkind. Daaruit volgt dat in die tijd koloniale exploitatiemethoden de overhand hadden: 'zowel aan zijn verre grenzen als in zijn duistere diepten was het Russische Rijk een groot koloniaal systeem', 'een koloniaal rijk als Groot-Brittannië of Oostenrijk en tegelijk een gekoloniseerd territorium als Kongo of West-Indië'. Feit is dat 'Rusland, door zich uit te breiden en uitgestrekte gebieden te omarmen, zijn eigen volk heeft gekoloniseerd. Het was een proces van interne kolonisatie, een secundaire kolonisatie van het eigen grondgebied.' Daarom, verklaart Etkind, 'moet men het Russische imperialisme niet alleen als een extern proces zien, maar ook als een intern proces'. [5].
De lijfeigenschap – in Rusland bij wet veralgemeend in 1649 – was even koloniaal als de slavernij in de Verenigde Staten. Het trof niet alleen de boeren van Groot-Rusland, maar ook degenen die door het tsaristische regime als 'Russen' werden beschouwd, 'Klein-Russen' (Oekraïners) en Wit-Russen. Etkind vestigt de aandacht op het feit dat zelfs in Groot-Rusland de boerenopstanden anti-koloniaal van aard waren en dat de oorlogen die het keizerrijk tegen de opstandelingen voerde koloniaal van aard waren. Paradoxaal genoeg was het centrum van het Russische Rijk tegelijkertijd de binnenste koloniale periferie, waar de massa's soms zwaarder werden uitgebuit en onderdrukt dan in de veroverde buitengebieden.
Toen het 'jongste kapitalistische imperialisme' opkwam, was het volgens Lenin in het tsarenrijk 'als het ware vervlochten metr een bijzonder dicht netwerk van pre-kapitalistische betrekkingen', zo dicht dat 'militair en feodaal imperialisme in Rusland over het algemeen de overhand hebben'. Zo komt in Rusland 'het monopolie van de militaire macht, een immens grondgebied of een bijzonder gemak om buitenlanders, China, enzovoort te beroven, gedeeltelijk in de plaats van het monopolie van het moderne, financiële kapitaal' [6]. Maar aangezien het de minst ontwikkelde van de zes leidende wereldmachten was, kon dit alleen maar sub-imperialisme zijn. Zoals Trotski schreef: 'Rusland betaalde op deze manier voor het recht om een alliantie te vormen met de ontwikkelde landen, om kapitaal in te voeren en daarover rente te betalen, dat wil zeggen, in wezen voor zijn recht om een bevoorrechte kolonie van zijn bondgenoten te zijn; maar tegelijkertijd betaalde het land ook voor zijn recht om Turkije, Perzië en Galicië, die over het algemeen zwakker en achterlijker waren dan hijzelf, te verpletteren en te plunderen. Het duale imperialisme van de Russische bourgeoisie had in de kern het karakter van een agent van andere, machtigere wereldmachten'. [7]
Er is is geen dekolonisatie zonder afscheiding
Het was de aanwezigheid van de door Lenin genoemde machtige niet-economische monopolies die ervoor zorgde dat het Russische imperialisme voortduurde na de omverwerping van het kapitalisme in het land in oktober 1917. In tegenstelling tot eerdere uitspraken van Lenin dat er een socialistische revolutie nodig was om de koloniën te bevrijden en dat ze onder het kapitalisme alleen bij uitzondering of ten koste van een reeks opstanden onafhankelijk konden worden, scheidden alleen die koloniën zich van Rusland af die niet door de Russische revolutie waren getroffen of de aanval daarop hadden afgeslagen. In een aantal perifere regio's ontwikkelde ze zich als een 'koloniale revolutie', waarbij Russische kolonisten en soldaten betrokken waren, maar geen onderdrukte volkeren en waarbij zelfs de vroegere koloniale verhoudingen werden gehandhaafd. Georgy Safarov schreef dat dit de manier was waarop de revolutie in Turkestan tot stand kwam [8]. In andere streken had ze het karakter van een gewapende verovering en sommige bolsjewieken, zoals Michail Toechatsjevski, kwamen al spoedig met de theorie van een 'revolutie van buitenaf' [9].
