Gisteravond was in Amsterdam de derde in de reeks “Racisme werkt niet”-bijeenkomsten van de FNV. “Wat moet de FNV met racisme?” was deze keer het thema. Het lijkt er sterk op dat er dingen aan het veranderen zijn bij de FNV als het om racisme gaat, maar of dat ook daadwerkelijk blijvend het geval zal zijn moet nog blijken. Over één ding waren de meeste van de bijna honderd aanwezigen het eens: wanneer de FNV zich niet actief gaat inzetten tegen racisme in de samenleving, en in de arbeidersbeweging zelf, dan heeft de bond over een jaar of 15 haar relevantie volledig verloren. Achterhaald door politieke en demografische ontwikkelingen.
De bijeenkomst werd geopend door organizer Cihan Uğural, een van de initiatiefnemers van de reeks bijeenkomsten. Uğural sprong meteen in het diepe met een verwijzing naar de opmerking van activiste Arzu Aslan op de eerste bijeenkomst – in december 2015 – dat racisme wel degelijk werkt: voor de bazen en voor alle witte arbeiders die voorgetrokken worden boven hun niet-witte collega’s, onder meer op de arbeidsmarkt. Maar uiteindelijk zijn alle arbeiders, zwart, bruin en wit, slachtoffer van de verdeeldheid die racisme zaait. Want alleen samen staan we sterk tegenover de mensen met geld en macht.
NUC
Daarna kwam Mitchell Esajas van New Urban Collective (NUC) aan het woord. Hij gaf een spoedcursus over de geschiedenis van het ‘wetenschappelijk’ racisme, het oriëntalisme en andere vormen van racisme. Al honderden jaren, en juist ook tijdens ‘de Verlichting’, wordt racistische ‘kennis’ geproduceerd die de achterstelling, onderdrukking en uitbuiting, en zelfs het tot slaaf maken en vermoorden van niet-witte mensen door witte mensen moet goedpraten. Hij wilde maar even duidelijk maken dat racisme ontzettend diep geworteld zit in de westerse ‘beschaving’ en dat er dus veel anti-racistische en dekoloniale strijd gevoerd zal moeten worden om hier ooit gelijkwaardigheid en rechtvaardigheid te kunnen creëren.
Ruim vijf jaar geleden werd NUC in Amsterdam opgericht tegen racisme, onder meer om niet-witte studenten vooruit te helpen. Inmiddels heeft de organisatie zich ontwikkeld tot een belangrijke spil in de landelijke anti-racisme beweging. En Esajas en anderen van NUC presenteren zichzelf ook steeds nadrukkelijker als all-round linksen, tegen kapitalisme, patriarchaat, enzovoorts. Op een NUC-bijeenkomst, niet lang geleden, werd met spijt de vraag gesteld waarom niet-witte anti-racisten wereldwijd honderd jaar geleden zoveel betere onderlinge contacten leken te hebben dan tegenwoordig. Het antwoord kwam naar voren bij de bestudering van de levens van Otto en Hermine Huiswoud (binnenkort opent het NUC een expositie over het strijdbare echtpaar). Die Surinaamse activisten reisden de wereld rond omdat ze lid waren van linkse, communistische organisaties. Voor hen was het logisch als anti-racisten om ook links en internationalist te zijn, en om anti-racisme en dekoloniale ideeën in te brengen in de arbeidersbeweging. Het was een mooi moment toen Esajas aan het einde van de bijeenkomst demonstratief een FNV-lidmaatschapsformulier invulde.
Diversiteit
Hij had daarvoor uitgebreid uit de doeken gedaan hoe juist de ‘laagste’ regionen van de arbeidersklasse meer en meer gekleurd raken en tegelijk meer en meer geflexibiliseerde arbeid verrichten. Ongelijkheid is niet alleen een klassen- of racismekwestie, maar beide. Vandaar ook dat vakbondsstrijd óók structureel anti-racistisch moet zijn. Maar in de praktijk gebeurt er niet veel als het om anti-racisme gaat. Esajas schetste een al decennia steeds terugkerende cyclus: er wordt een onderzoek gepresenteerd over racisme op de arbeidsmarkt, waarna er veel verontwaardiging klinkt, er allerlei voornemens gepresenteerd worden, waarna er vrijwel niets gebeurt, totdat er weer een onderzoek komt dat de misstanden opnieuw aantoont.
Juist doordat de top van de bond gedomineerd wordt door oudere witte heteromannen komt er weinig structurele aandacht voor racisme. Ja, na aandringen van anti-racisten staat het soms tijdelijk op de agenda, maar wanneer de druk verdwijnt – anti-racisme komt met golven – dan verdwijnt ook de aandacht voor het probleem weer bij de FNV. Hooguit blijft er iets van “diversiteitsbeleid”, maar dat is waardeloos en verandert niets, stelde Esajas terecht, als het niet gekoppeld is aan anti-racisme en dekoloniale analyses, aan de wil tot fundamentele veranderingen. Aslan vulde later aan dat het er niet alleen om gaat niet-witte mensen aan te stellen, maar juist vooral om kritische niet-witte mensen te nemen, mensen die niet braaf mee gaan draaien in de witte ‘normaliteit’ en die de confrontatie opzoeken, die de gevestigde orde pijn gaan doen! Zonder conflict zal er nooit een mindshift plaatsvinden. Esajas eindigde dan ook met de opmerking dat de FNV radicaal stelling moet nemen tegen racisme, en extreem-rechtse standpunten niet meer moet tolereren.
