Voor wie een fijn socialistisch verkiezingsprogramma wil lezen is het programma van Bij1 voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer in maart 2021 een aanrader. Je vindt het hier.
De voorstellen op korte termijn over asiel en migratie klinken ons bekend in de oren. Ze lijken sterk op wat een groep in de aanloop naar de laatste Europese verkiezingen verdedigde in de schoot van de SP. Zo is er de eis dat de Europese Unie moet ijveren voor veilige vluchtroutes voor vluchtelingen, in plaats van de grenzen dicht te timmeren. Binnen de SP haalden deze voorstellen het net niet. Misschien heeft de gelijkenis te maken met het feit dat sindsdien een aantal militanten de overstap maakten van de SP naar Bij1.
Wij keken natuurlijk vooral naar het hoofdstuk over de Europese Unie. Daar bleven we een beetje op onze honger zitten. Niet dat Bij1 niet kritisch is over de lopende koers van de EU. Zo lezen we dit: “Kortom, er is momenteel op Europees niveau een blokkade als het gaat over democratie, milieu en mensenrechten.” Bij1 betreurt ook het gebrek aan Europese solidariteit met de lidstaten in het zuiden van Europa.
Het programma bevat heel wat voorstellen die de EU een stuk leuker zouden maken.
Bij1 ziet een fundamentele tegenstelling in de EU tussen de burgers en de multinationale bedrijven. Deze laatste hebben te veel invloed. Daarom moet de EU democratischer worden, met meer transparantie en inspraak van de burgers. Dat klinkt goed, maar sluit het ook aan bij de realiteit van de Europese Unie?
Je kan de Europese Unie immers niet behandelen als een land als een ander, waarin je verandering afdwingt door een meerderheid van de bevolking te winnen voor je voorstellen. Er is niet zoiets als een Europees volk, en de mogelijkheid van een Europese democratie ligt dus ingewikkeld. Wie de fundamenten van de Europese eenmaking wil veranderen kan niet om het probleem heen van de relatie tussen de lidstaten en het Europese niveau.
Wat doe je als je in Nederland een meerderheid verwerft voor fijne plannen, maar tegengehouden wordt door Europese autoriteiten die teruggrijpen op het marktfundamentalisme van de Europese Verdragen. De gemeenschappelijke markt is immers het fundament van de EU (en niet de rechtsstaat…). Leg je je daarbij neer, in naam van de Europese solidariteit? Of eis je een deel van je soevereiniteit terug, om als land je eigen gang te kunnen gaan? Of weiger je je neer te leggen bij de Europese autoriteit, en lok je een crisis uit?
Bij1 lijkt zich dit soort vragen nog niet gesteld te hebben. Dat is niet heel erg, want goede antwoorden zijn sowieso nog niet voorradig. Maar het zijn belangrijke vragen. De EU wint elke dag aan gewicht in het beleid van de lidstaten. In Nederland draaien de politieke elites voorzichtig weg van hun neoliberaal euroscepticisme. Ook politiek links in Nederland moet nu werk maken van een stevige visie over de relatie tussen de democratie in de lidstaten en de Europese eenmaking. Ook voor Bij1 is hier nog werk aan de winkel.
Dit artikel verscheen eerder op Ander Europa.
Er is niet zoiets als een
Er is niet zoiets als een Europees volk? Volk is een vloeibare term, voor een vloeibaar concept. Er is een wereldvolk, een Europees volk, een regionaal volk.
Prima om de EU te bekritiseren op het feit dat het, hoewel opgericht op gronde van rechtsstatelijkheid en vrede, in haar besluitvorming enkel de markt mag beschermen. Het idee dat door economische samenwerking, de immer nauwere integratie vanzelf zou komen is misschien niet onwaar, maar de economische samenwerking lijkt van middel tot doel geworden te zijn. Daar mogen we kritisch op zijn. Maar dan moeten we niet terugvallen in nationalistisch sentiment en bruine baudetiaanse euphemismen overnemen over volk en democratie.
De massa's moeten we verenigen, niet tegen elkaar uitspelen.
Het begrip volk is inderdaad
Het begrip volk is inderdaad vloeibaar, want een historisch gegeven.
Als Vlaming kan ik daarover mee spreken.
Zijn de Vlamingen een volk? Veel Vlamingen zullen bij die vraag teruggrijpen naar de Middeleeuwen. Ik deel het standpunt van professor Lode Wils: het ontstaan van het Vlaamse volk is veel recenter. Eerst was er het Belgische volk, na de afscheiding van Nederland, en, als gevolg van een combinatie van sociale en culturele onderdrukking in de schoot van België, ontstond geleidelijk een Vlaamse identiteit. De Vlaamse identiteit is dus een Belgisch product! Zo wordt bijvoorbeeld begrijpelijk dat Vlamingen en Nederlanders niet tot hetzelfde volk behoren, ook al spreken zij dezelfde taal.
Uiteraard is de geschiedenis niet begonnen in 1830, de ‘Belgische revolutie’, en zal je ook oudere elementen vinden die doorspelen in de Vlaamse natievorming: de grote rivieren als natuurlijke barrière, met als gevolg dat al in de Middeleeuwen het Noorden zich rond Holland organiseerde, terwijl in het Zuiden Vlaanderen en Brabant doorwogen.