De geschiedenis van Sovjet-Rusland bewees de ongeldigheid van het bolsjewistische idee dat de omverwerping van het kapitalisme leidt tot de afschaffing van de koloniale overheersing van sommige volkeren over andere en dus dat alle volkeren niet alleen in één staat kunnen, maar ook moeten blijven. Een extreme uiting hiervan was het 'imperialistische economisme', dat het recht van volkeren op zelfbeschikking niet erkende en dat, ondanks de kritiek van Lenin, wijd verbreid was onder de Russische bolsjewieken. In feite is het tegendeel waar: de vorming van een eigen staat van het onderdrukte volk is een voorwaarde voor de afschaffing van de koloniale verhoudingen, maar op zichzelf geen garantie daarvoor. Vasyl' Shakhrai, een bolsjewiek en deelnemer aan de Oekraïense revolutie, begreep dit al in 1918 en had een openbare polemiek met Lenin over dit onderwerp [10]. Dat standpunt werd gedeeld door andere communisten van niet-Russische afkomst, met name de leider van de Tataarse revolutionairen, Mirsaid Sultan-Galiyev. Hij werd de eerste communist die al in 1923 op verzoek van Stalin uit de openbare politiek werd verbannen.
In werkelijkheid wordt het imperialisme, dat gebaseerd is op de door Lenin genoemde niet-economische monopolies, spontaan en latent gereproduceerd in verschillende vormen, zelfs als het zijn specifiek kapitalistische grondslagen verliest. Het was om deze reden, zoals Trotski schreef, dat Stalin al in de jaren twintig 'de drager werd van de Groot-Russische bureaucratische onderdrukking' en er spoedig 'voor zorgde dat het Groot-Russische bureaucratische imperialisme zegevierde' [11]. Met de instelling van het regime van Stalin werd de imperialistische overheersing van Rusland hersteld over de eens veroverde en gekoloniseerde volkeren die deel bleven uitmaken van de USSR en de helft van haar bevolking uitmaakten. Er werden twee nieuwe protectoraten toegevoegd: Mongolië en Toeva.
De opkomst van het bureaucratisch imperialisme
Deze restauratie ging gepaard met politionele repressie en zelfs genocide – door hongersnood, die bekend werd als de Holodomor in Oekraïne en Zhasanda Asharshylyk in Kazachstan (1932-1933). De nationale bolsjewistische kaders en intelligentsia werden vernietigd en er vond een actieve russificatie plaats. Hele kleine naties en nationale minderheden werden in ballingschap gestuurd (de eersten die werden gedeporteerd, in 1937, waren de Koreanen die in het Verre Oosten van de Sovjet-Unie woonden). Intern kolonialisme verspreidde zich en 'het verschrikkelijkste voorbeeld van dergelijke praktijken was de uitbuiting van de Goelag-gevangenen, die kan worden omschreven als een extreme vorm van interne kolonisatie' [12]. Net als onder het tsarisme konden door de hervestiging van de Russische en Russischtalige bevolking in de periferie tegenstellingen worden gladgestreken en sociaal-economische crises in Rusland worden voorkomen, terwijl tegelijkertijd de russificatie van de perifere republieken werd verzekerd. De Russische boerenbevolking, verarmd en uitgehongerd als gevolg van de gedwongen collectivisatie, werd een massale leverancier van arbeidskrachten voor de nieuwe industriële centra in de periferie van de USSR. Terzelfder tijd hebben de autoriteiten de plattelandsbewoners van niet-Russische nationaliteit ervan weerhouden zich in de steden te vestigen.