Vluchtelingen
Dat de bond echt meer gaat proberen te doen, blijkt uit de bijeenkomst die de FNV binnenkort gaat organiseren rond vluchtelingen, zei Luisa Moreno, de voorzitter van de bijeenkomst, vlak voor de pauze begon. Of dat óver of mét vluchtelingen zal zijn, en met uitsluitend gedocumenteerde of ook met ongedocumenteerde vluchtelingen, dat werd niet helemaal duidelijk. Ze vertelde alleen dat die bijeenkomst samen met steunorganisaties opgezet werd. Dat doet eerlijk gezegd voor het ergste vrezen. De datum wordt binnenkort bekend, dan weten we meer.
Pappen
Na de pauze droeg de publiciste – en sinds 2001 FNV-lid – Anousha Nzume bij wijze van gesproken column een passage voor uit haar geweldige boek “Hallo witte mensen”. Onlangs werd ze ook geïnterviewd voor het FNV Magazine. “Witte mensen zijn net verwende kinderen”, had de redactie uitgekozen als provocerende titel. Er kwam een hele berg aan boze reacties op van ongetwijfeld meest witte FNV-leden. Nzume las er een aantal van voor. Zo schandalig racistisch dat er telkens luid werd gelachen, uit pure gêne. Waarom zoveel woede, vroeg Nzume zich hardop af, van mensen die zelf allemaal nadrukkelijk schrijven niet racistisch te zijn en voorstander van gelijkwaardigheid. Zou het komen doordat de bond zich zelden scherp uitspreekt tegen racisme, opperde iemand. Hoeveel niet-witte mensen zitten er eigenlijk in de redactie van dat magazine, vroeg Nzume, en in het bestuur van de bond?
Wil de bond wel echt veranderen? Of wil men liever pappen en nathouden? Staat men wel open voor de harde confrontatie die echt nodig is, de confrontatie met alle racistische en koloniale ideeën die nog diep verankerd zitten in het instituut vakbond? Mogen we de top echt scherp bekritiseren, zonder alles heel voorzichtig en positief te framen, vroeg Nzume. We moeten nu eindelijk eens echt werk maken van een diverse, inclusieve organisatie. En stoppen met wit gezeik, voegde ze daar aan toe. Ze kreeg een luid applaus, en dat was toch wel hoopgevend.
Eenzame kleur
De paneldiscussie die daarop volgde, ging verder in die richting. Maar niet voordat het strijdbare panellid Khadija Hyati, lid van het FNV-ledenparlement, verteld had dat ze die dag opnieuw verkozen was tot president van de schoonmakers. Het tweede panellid was Zakaria Boufangacha. Hij zit sinds mei in het dagelijkse bestuur van de FNV. Er is daar nu dus kleur, grijnsde hij, maar nog wel een beetje een eenzame kleur. Ondanks zijn positie werd hij nog steeds wel eens ‘gecomplimenteerd’ met zijn goede beheersing van het Nederlands. Hij benadrukte dat ook witte mannen zich moeten uitspreken tegen racisme, en niet alleen “deze knuffel-Marokkaan” in het bestuur.
Het derde panellid was Ellen Dekkers van de directie van de werkorganisatie, die onomwonden toegaf dat er tegenwoordig weliswaar een grote instroom is van niet-witte kaderleden, maar die niet automatisch doorstromen. Institutioneel racisme heet dat. Ze is voorstander van stevig ingrijpen en toonde zich zo een broodnodige bondgenoot van de anti-racisme stroming aan de basis van de bond. Bij de eerdere twee bijeenkomsten waren eveneens enkele bondsbobo’s aanwezig, maar hun betrokkenheid stak bleekjes af bij het enthousiasme van Dekkers.
Resoluties
Tijdens de discussie werd gezegd dat er op FNV-congressen prima resoluties worden aangenomen die iets zeggen over racisme en diversiteit, maar dat daar in de praktijk weinig mee gebeurt. De aanwezigen stonden open voor het stellen van targets, bijvoorbeeld minstens een derde niet-witte mensen op de hogere posities. Het probleem is, zei Nzume, dat men altijd komt aanzetten met het begrip “kwaliteit” alsof dat iets neutraals zou zijn. Maar zittende witte bestuurders hebben een cultureel bepaald beeld bij “kwaliteit”, en daar passen niet-witte mensen over het algemeen niet in. Er moet ook op beleidsdagen en andere bestuurdersdagen aandacht komen voor meer diversiteit, werd er aangevuld vanuit de zaal. Maar we moeten niet alleen praten over personeelszaken, zo brak initiatiefnemer Uğural in, we moeten juist ook gaan organiseren in sectoren met veel niet-witte arbeiders. Daar ligt ook de toekomst van de vakbond. Hij vertelde dat alle kaderleden in het bestuur van de schoonmaak een verklaring hebben ondertekend dat ze ook zullen strijden tegen racisme.
Er heerste, kortom, een goede en strijdbare sfeer. Afgesproken werd dat er een concrete anti-racisme campagne komt en dat leden zich bij Dekkers kunnen aanmelden als ze mee willen doen. Nzume sloot de bijeenkomst af met wijze woorden die ze van huis uit had meegekregen: 1. “follow the money” als je wilt weten tegen wie je het verzet moet richten, 2. “fight the power” en 3. “vis stinkt vanaf de kop”, waarmee ze maar wilde aangeven dat het racisme juist ook van bovenaf wordt aangejaagd.
Dit artikel is overgenomen van Doorbraak. Daar verscheen het onder de kop: “Mogen we racisme bij de FNV scherp bekritiseren zonder alles positief te hoeven framen?”
Reactie toevoegen