Vakbondscafé Amsterdam: een netwerk van activisten

Het opbouwen van een netwerk van vakbondsactivisten en activisten uit andere sociale bewegingen, een plaats waar gediscussieerd wordt en initiatieven worden genomen voor acties. Dat is wat in Amsterdam gebeurt in het vakbondscafé. Grenzeloos sprak hier over met Rob Marijnissen, lid van het bestuur van de woonafdeling Amsterdam van FNV Bondgenoten, de programmaraad en een van de drijvende krachten achter het vakbondscafé.

Grenzeloos: 'Vakbondscafé? Dat klinkt een beetje als grijze mannen, hangen aan de bar en praten over hoe het vroeger ging?'

Rob: 'Nee, dat zie je helemaal verkeerd. Er is wel eens een man met grijs haar gesignaleerd, maar ook een heleboel andere kleuren en leeftijden en ook vrouwen, en over vroeger wordt er zelden gesproken. De bar is alleen in de pauze en na afloop in gebruik en we zijn juist erg op de toekomst gericht. We organiseren maandelijkse bijeenkomsten waar door (vakbonds-)activisten gediscussieerd wordt en initiatieven voor acties worden besproken. Het is een activiteit van FNV Bondgenoten die voor iedereen toegankelijk is. We streven er naar om mensen van andere sociale bewegingen er bij te betrekken. Het vakbondscafé bestaat nu ruim vijf jaar en in die tijd hebben we allerlei zaken besproken en zijn er allerlei initiatieven uit voortgekomen.

Zo hebben we tijdens de schoonmakers staking van 2010 hierover een vakbondscafé georganiseerd. Daar is toen het initiatief genomen voor de oprichting van het ‘Comité Steun de Schoonmakers’ dat nu onder de naam ‘Steuncomité Sociale Strijd’ nog steeds actief is in het ondersteunen van allerlei acties. We hebben ook bijeenkomsten georganiseerd over de bezuinigingen op de Wet Sociale Werkvoorziening, de Amsterdamse woningmarkt, het Openbaar vervoer, en allerlei ander zaken die voor vakbondsleden en andere gewone mensen van belang zijn. Bijvoorbeeld ook over beroepsonderwijs en werkplekken voor jongeren met leerlingen van een Regionaal Opleidingscentrum. We nodigen steeds betrokkenen bij het onderwerp uit om daar over te vertellen. En vaak zijn er ook deskundigen en politici die aan de discussies deelnemen.'

De zorg

'De afgelopen tijd hebben we veel aandacht besteed aan de zorg,' gaat Rob enthousiast verder. 'Daar hebben we een aantal bijeenkomsten over georganiseerd. Niet alleen op onze vaste stek bij het HITB aan het Weteringcircuit, maar ook in een verzorgingstehuis van Cordaan in Amsterdam Zuid Oost, in de maaltijdvoorziening en ontmoetingscentrum voor ouderen de Tesla Toren in Watergraafsmeer en in de Burcht, het oude gebouw van de diamantbewerkers bond.

Al die bijeenkomsten waren zeer goed bezocht. Er waren mensen die werkzaam zijn in de zorg, maar ook bewoners en mensen van verschillende ouderen organisaties. Er is gesproken over de gevolgen van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) die pretendeert om mensen meer zelfstandigheid te geven, maar in feite neerkomt op een drastische verslechtering van de zorg. Het zijn echt schokkende verhalen die je dan hoort, zowel van de cliënten als van de mensen die in de zorg werken.

Maar natuurlijk laten we het niet bij het inventariseren van de ellende. We proberen ook steeds er een actie of activiteit uit voort te laten komen. Bij de acties voor de zorg werken we nauw samen met de mensen van de Abvakabo in de zorg. Gezamenlijk hebben we bijvoorbeeld opgeroepen voor een bijeenkomst over de zorg in de Boekmanzaal van het stadhuis. Op die bijeenkomst gingen ouderen, werkers in de zorg en anderen in discussie met vertegenwoordigers van politieke partijen. De bijeenkomst was georganiseerd door de ouderenorganisaties en ging over het gemeentelijke zorgbeleid. Er waren tachtig mensen aanwezig en de collegepartijen VVD en GroenLinks kregen het hard te verduren. Helaas was de PvdA afwezig.'

Vakbondswerk

Ligt het wel op de weg van de vakbeweging om dit soort dingen te organiseren?

'Ja zeker. Bij de vakbeweging denkt iedereen in eerste instantie aan het organiseren van mensen in bedrijven en instellingen, aan lonen, arbeidsvoorwaarden en dergelijke zaken. Dat is ook heel belangrijk en de kracht van de vakbeweging moet zeker op de werkplek en het organiseren van mensen op hun werkplek liggen. Maar mensen zijn niet alleen maar werknemers. Hoe hard je ook werkt, je bent toch maar minder dan een derde van je tijd op je werk en die resterende tweederde ben je in je thuisomgeving. Over je hele leven is dat zelfs nog veel meer. In de woonafdelingen van FNV Bondgenoten organiseren we mensen, onafhankelijk van waar ze werken, in hun woonplaats. En dan moet je natuurlijk aandacht besteden aan allerlei aspecten die daar van belang zijn. Dan heb je het over wonen, vervoer, voorzieningen en over het landelijk en gemeentelijk beleid op dat vlak. Daar willen we verbeteringen realiseren en verslechteringen tegenhouden. En dat doe je natuurlijk niet met FNV Bondgenoten alleen. Vandaar dat we samenwerken met andere vakbonden en allerlei andere sociale organisaties zoals de Bijstandsbond, bewonersorganisaties, ouderen organisaties, linkse politieke organisaties. Ja, gewoon met iedereen die op die punten iets wil doen.'