De koloniale arbeidsverdeling verstoorde en belemmerde zelfs de ontwikkeling. Soms veranderden perifere republieken en regio's uitsluitend in bronnen van grondstoffen en monocultuurzones. Tegelijkertijd was er een koloniale scheiding tussen berggebieden en plattelandsgebieden, tussen lichamelijke en geestelijke, geschoolde en ongeschoolde, hoog- en laagbetaalde arbeid en een koloniale gelaagdheid van de staatsbureaucratie, de arbeidersklasse en de samenleving als geheel. Dergelijke scheidslijnen en stratificaties verschaften etnisch Russische en Russischtalige elementen geprivilegieerde toegang tot inkomen, kwalificaties, prestige en macht in de perifere republieken. De voorkeur voor etnisch of taalkundig 'Russisme' in de vorm van 'openbare psychologische betaling' – een concept dat David Rediger ontleende aan W.E.B. Du Bois en door hem gebruikte in zijn studies over het witte Amerikaanse proletariaat [13] – werd een belangrijk middel om de Russische imperialistische overheersing te verzekeren en het Russische grootmachtbewustzijn te verspreiden onder de arbeidersklasse in de Sovjet-Unie.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog lag de betrokkenheid van de stalinistische bureaucratie bij de strijd voor een nieuwe herindeling van de wereld in het verlengde van de binnenlandse imperialistische politiek. Tijdens en na de oorlog heroverde de Sovjet-Unie een groot deel van wat Rusland na de revolutie had verloren en veroverde ze bovendien nieuwe gebieden. De oppervlakte van de USSR groeide met meer dan 1,2 miljoen vierkante km tot 22,4 miljoen vierkante km. Dat is 700.000 km2 meer dan aan het einde van het tsaristische rijk en slechts 1,3 miljoen km2 minder dan toen het zijn maximum bereikte in 1866, na de verovering van Turkestan en vóór de verkoop van Alaska.
Vechten voor een nieuwe herverdeling van de wereld
In Europa annexeerde de Sovjet-Unie het westen van Wit-Rusland en Oekraïne, Transkarpatië, Bessarabië, Estland, Letland, Litouwen, delen van Oost-Pruisen en Finland; in Azië, Toeva en de Zuidelijke Koerilen. Door Oost-Europa onder haar controle te plaatsen wenste ze ook een trustschap over Libië in te stellen en trachtte ze de uitgestrekte grensprovincies van China – Xinjiang en Mantsjoerije – tot haar protectoraat te maken. Bovendien was ze van plan Noord-Iran en Oost-Turkije in te lijven en het verlangen naar nationale bevrijding en eenheid van veel plaatselijke naties uit te buiten. Volgens de Azerbajdzjaanse historicus Jamil Hasanli begon de 'koude oorlog' al in 1945 in Azië, niet in Europa [14].
'Zodra de politieke situatie het toelaat, komt het parasitaire karakter van de bureaucratie tot uiting in imperialistische plundering,' schreef destijds Jean van Heijenoort, Trotski's vroegere secretaris en later historicus van de mathematische logica. 'Vereist de opkomst van elementen van het imperialisme een herziening van de theorie dat de USSR een herboren arbeidersstaat was? Dat hoeft helemaal niet. De Sovjet-bureaucratie voedt zich voornamelijk met de toe-eigening van andermans arbeid, wat wij al lang beschouwen als een teken van de degeneratie van de arbeidersstaat. Bureaucratisch imperialisme is slechts een speciale vorm van een dergelijke toe-eigening' [15].
De Joegoslavische communisten raakten er vrij snel van overtuigd dat Moskou 'de economie van Joegoslavië volledig wilde onderwerpen en het land wilde veranderen in een aanhangsel van de economie van de USSR, dat het tempo van de industrialisatie zou vertragen en de socialistische ontwikkeling van het land zou belemmeren' [16]. De Sovjet-Joegoslavische 'gemengde vennootschappen op aandelen' moesten de exploitatie van de natuurlijke hulpbronnen van Joegoslavië, die de Sovjetindustrie nodig had, in hun handen concentreren. Een niet-gelijkwaardige handelsruil zou de Sovjeteconomie superwinsten hebben opgeleverd ten koste van de Joegoslavische economie.
