Sinds Pim Fortuyn wordt er in Nederland veel gepraat over de kloof tussen burger en politiek. Het wantrouwen in de politiek is groot en des te groter onder mensen met een slechte sociaal-economische positie. Zestig procent van de Nederlanders begrijpt de informatievoorziening van de overheid niet. Minister Pechtold is druk met een heuze Nationale Conventie om ideeën op te doen voor de wijziging van ons kiesstelsel, maar veel verder dan dat komen we niet.
Onze samenleving wordt steeds complexer. Hoger opgeleiden vinden in die samenleving hun weg, maar steeds meer mensen blijven achter. Er heerst grote onzekerheid over de toekomst, een onbegrip over hoe onze samenleving werkt.
Onbegrip en onvrijheid
Onze maatschappij is geseculariseerd en geïndividualiseerd. Mensen hebben vrijheid en een eigen verantwoordelijkheid, zegt onze minister-president bijna dagelijks. Bestaande instituties en zekerheden zijn weggevallen. Daar komt een deel van de onzekerheid over de toekomst vandaan, maar de ontwikkelingen van dit moment hebben een nieuwe invloed.
Nederlanders hopen, blijkt uit SCP-onderzoek, dat onze maatschappij socialer en eerlijker wordt. Ze verwáchten echter dat het precies de andere kant op zal gaan. Veranderingen als de toenemende globalisering worden gepresenteerd als natuurfenomenen die helaas negatieve effecten met zich meebrengen, maar die nauwelijks te voorspellen of bij te sturen zijn. Processen en structuren zijn onbeheersbaar en lijken een eigen dynamiek te hebben, die niemand begrijpt. De complexiteit van onze samenleving blijft groeien. Het leidt tot grote onzekerheid en ook gelatenheid en cynisme onder de bevolking.
Die onzekerheid betekent dat de veelbesproken individuele vrijheid op dit moment eigenlijk een mythe is. Hooguit een intellectuele bovenklasse weet die vrijheid werkelijk te benutten. De rest van Nederland begrijpt er niets meer van en is bang voor wat komen gaat. Hoewel sociaal-economische factoren die angst beïnvloeden, is het zo'n breed verschijnsel dat je het niet kunt relateren aan klasse alleen.
Mensen gaan 'individueel' op zoek naar een meer voorspelbare wereld om de onzekerheid te bestrijden. Dat blijkt uit een groeiende hang naar spiritualiteit, maar bijvoorbeeld ook uit de grote bereidheid om privacy in te leveren in ruil voor veiligheid en dus voorspelbaarheid.
Voor een deel wordt die onzekerheid over de toekomst misschien bewust gecreëerd: mensen die bang en onzeker zijn kun je beter in toom houden. Maar het heeft ook te maken met beleidsmakers die niet begrijpen hoe andere mensen omgaan met en gefrustreerd raken door structuren die zij creëeren.
Links lekker simpel?
Dat geldt ook voor linkse krachten in Nederland. Ook links is onbegrijpelijk en gecompliceerd.
Ik was graag politiek activist geweest aan het eind van de negentiende eeuw. Toen was je wereldbeeld simpel: er waren uitbuiters, en er waren uitgebuiten. Tegenwoordig lijkt niet links, maar rechts het duidelijke antwoord te hebben op de complexiteit. Migranten en de allerlaagste onderklasse hebben schuld aan de problemen in de maatschappij, zegt rechts. Dat is tenminste duidelijk en simpel. Wij moeten voortdurend de nuance en complexiteit opzoeken waar het gaat om discussies over islam, asielzoekers en veiligheid.
Ook onze verzorgingsstaat - tot stand gekomen door veel sociaal-democratische compromissen en uiteenlopend doelgroepgericht beleid - helpt niet bij het toegankelijk maken van de maatschappij. Wil je als burger krijgen waar je recht op hebt, dan heb je te maken met tientallen verschillende regelingen en wetten. Een uitkeringsgerechtigde in Rotterdam die aanspraak wil maken op bijzondere bijstand, kan zijn keuze maken uit een handzaam gidsje van negentig pagina's, op iedere pagina een regeling, allemaal met verschillende voorwaarden en doelgroepen.
