In het zog van de recente Europese verkiezingen vergadert op 20 en 21 juni de Europese Raad. De Europese regeringsleiders en staatshoofden zullen het daar niet enkel hebben over de verdeling van topposities, maar ook over de strategische agenda 2019-2024. Die agenda legt de Europese prioriteiten vast voor de komende vijf jaar. De uittredende voorzitter van de Europese Raad, Donald Tusk, schreef een eerste voorstel.
Deze werkwijze is ergens bizar, want de samenstelling van de Europese Raad is niet veranderd door de Europese verkiezingen. Het zijn dezelfde regeringsleiders en staatshoofden als daarvoor. Zou het niet logischer zijn dat eerst het nieuw Europees Parlement samen komt, om een goed gesprek te hebben over de uitslag van de verkiezingen en wat dit uitdrukt over de wil van de mensen in de EU, om op basis daarvan een strategische agenda voor te stellen? Maar zo werkt de EU nu eenmaal niet. En misschien hebben de regeringen van de lidstaten ook wel meer legitimiteit dan het Europees ‘Parlement’.
Grenzen topprioriteit
Er is ook iets bizar aan de inhoud van de voorgestelde strategische agenda. De topprioriteit is namelijk het invoeren van “effectieve grenscontroles” aan de buitengrenzen van de EU. In een eerste versie stond dat de EU moet kunnen bepalen “wie het grondgebied van de EU betreedt” (“who sets foot on EU territory”). In de Coreper, het orgaan waar de ambassadeurs van de lidstaten de Europese Raad voorbereiden, vonden enkele landen deze uitdrukking echter iets te bar, en misschien wel strijdig met internationale verdragen. Internationale verlichtingen bij reddingen op zee brengen nu eenmaal met zich mee dat je niet bepaalt wie je opvangt. De tekst werd dus “wie de EU binnen komt”.
Maar waarom is de controle van de buitengrenzen de komende vijf jaar de eerste topprioriteit voor de EU? De Europese leiders lijken al even erg geobsedeerd door de Europese buitengrenzen als Trump door de muur aan de Mexicaanse grens. Hebben ze nu echt niets belangrijkers te doen? Hoe dit te verklaren?
Is het een toegeving aan de kiezers van extreemrechtse populistische partijen? Is het een poging de verlamming te overwinnen die de EU kenmerkte tijdens de vluchtelingencrisis van 2015-2016? Dat was immers de eerste keer dat de Europese instellingen beslissingen namen die door een aantal lidstaten zonder meer naast zich werden neergelegd. Sindsdien zit er zand in de Europese beslissingsmachine, en zijn er barsten gekomen in het feitelijk Europees leiderschap van Duitsland. Is een hard grensbeleid voor de Europese leiders het middel om deze moeilijke episode achter zich te laten?
Of maakt het deel uit van het nieuwe animo om prioriteit te geven aan de militaire poot van de EU en de uitbouw van de veiligheidsdiensten? De economische integratie loopt moeizaam: in de gemeenschappelijke markt zijn de lidstaten ook elkaars concurrenten. Maar militaire en politionele samenwerking zijn hot in een onstabiele wereld met als maar meer handels- en ‘echte’ oorlogen. Ook de Europese kiezer bleek daar volgens allerlei peilingen gevoelig voor, en het was een belangrijke factor in de stijgende populariteit van de EU.
Economie gaat voor ecologie
De tweede prioriteit van de strategische agenda is de ontwikkeling van de economische basis van de EU. Wat dat betreft dus meer van hetzelfde. De tegenstellingen tussen lidstaten blijven op dit terrein echter spelen. Toch boekte de Franse president Emmanuel Macron in de aanloop naar de Europese Raad een klein overwinninkje: er komt een symbolisch budgetje voor de eurozone, en het Europees Stabiliteits Mechanisme krijgt definitief een plek in de Europese architectuur.
Het klimaat is maar de derde Europese prioriteit, en de strategische agenda bevat niet het engagement de economie van de EU tegen 2050 klimaatneutraal te maken. Dat is nochtans verplicht volgens het Parijse klimaatakkoord, maar een aantal lidstaten moet nog over de streep getrokken worden.
De extreemrechtse populistische kiezer wordt op zijn wenken bediend, de klimaatgevoelige kiezer iets minder…
Reactie toevoegen