Na de breuk van Joegoslavië met Stalin beweerde Josip Broz Tito dat de USSR sinds het Molotov-Ribbentroppact in 1939, en vooral na de Conferentie van Teheran in 1943, had deelgenomen aan een imperialistische herverdeling van de wereld en 'bewust de vroegere tsaristische weg van het imperialistische expansionisme' had gevolgd. De Joegoslavische leider merkte op dat Stalins verkondiging van 'de theorie van een leidend volk in een multinationale staat in feite de nationale onderwerping, onderdrukking en economische beroving van andere volkeren en landen door het heersende volk weerspiegelt' [17]. In 1958 merkte Mao Zedong in een gesprek met Chroesjtsjov ironisch op: 'Er was een man genaamd Stalin, hij nam Port Arthur in, veranderde Xinjiang en Mantsjoerije in semi-koloniën en creëerde vier gemengde naamloze vennootschappen. Dat waren al zijn weldaden' [18].
De Sovjet-Unie voor haar ineenstorting
Het Russische bureaucratische imperialisme steunde op machtige niet-economische monopolies, die nog werden versterkt onder het totalitaire regime. Maar door hun uitsluitend niet-economische karakter bleken ze te zwak en niet in staat Stalins plannen uit te voeren om de satellietlanden van Oost-Europa en de Chinese grensgebieden te exploiteren. Geconfronteerd met het groeiende verzet in deze landen werd de Kremlin-bureaucratie gedwongen haar projecten van 'gemengde deelnemingen', niet-gelijkwaardige handelsuitwisseling en koloniale arbeidsverdeling, die ze aan hen wilde opleggen, op te geven. Nadat Joegoslavië, vervolgens China en enkele andere staten in 1948 haar invloedssfeer hadden verlaten, was ze gedwongen ook haar greep op de anderen te verslappen.
In de USSR zelf zijn de niet-economische monopolies er evenmin in geslaagd de langdurige imperialistische overheersing van Rusland over de andere Sovjet-republieken te waarborgen. Industrialisatie, verstedelijking, verhoging van het onderwijsniveau en, in het algemeen, modernisering van de perifere regio's van de USSR, alsmede toename van het aandeel van de arbeidersklasse, de intelligentsia en zelfs de plaatselijke bureaucratie, deden het machtsevenwicht tussen Rusland en de perifere republieken geleidelijk verschuiven ten gunste van de laatste. De overheersing van Moskou over hen was aan het verzwakken. Dit centrifugale proces werd versneld door een groeiende crisis in het systeem. Tegenmaatregelen van de centrale regering, zoals het ontslag in 1972 van Petro Shelest uit het leiderschap van Oekraïne, die door het Kremlin als een 'nationalist' werd beschouwd, konden de ineenstorting van het imperium niet keren of zelfs maar tot staan brengen.
In de tweede helft van de jaren zeventig probeerde de jonge sovjetsocioloog Franz Sheregi de sovjetrealiteit te analyseren op basis van 'een combinatie van Marx' klassentheorie en de theorie van koloniale systemen'. Hij concludeerde dat 'de geleidelijke expansie van de nationale intelligentsia en bureaucratie (ambtenaren) van de nationale republieken, de groei van de arbeidersklasse – in één woord, het ontstaan van een progressievere sociale structuur – de nationale republieken ertoe zal brengen zich af te scheiden van de USSR. Enkele jaren later deed hij op verzoek van de top van de CPSU onderzoek naar de sociale situatie van de Komsomol-brigades die in het hele land waren gemobiliseerd voor de aanleg van de Baikal-Amur spoorlijn, een van de beruchte 'bouwprojecten van de eeuw'.
