Stichting Nederland Bekent Kleur werd in 1992 opgericht. Er was toen al sprake van een ruk naar rechts in Nederland – aanslagen op asielzoekerscentra en allochtone instellingen getuigden ervan, de aanhang van Janmaat en zijn Centrumdemocraten groeide. In reactie daarop togen tachtigduizend mensen op 21 maart naar Amsterdam om tegen racisme en vreemdelingenhaat te demonstreren. Het werd iets van een historische datum – nog steeds wordt ieder jaar rond 21 maart tegen racisme gemanifesteerd.
Tussen breed en radicaal
Verder in de jaren negentig ontstond een zekere afstand tussen de harde kern van activisten van Nederland Bekent Kleur – die de stichting overeind hield - en de veel bredere achterban. Er bestond iets van spanning tussen het radicale milieu waarin de activisten opereerden en de poging zo breed mogelijk tegen racisme te mobiliseren. Die brede opvatting werd (en wordt) wel eens verkeerd opgevat, vooral door andere radicaal linkse activisten – als een ‘slappe houding’. Machteld, die actief is voor NBK sinds 1998: ‘Natuurlijk is dit een onderwerp voor mensen die meer op de linkerflank zitten.’ Maar Jurgen (een Vlaming die pas in 2000 bij NBK actief werd, toen hij naar Amsterdam verhuisde) voegt toe: ‘Het is niet de taak van antiracisten linkser dan links te zijn. De taak is de hele maatschappij onder druk te zetten. Ons sterke punt is breed te mobiliseren en de samenhang tussen racisme en bijvoorbeeld sociaal-economische kwesties te laten zien.’
Maar dat werd niet gemakkelijker toen de CD van Janmaat uit de kamer en de meeste gemeenteraden verdween. ‘Het onderwerp leefde minder’, zegt Machteld. Ook was er minder geld voor de stichting en dat betekende minder activiteiten. Jurgen: ‘De fout die wordt gemaakt, ook bij ons, is het racisme als iets te zien wat alleen extreem-rechts doet. Men kijkt niet naar geinstitutionaliseerde vormen van racisme, naar het asielzoekersbeleid of de strengheid jegens migranten. Daar moet meer aandacht aan worden besteed.’
Bekendheid
De harde kern van Nederland Bekent Kleur is niet groot. Dit in tegenstelling tot haar positie in de samenleving. De stichting wordt nog steeds gezien als het middelpunt van Nederlands anti-racisme – volgens een peiling kent meer dan zeventig procent van de bevolking de naam van NBK. ‘We zijn te klein, met te weinig mensen om overal bovenop te zitten,’ zegt Machteld. ‘Je moet thema’s kiezen, en veel dingen laten liggen.’ De jaarlijkse actiekalender ligt min of meer vast: de actieweek tegen racisme in maart, de kristalnacht-herdenking in november. Daarnaast zijn er campagnes rond vluchtelingen en rond de zogenaamde ‘witte illegalen’. ‘Er zijn veel beperkingen,’ stelt Machteld, ‘maar die grote bekendheid is belangrijk. Er zijn niet zo veel linkse organisaties die dat hebben.’
Fortuyn
Die naamsbekendheid kwam goed van pas toen Pim Fortuyn plotseling de publieke sfeer veroverde. Opeens werd die centrale rol van NBK weer duidelijk: er werd getelefoneerd, de website werd veel vaker bezocht, de aandacht voor de organisatie groeide. Waar het jaarlijkse debat in maart eerdere jaren zo’n vijfendertig mensen trok, zat dit jaar de zaal vol en moesten zelfs mensen weggestuurd worden.
Gemakkelijk is de campagne tegen Fortuyn echter niet, want er zijn veel discussies binnen de beweging over wie en wat hij is en hoe hij moet worden aangepakt. De organisatie van de demonstratie op 11 mei (zie kader) kent twee kampen: mensen die Fortuyn als de Nederlandse Haider, Dewinter of zelfs Hitler zien - en 11 mei dus als een anti-Fortuyn-mobilisatie - en anderen die vinden dat 11 mei geen ‘stem-alles-behalve-Fortuyn-feest’ mag worden.
Een moeilijke campagne of niet, er liggen wel weer nieuwe kansen: ‘11 mei wordt een ideaal moment om weer te beginnen een actieve en brede antiracismebeweging op te bouwen,’ stelt Jurgen. ‘Maar we moeten voorzichtig zijn Fortuyn niet te demoniseren. Hij is niet uit de lucht komen vallen - hij is een kind van Paars.’ NBK vindt Fortuyns voorstellen om artikel 1 van de grondwet af te schaffen en geen asielzoeker meer Nederland binnen te laten, en zijn hetze tegen de islam, zonder meer racistisch, zegt Machteld. ‘Maar er zijn heel veel mensen die hem volgen, en je wil een ingang vinden naar die mensen. Ze willen niet te pas en te onpas horen dat de man een racist is.’
Met of zonder Fortuyn in de regering, de situatie voor migranten en vluchtelingen zal er de komende jaren niet beter op worden. De regering zal veel van Fortuyns punten overnemen. Eigenlijk is dat nu al zo. Jurgen: ‘Het beleid van Paars is zijn beleid. Het was al zijn beleid voordat hij er was.’
Werk genoeg dus voor NBK, na de verkiezingen. Gehoopt wordt op nieuw bloed en het tot leven wekken van lokale groepen. Dan kunnen allerlei thema’s opgepikt worden die de laatste tijd zijn verwaarloosd.
Wat is racisme?
De kerngroep van NBK heeft altijd een bredere opvatting gehad van het racisme dan alleen extreemrechtse partijen en knokploegen. Het racisme van de Nederlandse overheid en samenleving – en de Europese – is de laatste jaren gegroeid. Wat het asielbeleid betreft, zeggen Jurgen en Machteld, is Nederland samen met Denemarken het meest onverbiddelijke land in de Europese Unie.
Het debat over de multiculturele samenleving is wat dat groeiende institutionele racisme betreft exemplarisch. De beeldvorming over allochtonen werd steeds negatiever. Toch is het NBK nauwelijks gelukt daar in te springen. ‘Het is niet gelukt echt een rol in discussies te spelen. Rond het debat over het zogenaamde ‘multiculturele drama’, dat werd geinitieerd door Paul Scheffer in NRC Handelsblad, was het oorverdovend stil rond NBK.
De visie van Nederland Bekent Kleur op de multiculturele samenleving blijft toch een beetje te ingewikkeld voor de toch al niet erg briljante Nederlandse pers. Gaat het goed of slecht met allochtonen in Nederland? Machteld: ‘Ik vind niet dat de overheid het goed doet, maar de mensen zelf wel.’ Aan de ene kant ‘zijn er nog helemaal geen gelijke kansen en worden allochtonen steeds weer gestigmatiseerd, aan de andere kant moet je mensen ook tijd geven. Veertig jaar is niets – je kunt van onze allochtone medelanders geen wonderen verwachten.’ Ze vindt dat de media veel te veel aandacht geeft aan kleine problemen en aan de kleine groepen waarmee het misgaat – ze wordt zelfs een beetje boos als ze erover praat.
‘De multiculturele samenleving is er wel en dat is grotendeels een verdienste van de migranten zelf’, zegt Jurgen. ‘Maar gezien de achterstelling van deze groep is het verbazingwekkend dat er niet meer problemen zijn, dat het zo rustig blijft. Die jonge Marokkanen en Antillianen waarover zo veel te doen is – dat zou wel eens erger kunnen worden. Daarom zijn maatregelen hard nodig. Meer voorzieningen, het overbruggen van de kloof – vooral ook sociaal-economisch.
Het is ingewikkeld. Een groeiende groep allochtonen maakt het, is succesvol, maar een andere groep wordt steeds verder gemarginaliseerd. De anti-racisme beweging moet uitkijken alleen maar te zeggen: ‘Kijk, veel migranten doen het wel goed. Want dat is de dood voor de discussie over structurele achterstelling. Bovendien, ook de succesvolle IT-er van Marokkaanse afkomst heeft met racisme te maken. Zowel die groep, als de groep kansarmen, moeten in de beweging betrokken worden.’
Onderwijs
Machteld neemt het onderwijs als een voorbeeld van wat nog grondig mis is in Nederland – ze doceert Nederlands op een ‘zwarte school’ en kent de problemen. Maar, zegt ze, ‘onderwijs in Nederland is gewoon wit. Mensen moeten mee in het witte onderwijssysteem. Alles wat allochtonen te bieden hebben wordt overboord gegooid. Dat moet anders - het onderwijs moet intercultureel worden. Die CITO-toets bijvoorbeeld, dat is een witte toets, die moet afgeschaft worden.’
Met werkgelegenheid is het niet anders. Er bestaat sinds jaren een wet die de arbeidsdeelname door allochtonen in beeld zou brengen zodat later discriminatie tegengehouden kan worden en positieve maatregelen genomen. Maar de eerste stap is nog niet genomen, zegt Jurgen: ‘Werkgevers lappen de wet gewoon aan hun laars. Dat is een algemeen probleem. De vakbeweging schuift steeds verder op naar rechts en houdt zich veel te weinig met dit soort thema’s bezig. De PvdA speelt hierin ook al geen rol.
En ook NBK heeft het er moeilijk mee. ‘Ook wij praten de afgelopen jaren steeds meer over oorzaken, maar toch blijft het grootste deel van ons werk ‘symptoombestrijding’. Alleen als er een nieuwe dynamiek op gang komt rond het anti-racisme, kunnen we hier verandering in brengen. Dat moet echt gebeuren.’
Website www.nederlandbekentkleur.nl
Reactie toevoegen