Dat bracht deze vredesapostel onder andere in Midden-Amerika. In Nicaragua leidde zijn optreden tot een echte politieke rel. Minstens even opzienbarend was zijn vredeswerk in buurland Honduras. Daar pleegde zoals bekend het leger in juni een staatsgreep waarbij de democratisch gekozen liberale president Manuel Zelaya werd afgezet. Je zou verwachten dat Van Baalen als democraat en als liberaal naar Honduras zou gaan om die coup te veroordelen en de directe terugkeer van zijn Zelaya als president te eisen.
Maar nee, Van Baalen vond dat hij moest bemiddelen tussen Zelaya en de door de coupplegers als president aangestelde Micheletti. Over de coup zegt Van Baalen in de Volkskrant van 17 november: “Hij (Zelaya) werd in juni aangeklaagd voor ambtsmisbruik. Prima, maar het leger had hem beter niet het land kunnen uitzetten.” En waar bestond dan volgens Van Baalen het ambtsmisbruik van Zelaya uit? “Hij wilde knoeien met de grondwet voor een tweede termijn,” tekent de Volkskrant uit de mond van Van Balen op.
Daar doet onze Europarlementariër de waarheid toch een beetje geweld aan. Wat Zelaya heeft gedaan is niets meer en niets minder dan een voorstel om op een aantal punten de bestaande grondwet te veranderen. Om dat op termijn mogelijk te maken stelde hij voor een grondwetgevende vergadering te verkiezen en over dat voorstel wilde hij een referendum houden. De vraag bij dit referendum was: 'Ben u het ermee eens dat bij de volgende algemene verkiezingen van 2009 de kiezers de mogelijkheid moeten hebben om zich uit te spreken over het bijeenroepen van een landelijke constitutionele vergadering? Ja of Nee'. Als de meerderheid 'JA' had geantwoord had de president het parlement een voorstel voorgelegd, zodat op 29 november de Honduresen officieel hun beslissing over het bijeenroepen van een constitutionele vergadering bekend konden maken.
Dat is allemaal volstrekt in overeenstemming met de huidige Hondurese grondwet, en daar is niets illegaals aan. De redenering dat Zelaya zich met het organiseren van dit referendum schuldig zou maken aan machtsmisbruik is slechts een voorwendsel dat door de coupplegers werd gebruikt om het afzetten (en ontvoeren) van Zelaya te rechtvaardigen. Het ‘ambtsdelict’ van Zelaya bestond er uit dat hij de Hondurese bevolking iets te zeggen wilde geven over het al dan niet veranderen van de grondwet.
Zelaya is in de loop van zijn presidentschap een relatief linkse koers gaan varen. Dat is wat de militaire coupplegers en de politieke en economische krachten die hen steunden werkelijk stoort. We moeten daarbij bedenken dat Honduras niet alleen samen met Haïti het armste land van Latijns Amerika is, maar ook een land waar een kleine steenrijke elite al decennia de dienst uitmaakt. Soms via een militair bewind, soms via een gekozen president. Zelaya, die zelf afkomstig is uit die elite, is in de loop van zijn presidentschap steeds meer in gaan zien dat er zowel politieke als economische hervormingen noodzakelijk zijn om aan de schrijnende armoede, ongelijkheid en repressie in zijn land een einde te maken. Dat wordt hem door de elite hoogst kwalijk genomen. Een mogelijke voortzetting van dat beleid hebben ze met het afzetten en ontvoeren van Zelaya willen voorkomen. Dat volstrekt ongrondwettige optreden wordt door Van Baalen gesteund, ook al is het leger volgens hem met de ontvoering van Zelaya wat te ver gegaan.
Ook uit het opreden van Van Baalen in Nicaragua blijkt een pijnlijk gebrek aan inzicht in de historie van dat land en met name de geschiedenis van zijn eigen liberale stroming. Van Baalen ging naar eigen zeggen naar Nicaragua om de vier liberale partijen daar tot eenheid te brengen. Dat is een mooi streven, want de liberalen in dat land leveren al decennialang een soms bloedige onderlinge strijd. De langdurige en bloedige dictatuur van de familie Somoza werd door een deel van de liberalen gesteund, (de Liberale Partij was de regeringspartij), terwijl de ‘onafhankelijke’ liberalen in de gevangenis crepeerden. Na de val van de liberaal Somoza sloot een deel van de liberalen zich aan bij het nieuwe sandinistische regime, een ander deel werkte met de VS samen in het opzetten van de terreurbeweging die bekend stond onder de naam ‘contra’s’, mede gefinancierd door illegale wapenleveranties aan Iran en drugshandel (Irangate). En weer een andere vleugel zat bij de binnenlandse ‘vreedzame’ oppositie.
In 1997 werd er weer een liberaal tot president van Nicaragua gekozen: Arnoldo Alemán. Zijn regering staat bekend als de meest corrupte die het Middenamerikaanse land ooit heeft gekend. Alemán werd na zijn aftreden tot twintig jaar gevangenis veroordeeld wegens corruptie en verduistering van in totaal 42 miljoen euro. Transparency International rekent hem tot een van de tien meest corrupte leiders ooit. Zijn partij, de Constitutionele Liberalen, sloten vervolgens een uiterst onsmakelijke politieke deal met de sandinisten, waarbij Alemán vrijkwam en Ortega uitgesloten werd van rechtsvervolging.
Het is duidelijk dat de verdeeldheid tussen de vier liberale partijen van Nicaragua diep zit. Maar zoals gezegd, Van Baalen gaat geen zee te hoog. Nadat hij de coupplegers in Honduras zijn zegen had gegeven, riep hij in Nicaragua dat president Ortega de Nicaraguaanse grondwet schendt, het parlement buiten spel zet en de kranten knevelt. En hij riep de bevolking op om Ortega bij de komende verkiezingen weg te stemmen. De altijd heetgebakerde Ortega trapte in deze provocatie en liet weten dat Van Baalen het land zou worden uitgezet, ook al zat de Europarlementariër inmiddels al in het vliegtuig naar Costa Rica. Met dit optreden is Van Baalen er in geslaagd de Nederlandse en internationale pers te halen. Aan de problematische situatie in Midden-Amerika heeft zijn optreden niets veranderd. Maar, zo liet hij in de Volkskrant optekenen: “In die landen (…) stel je echt wat voor als voorzitter van de Liberale Internationale.” Dat is een hele geruststelling.
Reactie toevoegen