'Ik raakte geïnteresseerd,' zegt Sheregi, 'in de tegenstelling tussen de informatie over de internationale samenstelling van de bouwers van de spoorlijn, die door de officiële propaganda intensief werd verspreid en de grote nationale homogeniteit van de bouwteams die ik ontdekte. Ze bestonden bijna geheel uit mensen die etnisch Russisch waren of Russischtalig. 'Ik kwam toen tot de onverwachte conclusie dat Russen (en 'Russischtaligen') uit de nationale republieken werden verdreven.' Dit werd bevestigd door zijn onderzoek op twee andere Komsomol-bouwplaatsen in de USSR. 'De centrale autoriteiten waren zich hiervan bewust en vergemakkelijkten de hervestiging van de Russen door de financiering van zogenaamde 'grote werken '. Ik trok de volgende conclusie: de sociale fondsen van de nationale republieken waren schaars geworden, de banen waar sociale garanties beschikbaar waren (kleuterscholen, rusthuizen, preventieve klinieken, de mogelijkheid om een woning te krijgen) waren nauwelijks toereikend voor de leden van de titulaire nationaliteiten; deze situatie zou kunnen leiden tot interetnische conflicten en de centrale regering was geleidelijk de Russische jeugd aan het 'terugtrekken' uit de nationale republieken. Toen kwam ik tot de conclusie: de USSR staat op het punt uiteen te vallen.' [19]
Militair-koloniaal imperium
De crisis van het Sovjet-bureaucratische regime en het Russische imperialisme was zo diep dat de USSR in 1991 ineenstortte, tot ieders verrassing volkomen vreedzaam. Rusland werd volledig ontdaan van zijn externe periferie, de 14 niet-Russische republieken van de Sovjet-Unie verlieten de Unie en riepen hun onafhankelijkheid uit, daarbij gebruik makend van het recht dat hun door de Sovjet-Grondwet was verleend. Dit resulteerde in een verlies aan grondgebied van in totaal 5,3 miljoen km2, ongekend in de Russische geschiedenis. Maar volgens de eminente geleerde Boris Rodoman, schepper van de Russische school van theoretische geografie, is 'Rusland ook nu nog een militair-koloniaal rijk, dat leeft van ongebreidelde verspilling van niet-hernieuwbare natuurlijke en menselijke hulpbronnen, een land van extensieve ontwikkeling, waarvan het extravagante, verkwistende gebruik van land en natuurlijke hulpbronnen een bijzonder geval is'. Op dit gebied, net als 'in de migratie van mensen, in de verhoudingen tussen etnische groepen, tussen autochtonen en nieuwkomers in bepaalde regio's, tussen de staatsmacht en de bevolking – zijn veel van de 'leerboek'-kenmerken van het kolonialisme nog steeds levend'.
Rusland blijft een multinationale staat. Het telt 21 nationale republieken, die ongeveer 30% van zijn grondgebied uitmaken. Zoals Rodoman opmerkt: 'In ons land is er één grote etnische groep, identiek in naam en met de staatstaal en vele andere etnische groepen, waarvan sommige hun eigen nationaal-territoriale autonomie hebben, maar zonder het recht om de pseudo-federatie te verlaten, dat wil zeggen dat ze er praktisch met geweld in worden gehouden. De noodzaak van etnische bestuurseenheden werd steeds meer in twijfel getrokken en het proces van afschaffing ervan is begonnen met de autonome districten. Dit ondanks het feit dat bijna alle niet-Russische volkeren in Rusland geen immigranten waren, ze waren niet in de al bestaande Russische staat getrokken, maar waren erdoor veroverd, verdreven, gedeeltelijk uitgeroeid en geassimileerd en, soms beroofd van hun staatsburgerschap. In deze historische context moeten nationale autonomieën, hoe reëel of nominaal ook, worden gezien als morele compensatie voor etnische groepen die het 'trauma van de verovering' hebben meegemaakt. In ons land zijn kleine volkeren die geen territoriale autonomie hadden of hebben gekregen, snel aan het verdwijnen (binvoorbeeld Veps en Shorians). Inheemse etnische groepen die aan het begin van de Sovjetperiode in hun autonome gebieden in de meerderheid waren, zijn minderheden geworden als gevolg van de recente kolonisatie die gepaard