‘Voorafgaand aan het eerste NSF in Amsterdam waren we al met een klein aantal activisten bezig om ons in die grondwet te verdiepen. We hadden plannen om daar een campagne tegen te gaan voeren. Daar hebben we in de beurs in Amsterdam een succesvolle workshop over georganiseerd en zo is de basis van het comité gelegd.
Na het referendum zijn we niet opgehouden, maar hebben we het initiatief genomen om met andere linkse organisaties samen te werken in activiteiten voor een ander Europa. Eén van die activiteiten is een seminar op het komende NSF over een ander Europa. Dat gaan we doen samen met FNV, Milieudefensie, de Europa werkgroep van GroenLinks en de Werkgroep Sociale Globalisering van de SP. Dat is dus een betrekkelijk breed gezelschap dat het over een heleboel dingen niet eens is. Wat we gaan doen is zoeken naar de gemeenschappelijke punten. Niet naar een grootste gemene deler, maar echt naar punten die we belangrijk vinden. En dan gaan we kijken hoe we daar gezamenlijke activiteiten op kunnen ontwikkelen. Daar zijn we al maanden mee bezig. Het NSF is daar een moment in. Wel een belangrijk moment, want zo’n brede samenwerking met deze organisaties was buiten het NSF om vast veel moeilijker geweest. Maar het blijft maar een moment. Het gaat erom wat we verder in de praktijk met die samenwerking weten te doen.’
‘Waar het volgens mij om draait, is dat er systematisch gezocht wordt naar gemeenschappelijk terrein. Dat hoeven niet altijd inhoudelijke overeenkomsten te zijn; soms is het helder krijgen van de verschillen ook heel nuttig. Maar daarvoor moet je wel met elkaar discussiëren. Ik zit zelf in de themawerkgroep ‘strategie en alternatieven’ van het NSF. En ook daar valt het me weer ontzettend op wat een domineesland Nederland toch is - en voor een deel dominees zonder parochie. Het staat hier stijf van de mensen die een boodschap hebben die ze graag kwijt willen. Op zich is daar natuurlijk niks tegen, maar je heb er pas wat aan als er ook iets van beweging ontstaat, als er iets met die ideeën gedaan wordt. En daarvoor is het natuurlijk nodig dat je met andere mensen over die ideeën praat. Dat gebeurt naar mijn gevoel nog veel te weinig. Wat ik in die werkgroep dus aldoor maar roep is dat het NSF nu al bezig is, dat we niet tot mei moeten wachten om de discussie aan te gaan. Dat we niet in drie verschillende workshops op het NSF vanuit verschillende invalshoeken over het zelfde onderwerp moeten gaan praten. Er is niets tegen dat mensen in hun eigen tuintjes bezig zijn. Dat is vaak vruchtbare grond. Maar het is wel goed om regelmatig over de heg te kijken en met de buurman/vrouw te praten hoe die het aanpakt en eventueel iets gemeenschappelijks te doen.’
Reactie toevoegen