Volgend jaar zijn er weer Kamerverkiezingen, en het belangrijkste verkiezingspunt daarbij is uiteraard het veranderen van het sociaal-economische beleid van het kabinet. Maar onze tweede prioriteit zou moeten zijn dat we stappen zetten om de wereld weer begrijpelijk te maken. Niet alleen met een toegankelijk en consequent verhaal, maar ook in de beleidsveranderingen die we voorstellen.
Een begrijpelijke samenleving
Een samenleving is niet toegankelijk en democratisch als zij zo complex is, dat veel mensen haar niet meer begrijpen. Mensen moeten de grip op hun leven terugkrijgen. Dat is de enige manier om wantrouwen en cynisme structureel aan te pakken. Dat betekent in de eerste plaats uiteraard duidelijke, betrokken en consequente politiek en luisteren naar de mensen. In de tweede plaats gaat het om het stimuleren van participatie, zeggenschap en vereenvoudiging van overheidsbeleid.
Vaak wordt gezegd dat mensen niet maatschappelijk of politiek actief willen zijn, en het prima vinden om eens per vier jaar een keuze te maken. Dat is je neerleggen bij een situationele realiteit die ik niet aanvaard.
Maatschappelijke participatie begint uiteraard bij eerlijke kansen bieden, goed onderwijs waar kritisch burgerschap gestimuleerd wordt. Daar zijn we het allemaal over eens, maar dat alleen is niet voldoende.
Mensen moeten weer zeggenschap krijgen over hun directe omgeving, over alles wat hen aangaat. Hoe goed projecten als Opzoomeren ook zijn, zeggenschap moet verder gaan dan alleen de eigen wijk en de ruimtelijke ordening. Het gaat ook over de stad, het land, de wereld. Het moet duidelijk worden dat alles een politieke keuze is, en bijvoorbeeld globalisering geen vanzelfsprekendheid is. Ook zeggenschap over dat soort zaken, en bijvoorbeeld de economie, moet niet bij de politiek blijven, maar echt bij mensen terechtkomen, op een zo laag mogelijk niveau.
Die zeggenschap begint er wel mee dat iedereen in staat is de overheid en maatschappij te begrijpen. Een overheid moet niet alleen theoretische rechten voor iedereen kennen, via bezwaarprocedures en stapels formulieren, maar ook proactief zorgen dat mensen krijgen wat hen toekomt aan de hand van zo simpel mogelijke regels. Een basisinkomen in plaats van zesduizend aftrekposten, op termijn gratis publieke voorzieningen, actieve huurteams in plaats van een theoretisch recht bij een huurcommissie, rechtstreekse zeggenschap en geen 3200 zelfstandige bestuursorganen. Basisrechten moeten goed en simpel geregeld worden en quasi-keuzevrijheid zoals tussen tien even dure zorgpolissen moet verdwijnen.
Dan hebben mensen tijd om zich over belangrijke zaken druk te maken - wat ze zelf eigenlijk willen - en hebben ze daar nog iets over te zeggen ook.
Aan de slag
Een verkiezingsprogramma voor een landelijke linkse partij zou daarom verder moeten reiken dan alleen het verbeteren van de formele sociaal-economische en rechtspositie van mensen. Het zou ook concrete doelstellingen en plannen moeten bevatten om te werken aan zo'n begrijpelijke samenleving. Laten we maar van boven opleggen dat we initiatieven van onderop stimuleren. Richt een complexe realiteit op een zo simpel en duidelijk mogelijke manier in, in plaats van de wereld verder te compliceren. Houd links lekker simpel en maak de wereld begrijpelijk. Pas dan kun je spreken van echte democratie, zeggenschap en vrijheid.
Kevin Levie is actief voor de SP in Rotterdam.
Reactie toevoegen