ging met de ontwikkeling van natuurlijke hulpbronnen, grote bouwprojecten, industrialisatie en militarisering. Het omploegen van 'onontgonnen land', de bouw van enkele havens en elektriciteitscentrales in de Baltische republieken had niet alleen economische redenen, maar ook de taak om de buitengebieden van de Sovjet-Unie te russificeren. Na de ineenstorting van de Sovjet-Unie waren de gebruikelijke oorlogen om de koloniën binnen het ineenstortende rijk te houden gewapende conflicten in de Kaukasus, waarvan de volkeren gijzelaars werden van de imperiale politiek van verdeel en heers. De uitbreiding van de invloedssfeer in de wereld, met inbegrip van de voormalige delen van de USSR, is nu een prioriteit van het Russische buitenlands beleid. Het tsaristische Rusland in de 18e en 19e eeuw aanvaardde nomadenstammen als onderdanen, waarna hun land automatisch Russisch werd; het Rusland van na de Sovjet-Unie deelt Russische paspoorten onder inwoners van buurlanden uit...' [20]
Herstel van het kapitalistisch imperialisme
Het herstel van het kapitalisme in Rusland is gedeeltelijk een vervanging van de verzwakte en gereduceerde niet-economische monopolies van na de Sovjet-Unie door een machtig monopolie van het met het staatsapparaat samengesmolten financiële kapitaal. Het Russische imperialisme, dat op deze basis nieuw leven is ingeblazen, blijft een verschijnsel waarvan de externe en interne aspecten onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn; het opereert aan weerszijden van de Russische grenzen, die opnieuw vloeiend worden. De Russische autoriteiten hebben een staatsmulticorporatie opgebouwd die het monopolie zal krijgen op de interne kolonisatie van Oost-Siberië en het Verre Oosten. Deze regio's zijn rijk aan olie en andere natuurlijke hulpbronnen. De nieuwe onderneming moet geprivilegieerde toegang krijgen tot nieuwe wereldmarkten – in China en het westelijk halfrond.
Beide genoemde Russische regio's staan hetzelfde lot te wachten als West-Siberië. 'Het federale centrum neemt bijna alle inkomsten van diezelfde West-Siberische olie voor zichzelf en geeft Siberië zelfs geen geld om normale wegen aan te leggen,' schreef de Russische jurnalist Artem Yefimov een paar jaar geleden. 'Het probleem is, zoals altijd, niet de kolonisatie, maar het kolonialisme,' aangezien 'het doel van deze onderneming in de eerste plaats economische uitbuiting is en niet de ontwikkeling en ontginning van het grondgebied.' 'Dit is in wezen een erkenning van het feit dat er kolonialisme in het land is, op het hoogste staatsniveau. De vergelijking van deze onderneming met de Britse Oost-Indische Compagnie en andere Europese koloniale ondernemingen uit de 17e en 19e eeuw is overduidelijk tot op het belachelijke af'. [21]
De massale volksbeweging (Kiev Maidan) die een jaar geleden ontstond en leidde tot de val van het Janoekovitsj-regime, was een poging om eindelijk de koloniale relatie te doorbreken die Oekraïne historisch gezien aan Rusland bond. De huidige Oekraïense crisis – de annexatie van de Krim, de separatistische opstand in Donbass en de Russische agressie tegen Oekraïne – kan niet worden begrepen zonder te erkennen dat Rusland nog steeds een imperialistische mogendheid is.
De auteur is dankbaar voor de vertaling door het Praxis Research and Education Centre in Moskou, een maatschappelijke organisatie die in 1998 door een groep academici en activisten van sociale en burgerbewegingen in de Openbare Bibliotheek Victor Serzh is opgericht.
Zbigniew Marcin Kowalewski, adjunct-hoofdredacteur van de Poolse editie van Le Monde Diplomatique en auteur van verscheidene werken over de geschiedenis van de Oekraïense kwestie, waaronder die welke zijn gepubliceerd door de Academie van Wetenschappen in Oekraïne.
Noten
[1] S.A. Nikolsky, 'Russkiie kak imperskii narod', Politicheskaia Kontseptologiia, N° 1, 2014, pp. 42-43.
[2] M.N. Pokrovsky, Istoricheskaia nauka i bor’ba klassov, Moskou-Leningrad: Sotsekizd, 1933, Vol. I, p. 284.
[3] A.M. Dubrovsky, Istorik i vlast’, Bryansk: Editie. Bryansk Staatsuniversiteit, 2005, p. 238, 315-335.
[4] Zie J. Haldon, The State and the Tributary Mode of Production, London-New York: Verso, 1993; Yu.I. Semenov, Politarnyi ('aziatskii') sposob proizvodstva: Sushchnost’ i mesto v istorii chelovechestva i Rossii, Moskou: Librokom, 2011.
[5] A. Etkind, Internal Colonization: Russian Imperial Experience, Cambridge-Malden: Polity Press, 2011, pp. 23-24, 26, 251.
[6] V.I. Lenin, Polnoe sobranie sochinenii, Moscow: Izd. Politicheskoi Literatury, 1969, 1973, Vol. XXVI, p. 318; Vol. XXVII, p. 378; Vol. XXX, p. 174.
[7] L. Trotsky, History of the Russian Revolution, Chicago: Haymarket, 2008, p. 13.
[8] G. Safarov, Kolonial’naia revolutsiia: Opyt Turkestana, Moskou: Gosizdat 1921.
[9] M. Tukhachevsky, Voina klassov, Moskou: Gosizdat, 1921, pp. 50-59; in het Engels: idem, 'Revolution from Without', New Left Review, N° 55, 1969.
[10] S. Mazlakh, V. Shakhrai, On the Current Situation in the Ukraine, Ann Arbor: University of Michigan Press, 1970.
[11] L. Trotsky, Stalin, St. Petersburg: Lenizdat, 2007, Vol. II, p. 189.
[12] A. Etkind, D. Uffelmann, I. Kukulin (eds.), Tam, vnutri: Praktiki vnutrennei kolonizatsii v kulturnoi istorii Rossii, Moskou: Novoe Literaturnoe Obozreniie, 2012, p. 29.
[13] See D.R. Roediger, The Wages of Whiteness: Race and the Making of the American Working Class, London-New York: Verso, 2007.
[14] J. Hasanli, At the Dawn of the Cold War: The Soviet-American Crisis over Iranian Azerbaijan, 1941-1946, Lanham-New York: Rowman and Littlefield, 2006; idem, Stalin and the Turkish Crisis of the Cold War, 1945-1953, Lanham-New York: Lexington Books, 2011.
[15] D. Logan [J. van Heijenoort], 'The Eruption of Bureaucratic Imperialism', The New International, Vol. XII, N° 3, 1946, pp. 74, 76.
[16] V. Dedijer, Novi prilozi za biografiju Josipa Broza Tita, Rijeka: Liburnija, 1981, Vol. I, p.434.
[17] J. Broz Tito, 'H kritiki stalinizma', Časopis za Kritiko Znanosti, Domišljijo in Novo Antropologijo, Vol. VIII, N° 39/40, 1980, pp. 157-164, 172-185.
[18] V.M. Zubok, 'The Mao-Khrushchev Conversations, 31 July-3 August 1958 and 2 October 1959', Cold War International History Project Bulletin, N° 12-13, 2001, p. 254.
[19] B. Doktorov, 'Sheregi F.E.: Togda ia prishel k vyvodu: SSSR stoit pered raspadom', Teleskop: Zhurnal Sotsiologicheskikh i Marketingovykh Issledovanii, N° 5 (65), 2007, pp. 10-11.
[20] B.B. Rodoman 'Vnutrennyi kolonializm v sovremennoi Rossii', in T.I. Zaslavskaya (ed.), Kuda idet Rossiia? Sotsial’naia transformatsiia postsovetskovo prostranstva, Moskou: Aspekt-Press, 1996, p. 94; idem, 'Strana permanentnovo kolonializma',Zdravyi Smysl, N° 1 (50), 2008-2009, p. 38.
[21] A. Yefimov, 'Ost-Rossiiskaia kompaniia', Lenta.ru, April 23, 2012.
Dit artikel stond op Le Monde Diplomatique – Poolse editie, nr. 11 (105), November 2014. Nederlandse vertaling redactie Grenzeloos.
Reactie toevoegen