Sinds maandag weigeren heel wat chauffeurs van de Brusselse openbaar vervoermaatschappij MIVB aan het werk te gaan. Ook vanochtend waren er opnieuw acties. Een nieuw akkoord dat donderdag tussen de vakbondsleiding en de directie werd gesloten kan hen nog steeds niet overtuigen hun gezondheid en leven op het spel te zetten.
De vervoersmaatschappijen kondigden aan de normale dienstregeling te hervatten vanaf maandag 11 mei, met enkele aanpassingen tijdens de weekends. Deze datum was natuurlijk gekozen in het kader van de kalender van het versneld afbouwen van de lockdown die door de Nationale Veiligheidsraad werd vastgelegd. Een kalender die prioriteit geeft aan het opstarten van de productie en de consumptie boven de veiligheid en gezondheid, zoals wij al aanklaagden.
Bij de MIVB weigerde een groot aantal werknemers maandag aan het werk te gaan, een beweging die tot op heden voort duurt. In de brief die ze aan de directie hebben gericht en die in de pers werd overgenomen, legden ze uit waarom de beschermingsmaatregelen onvoldoende zijn en waarom de beschikbare middelen niet volstaan.(1)
De Nationale Veiligheidsraad legde iedereen de verplichting op een mondmasker te dragen op het openbaar vervoer. De chauffeurs merken op dat deze verplichting lang niet door iedereen wordt gerespecteerd en dat een aantal onder hen al te maken hebben gehad met agressie toen ze reizigers op deze verplichting wezen. Ze vragen meer personeel om dit te kunnen handhaven.
De hele dag rijden met een masker is allesbehalve comfortabel en vermindert gevoelig het zicht en gehoor, wat gevaarlijk is. Iedereen die al eens achter het stuur heeft gezeten in deze omstandigheden, kan dit bevestigen. De chauffeurs eisen dan ook dat de stuurcabines hermetisch kunnen worden afgesloten, wat hen zou toelaten zonder maskers te werken.
De onderbroken diensten, waarbij chauffeurs soms lang moeten wachten in depots, zijn een andere bron van ongerustheid en ongenoegen: “Waarom honderden personeelsleden meerdere uren in depots houden met onderbroken diensten, die ons van 6u ’s ochtends tot 19u ’s avonds van onze families weg houden? En dat terwijl de scholen dicht zijn!”, merken de chauffeurs op. Het tijdelijk afschaffen van de onderbroken diensten maakt dan ook deel uit van de eisen.
Zowel voor hun eigen gezondheid als die van de gebruikers, weigeren de chauffeurs dat de rijtuigen van ’s ochtends tot ’s avonds circuleren zonder in de loop van de dag gedesinfecteerd te worden. Om dit te kunnen doen, eisen ze uitbreiding van het personeel.
Een andere belangrijke eis betreft de vervangingen tijdens de dienst op de lijn. De chauffeurs eisen dat die worden uitgesteld tot minstens eind mei, om zo onnodige verplaatsingen te kunnen vermijden.
Zoals iedereen in dit land, en ondanks de ongelofelijke knoeiboel die verschillende ministers er van maken, hebben de werknemers van de MIVB de les die de autoriteiten doorlopend herhalen, goed begrepen: de veiligheidsmaatregelen komen in deze orde: eerst het respecteren van de afstandsregels, dan het wassen van de handen, het beperken van sociale contacten, en als laatste pas het dragen van een masker, als extra maatregel. De chauffeurs eisen dan ook terecht de beperking van het aantal gebruikers per toestel en het respecteren van de ‘sociale afstandsregel’.
De werknemers van de MIVB beroepen zich op artikel 1.2.26 van de Codex over het welzijn op het werk.(2) Dit veel te weinig gekende artikel stelt het volgende: “een werknemer die, in geval van een niet te vermijden, ernstig en onmiddellijk gevaar, zijn werkpost of een gevaarlijke zone verlaat, mag daar geen nadeel van ondervinden en moet worden beschermd tegen alle ongerechtvaardigde nadelige gevolgen daarvan. Hij stelt onmiddellijk het bevoegde lid van de hiërarchische lijn en de interne dienst hiervan in kennis.”
“Het voortzetten van het werk, betekent een ernstig en onmiddellijk gevaar voor onze gezondheid en die van de reizigers, de MIVB moet ons in staat stellen ons in veiligheid te brengen”, schrijven de chauffeurs in hun brief.
De eisen van het personeel van de MIVB zijn volledig gerechtvaardigd. Hun beroep is een van de meest blootgestelde aan het gevaar van besmetting met COVID-19. Volgens Britse statistieken zijn de chauffeurs van bussen, taxi’s, vrachtwagens, enz. de ergst getroffen groep bij de mannen in de beroepsleeftijd. (Bij de vrouwen zijn de verpleegsters de meest getroffen groep.)(3)
De reactie van de directie van de MIVB is schokkerend: “We gaan ons aanbod verhogen. De winkels zijn opnieuw open en we hebben een verhoging van de frequentering van de metro met 44% geconstateerd gisteren. We kunnen niet tegemoet komen aan de eisen van het personeel. Dat zou een vermindering van 25% van ons aanbod betekenen.”(4) Met andere woorden: eerst de zakencijfers, dan de gezondheid van de werknemers!
Tijdens een interview voor het RTBF-Journaal van maandag 11 mei, legde een chauffeur perfect de hypocrisie bloot van het ophemelen van de ‘helden’ toen hij verklaarde: “Er is met woorden gespeeld, de verplegers en verpleegsters zijn helden, de chauffeurs zijn helden. Wij willen allemaal best rijden. Maar helden en kamikazes zijn twee verschillende zaken”.
De directie van de MIVB voelt zich sterk omdat ze een akkoord van sociale vrede op zak heeft dat ze heeft afgesloten met de drie vakbonden. Françoise Ledune, woordvoerster van de vervoersmaatschappij: “We hebben een getekend akkoord met de vakbonden rond de beschermingsmaatregelen”. Mohsine Rachik, vrijgestelde van de ACOD bij de MIVB voegt daar aan toe: “We hebben in gemeenschappelijk front een akkoord afgesloten met de directie en we hebben het maximum gedaan om naar de chauffeurs te luisteren, door alle maatregelen van sociale afstandsregels in werking te stellen en door desinfecterende middelen tot hun beschikking te stellen. De ticketverkoop is nog steeds verboden op de voertuigen, de bestuurderscabines zijn afgesloten en het vooraan opstappen is ook verboden. We hebben hen dus gehoord en we begrijpen hen, maar als vakbonden kunnen we hen niet steunen”.
“Als vakbonden kunnen we hen niet steunen”? Maar aan wie horen de vakbonden toe? Aan de leden of aan de structuren? En wie kent het beste de concrete arbeidsomstandigheden” De chauffeurs die elke dag de job doen of de vrijgestelden die protocols voor het hervatten van het werk op papier tekenen?
In het echte leven, klagen de chauffeurs aan dat ze moeten rondrijden met voertuigen waarop tot 80 of 90 mensen zitten. In het echte leven, is het dragen van een masker allesbehalve veralgemeend en worden de voertuigen niet correct gedesinfecteerd. En de vakbondsverantwoordelijken bij de MIVB trekken er hun handen van af!? Dat is onaanvaardbaar. Deze houding van klassencollaboratie moedigt de directie van de MIVB enkel aan in haar laksheid. De woordvoerster van de maatschappij bereikte het toppunt van arrogantie toen ze verklaarde: “Ik zie niet wat we nog meer kunnen doen, het is een bus waar ze mee rijden, en geen ambulance”.(5)
De actievoerende werknemers van de MIVB verdienen al onze solidariteit. Om te beginnen omdat hun eigen strijd de juiste is, en dat de zaak niet is afgehandeld: ze zal opnieuw opflakkeren bij het gedeeltelijk hernemen van de lessen in de scholen, op 18 mei, wat het gebruik van de bussen, trams en metro nog gevoelig zal verhogen. Maar ook omdat hun gevecht het volle licht werpt op de echte functie, de echte aard van de “nationale eenheid in de strijd tegen de pandemie”.
In woorden, voor de camera’s, worden de “helden” opgehemeld. Maar achter de schermen, discreet, worden de bureaucratische apparaten van de vakbonden op het hoogste niveau betrokken bij het uitwerken van een autoritair beleid, dat ingedekt door onvoldoend strikte protocollen rond veiligheidsmaatregelen, die in de praktijk onmogelijk kunnen gerespecteerd worden, gericht is op het zo snel mogelijk hernemen van het werk op de voorwaarden gedicteerd door het patronaat. Een beleid dat van de werkende bevolking kamikazes maakt, die verplicht worden hun gezondheid en levens in gevaar te brengen om aan het kapitalistisch winstbejag te voldoen.
Dit artikel is overgenomen van de site van SAP-antikapitalisten.
Reactie toevoegen