Dan blijft de vraag: wanneer heb je te maken met een volk? Ik denk dat je uiteindelijk een democratisch criterium moet hanteren: wat denken de mensen zelf? Beschouwen zij zich als lid van een volk?
Als je aan een Nederlander of Nederlandse vraagt of hij of zij zichzelf beschouwt als lid van hetzelfde Europese volk als de Zweden, de Portugezen en de Moldaviërs, word je allicht niet begrijpend aangestaard.
Heeft dat belang? Ik denk het wel. Het bestaan als volk heeft gevolgen, brengt rechten met zich mee. Al wie duurzaam in Nederland gevestigd is zou dezelfde sociale en politieke rechten moeten hebben, Nederlander of niet. Maar een Zweed die hier duurzaam gevestigd is kan niet verwachten dat hij aan de infobalie in het Centraal Station in Utrecht in het Zweeds wordt te woord gestaan, of dat zijn kinderen op school leren over de geschiedenis van Zweden. Hij woont nu eenmaal in Nederland, en dat heeft zo zijn gevolgen. Ook de Nederlandse meerderheid heeft rechten.
Als je nadenkt hoe je de wereld democratisch vorm kan geven is het dus niet zo gek rekening te houden met het bestaan van volkeren, ook al hoor je tegenwoordig stemmen om bijvoorbeeld stedelijke clusters of metropolen als basis te nemen. Het is in elk geval een debat waard.
Historisch stond links in de regel positief tegenover het nationalisme van onderdrukte volkeren, ook al liep dat nu en dan slecht af.
Maar de vraag of nationale identiteit altijd positief kan gewaardeerd worden was meer omstreden. Aan het begin van de twintigste eeuw zijn daar onder marxisten interessante debatten over gevoerd, onder meer en niet toevallig door de autromarxisten die nadachten hoe ze in het ingewikkelde Habsburgse rijk de verschillende volkeren recht konden doen.
Persoonlijk is mijn besluit uit al die debatten dat je het bestaan van volkeren moet erkennen, en dat dat bestaan ook rechten met zich meebrengt, maar dat nationalisme nooit een positieve dynamiek zal hebben, want altijd zal leiden tot uitsluiting van de ander.
Weliswaar zullen weinig Europeanen zich lid voelen van een Europees volk, maar er bestaat wel een breed gedragen overtuiging deel uit te maken van een Europese gemeenschap, en de Europese Unie wordt beschouwd als eerste aanzet tot de organisatie van die gemeenschap.
De Europese elites doen er alles aan om die overtuiging dieper wortel te laten schieten. Niets is daarbij zo handig als een gemeenschappelijke vijand: vroeger was er het Japanse gevaar, later nam China de rol over van het gele gevaar, en Rusland blijft het goed doen als vijand. Een probleem voor de Europese elites is dat ze niet eensgezind zijn over wie nu de gevaarlijkste vijand is, en in welke mate de VSA nog een vriend zijn. Gelukkig zijn er corona en de opwarming van de planeet die ook dienst kunnen doen als gemeenschappelijke vijanden, om zo een Europese identiteit te smeden.
Het is allemaal vloeibaar. Misschien ontstaat er nog ooit iets als een echt Europees volk, en wordt dan teruggegrepen naar de klassieke Grieken en Romeinen om te tonen hoe diep de historische wortels zijn van dat volk.
Maar is het progressiever nu al in te zetten op die Europese identiteit, eerder dan op de Nederlandse? Is Europees nationalisme vooruitstrevender dan Nederlands nationalisme?
Ik denk het niet, omdat ik niet denk dat er zoiets bestaat als progressief nationalisme.
Ook als je gaat redeneren vanuit een Europese gemeenschap, rijst al snel de vraag: wie behoort tot die gemeenschap, en wie niet? Voor je het weet ben je grenzen aan het trekken, om te bepalen wie binnen mag, en wie niet. De situatie zou anders zijn in een democratische wereldgemeenschap, met een Europese poot op ons continent. Dan zou het probleem van de grenzen zich niet stellen op dezelfde manier. Dan worden grenzen administratieve instituties om de werelddemocratie te organiseren.
Maar de realiteit vandaag is anders. Een Europese gemeenschap zal in het beste geval muren optrekken om ons af te schermen, of in het slechtste geval om Europa te bewapenen en de strijd aan te gaan om de wereldhegemonie.
De Europese Unie is vandaag een feit, dat wel. Meer en meer is de Europese Unie een geïntegreerde gelede Europese staatsstructuur, waarin de lidstaten als onderdeel worden opgenomen. Daarom is het belangrijk dat politiek links in de EU actief is. Zich defensief terugtrekken op de lidstaten is een strategie die meer en meer door de feiten achterhaald is.
Maar dat betekent nog niet dat je de EU een inherent progressieve rol moet toedichten, alleen maar omdat ze op een grotere geografische schaal georganiseerd is dan de lidstaten. Niet alleen kom je dan in een moeilijke relatie met de mensen elders op aarde, maar het gaat je ook hinderen om de neoliberale basis waarop de EU gebouwd is krachtig te bestrijden. Europees nationalisme gaat dan werken als rem op Europese klassenstrijd.
Reactie toevoegen