Succes

'Het vakbondscafé in Amsterdam functioneert al jaren goed, terwijl in ander plaatsen dergelijke initiatieven vaak niet of heel moeizaam van de grond komen. Hoe verklaar je dat?'

'Ja, over de situatie in andere plaatsen kan ik niet veel zeggen, maar wat betreft Amsterdam denk ik dat er een aantal factoren zijn die het succes verklaren. In de eerste plaats is het belangrijk dat je er zo veel mogelijk mensen en organisaties bij betrekt. Bij iedere aflevering van het café, bij ieder onderwerp, denken wij bij de voorbereiding goed na over vragen als welke organisaties hebben met deze problematiek te maken hebben en hoe kunnen we die er bij betrekken? Die nodigen we dan uit, we laten ze iets vertellen en we proberen ze ook bij volgende activiteiten en acties te betrekken. Daarnaast is het belangrijk om naar mensen toe te gaan. Op de avonden in andere delen van de stad en zeker de bijeenkomsten in de verzorgingshuizen kwamen heel andere mensen dan die normaal naar een vakbondscafé komen. Het was op die bijeenkomsten ook opvallend dat er allerlei mensen van verschillende organisaties waren die zich op de een of andere manier met de zorg bezig houden zoals ouderenbonden, ouderenadviesraden, verschillende vakbonden en anderen. Daar discussieerden ze voor het eerst gezamenlijk over de situatie in de zorg. Je bent dus eigenlijk voortdurend bezig om mensen met elkaar in contact te brengen en informatie uit te wisselen.

Tot slot is het denk ik erg belangrijk om het niet bij discussiëren te laten, maar er acties aan te koppelen. Dat hoeven niet altijd hele grote en spectaculaire acties te zijn. Zo’n bijeenkomst met tachtig mensen over de zorg waar politieke partijen met de gevolgen van hun beleid worden geconfronteerd is ook heel belangrijk. Gelukkig hebben we in Amsterdam ook het Steuncomité Sociale Strijd dat allerlei acties ondersteunt. Dat comité bestaat voor een deel uit mensen die ook regelmatig op het vakbondscafé komen, maar voor een deel ook niet. Dat versterkt elkaar.'

Zou er vanuit de vakbeweging meer moeten gebeuren op dit vlak?

'Dat denk ik wel. Kijk, de vakbeweging heeft natuurlijk de afgelopen tijd een diepe crisis doorgemaakt, met als dieptepunt de opstelling van de Centrale FNV rond de pensioenleeftijd. Maar er zijn ook positieve ontwikkelingen. In de eerste plaats natuurlijk bij de schoonmakers. Wat daar gebeurt is een stimulans en een bron van inspiratie voor iedere vakbondsactivist. Een dergelijke ontwikkeling zie je nu bij de werkers in de zorg. Het interessante is natuurlijk dat het hier gaat om vakbondsacties die heel sterk door de mensen zelf gedragen worden. Het is niet de vakbond die iets voor de mensen doet, maar het zijn de werknemers zelf die in het kader van de vakbond en gesteund door de bond actie voeren voor hun belangen en voor het behoud van voorzieningen. Want bij de zorg gaat het de mensen er vooral om dat ze goede zorg willen kunnen verlenen. Door die acties kan je iets bereiken, maar door die acties veranderen de mensen zelf ook. Ze worden strijdbaarder, zelfbewuster en laten zich niet alles meer aanleunen. Dat is natuurlijk wat er nodig is.

Behalve in de werksituatie van mensen zou dat ook in de woonomgeving moeten gebeuren, en volgens mij kunnen vakbonden daar een bijdrage aan leveren. Nu zijn de bonden in een stad als Amsterdam vrijwel onzichtbaar. Het kantoor van FNV bodgenoten staat op een winderige hoek bij station Sloterdijk. Het zou heel goed zijn als er in verschillende delen van de stad steunpunten, vakbondswinkels,of hoe je ze ook maar wilt noemen, kwamen. Plaatsen waar mensen de vakbond kunnen vinden, waar ze informatie kunnen krijgen en waar ook gezamenlijke acties kunnen worden opgezet. Want het gaat er natuurlijk niet om dat mensen hun probleem bij de bond leggen en dat de bond het dan oplost. Dat was vroeger vaak de aanpak, maar daar moeten we van af. Het gaat er om dat mensen zich organiseren en zelf in actie komen. De vakbond kan daar een belangrijke ondersteunende rol in spelen. Ik hoop dat we met het vakbondscafé een bijdrage leveren aan een ontwikkeling in die richting. In de richting van een actieve vakbond waar de leden zelf de hoofdrol in spelen.'

Dossier

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop