Mei 68

Dit jaar is niet alleen het jaar van de 200e geboortedag van Karl Marx, maar ook 50 jaar na mei 68. Aan beide ‘verjaardagen’ zullen we de komende tijd op Grenzeloos aandacht besteden, zoals we dat ook gedaan hebben aan de honderdste verjaardag van de Russische Oktoberrevolutie. Als eerste bijdrage een stuk dat Joost Kircz tien jaar gelden schreef over mei 68. ‘Me i68’, om het Franse hoogtepunt gemakshalve als term voor een wereldwijd fenomeen te nemen, was een uitbarsting van een samenspel van na-oorlogse ontwikkelingen. Het bijzondere was het internationale karakter en de gelijkaardigheid van de leuzen, wensen, dromen en actievormen. Wil je een levendige en goed gedocumenteerde journalistieke beschrijving van dat jaar lezen, lees dan het bijna 500 pagina dikke overzicht van Mark Kurlansky 1968, Het jaar waarin alles anders werd. In het onderstaande kan er niet meer gedaan worden dan een paar hoofdlijnen van dit jaar van de barricades aan te stippen. Het werkelijke historische draaipunt is de tweede wereldoorlog. Het fascisme is verslagen, maar dit betekende ook dat koloniale volkeren gezien hadden dat de koloniale machten niet onaantastbaar waren. Nationale bevrijdingsbewegingen breidden zich uit als een heidebrand. De ene na de andere kolonie word zelfstandig, soms op min of meer rustige wijze, zoals India en Pakistan, soms pas na bloedige oorlogen, zoals in Vietnam, Indonesië en Algerije. De strijd in Europa is voor een belangrijk deel het werk van het Russische leger geweest. De angst voor het communisme en het daarmee gepaard gaande verlies van markten zit zo diep dat Winston Churchill na de val van Berlijn voorstelde om door te stoten naar Moskou, eventueel met gebruik van de splinternieuwe atoombom. De Koude Oorlog begint; de Sovjet Unie en Oost-Europa worden een bureaucratisch blok waar de herinnering van de strijd tegen het fascisme als opkalefatering dient voor de strijd tegen het westen en iedere poging tot liberalisering. Aan de andere kant van het ijzeren gordijn word NAVO opgericht als militair pact tegen de Sovjet Unie en haar bondgenoten, die op hun beurt weer het Warschaupact oprichten. In Oost Europa volgt na de ravage van de oorlog slechts een moeizaam, geïsoleerd, herstel. Het misdadige stalinistisch regiem stabiliseert zich. De Amerikaanse industrie weet door de grote Marschall programma’s Europa's export en industrieel potentieel te herstellen en verder uit te werken. Engeland wordt als grootmacht geheel overvleugeld. De Amerikanen steunen veel jonge ex- koloniale landen, waardoor zij grondstoffen ten koste van de oude overheersers gaan beheren. Dit uiteraard mits het regiem, al dan niet met directe of gesteunde interventies, pro-Amerikaans is geworden. West- Duitsland beleeft een stormachtige economische ontwikkeling doordat de industrie geheel opnieuw opgebouwd wordt, veelal met behoud van de oude structuren en personages. In Japan helpt de VS bezettingsmacht de vakbonden te breken en laat het de oude structuren bestaan waardoor zij een loyale partner in dat gebied krijgt. In Europa heerst een sfeer van wederopbouw, nieuwe vergezichten en klassensamenwerking. Maar overal vervalt de machtsstructuur weer in de oude patronen. De economische opbouw is primair, democratische en emancipatoire ontwikkelingen blijven achter. Spanje en Portugal blijven nog tientallen jaren fascistische dictaturen. In Griekenland is na een burgeroorlog de toestand instabiel - in de jaren zestig komt een militaire dictatuur aan de macht. De internationale machtsverhoudingen zijn grondig verandert en de versnelde industrialisatie maakt dat de verstedelijking sterk toeneemt en er een grote behoefte komt aan geschoolde arbeid. De generatie die de oorlog meemaakte is nog zwaar aangeslagen en vooral bezig met herstel, wederopbouw en consolidatie. Dat gaat, zeker in de rijke landen, gepaard met een behoefte om vooral het zogenaamde goede uit het oude te houden. Dus wel meer democratie, maar dan wel met mate. Het 'communistisch gevaar' en de koloniale bevrijdingsstrijd dienen als argumenten om de controle te houden en de ambities van de bevolking te temperen. Het is dan ook begrijpelijk dat de generatie die nog net in, maar merendeels vlak na de oorlog geboren is, geconfronteerd werd met de hevige spanning tussen de kleinburgerlijke ambities voor stabiliteit, verwerking van een oorlogsverleden en de ideologie van 'een nieuwe wereld' en 'nooit meer oorlog' enerzijds en anderzijds de opbouw van een enorm industrieel-militair complex dat er op is gericht de economische macht en stabiliteit van het 'vrije westen' te zekeren. De tweede wereldoorlog was de eerste oorlog waarbij industriële wapenontwikkeling centraal stond. Een van de resultaten was een industrialisatie en moderniseringsgolf op alle gebieden. De vraag naar geschoolde arbeid deed het hoger onderwijs explosief groeien. Geboortebeperking werd door de uitvinding van de anti-conceptie pil niet alleen een antwoord op de maatschappelijke ontwrichting door veel te grote gezinnen, maar ook een hefboom om seksualiteit, en met name vrouwelijke seksualiteit, een eigen plaats te kunnen geven. De wereld werd ook kleiner, het vliegverkeer kwam in opkomst, de televisie deed haar intreden en in de jaren zestig begon de directe live uitzending via satelliet het verre nabij te brengen. Met de offset pers werd het opeens mogelijk heel snel bladen en affiches met tekst, beeld en kleur te maken. Dit alles kwam bij elkaar in het jaar dat begon met het Tet offensief van de Vietnamese onafhankelijkheidsstrijders en werd afgesloten met de lancering van de Apollo 8 maanmissie

Vrijheid in woord en daad

Ieder jaar kunnen we wel een lijst opstellen van unieke geweldsdaden, natuurrampen, uitvindingen, regeringswisselingen of hypes. 'Mei ‘68' is daarin niet uniek, wel is uniek dat de neuzen allemaal de zelfde kant op stonden. De internationale misère, van de oorlog in Vietnam tot de buitengewoon bloedige burgeroorlog in Nigeria, sloot aan bij een wereldwijde tegenstelling tussen de burgerlijke maatschappijopvatting in het westen en de dito burgerlijke stalinistische maatschappijopvatting in Oost-Europa tegenover de ambities van groei en ontwikkeling. De nieuwe generatie, die in ongekende aantallen de instituten voor hoger onderwijs bevolkte, werd geconfronteerd met de volledige maatschappelijke hypocrisie van de wederopbouw: zogenaamd het creëren van een betere wereld maar met het in stand houden van (neo-)koloniale uitbuiting, economische onderdrukking en morele achterlijkheid. 'Wat deden mijn ouders in de oorlog?', was de vraag die veel jongeren zich stelden, waren ze helden, meelopers, slachtoffers of uitvoerders van geweldsmisdrijven? De dagelijkse schijn liep volledig uit de pas met de dagelijkse werkelijkheid en de nieuwe ambities die zich wereldwijd aankondigden. Internationaal nieuws kwam direct in de huiskamer, verre reizen duurden niet meer jaren, de actualiteit besloeg nu de hele planeet. De confrontaties waren meer dan een generatieprobleem. In Nederland verdedigde de Communistische Partij Nederland terughoudendheid van steun aan de Vietnamese bevrijdingsbeweging. Hadden de Amerikanen ons immers niet bevrijd van het fascisme en was het neo-fascisme in Duitsland niet een veel groter gevaar? Waarom steunde de Sovjet Unie Vietnam nauwelijks, was haar eigen stabiliteit en opkomende handelsbelangen met het Westen belangrijker dan de strijd voor een rechtvaardige wereld? In de VS was de dienstplicht ingesteld om troepen voor Vietnam te ronselen. De Out Now beweging begon van de grond te komen. Jongens verscheurden hun oproepkaart en vertrokken naar Canada of Zweden, waaruit ze niet uitgeleverd konden worden. De burgerrechtenbeweging begon massaal te worden, de geweldloosheid van, de in april 1968 vermoorde, Martin Luther King vond een vervolg in Black Power en de Black Panters. Het beeld van de VS als verlichte natie brak. In Polen breken massale demonstraties uit voor meer democratie. In Tsjecho-Slowakije komt in januari 1968 een nieuwe liberale partijleider, Alexander Dubček, aan de macht en bloeide een massale democratiseringsbeweging op in de universiteiten en de bedrijven. Deze 'Praagse lente' wordt in augustus door Warschaupact tanks overreden. Inderdaad, Mei ‘68 in Parijs werd het icoon. De studentenopstand die leidde tot een algemene werkstaking die het land, inclusief douane, volledig plat legt. De affichecultuur, de openbare debatten, het verlangen om daadwerkelijk invulling te geven aan de principes van democratie, zelforganisatie en zelfbeschikking op alle niveaus, door en voor alle volkeren werd het meest aansprekend verwoord in Frankrijk. 'Mei 68' was de kop van een golf die na 1945 opkwam. Een golf die werd geboren uit de internationalisering van de wereld, de gelijkaardigheid van de problematiek waar wereldwijd een nieuwe generatie zich mee geconfronteerd zag en de botsing tussen de werkelijkheid en de ambities en mogelijkheden van de na-oorlogse wereld.

40 jaar later

Maar wat gebeurde er veertig jaar geleden eigenlijk in Nederland? Wij zagen de opkomst van massaal studentenverzet voor een democratische universiteit, grote Vietnam solidariteitsdemonstraties, de opkomst van een waaier van solidariteitscomite’s voor vrijwel alle landen in de derde wereld. Cuba werd als creatief voorbeeld gezien. Tegen de inval in Tsjecho-Slowakije demonstreerden we met de leus 'Communisme Ja, Stalinisme Nee!'. In Mexico werd een demonstratie tegen de daar te houden Olympische zomerspelen uit elkaar geschoten. Minstens 300 doden en veel vermisten. Het Mexicaanse consulaat in Amsterdam werd bezet: de eerste politieke bezetting in Nederland. Een ongekende brutaliteit! Er is heel veel gebeurd. Verbeelding zette de doelen, het bereiken ervan is langdurig handwerk. Handwerk waardoor bijvoorbeeld het onderwijs vergaand toegankelijk is geworden en de macht van de kerken teruggedrongen. Homoseksualiteit is relatief geaccepteerd. Het katholieke volksdeel is bevrijd van de macht van de pastoor. De vorming van de PKN bewijst de neergang van de protestantse zuil. Het aantal werkende vrouwen neemt nog steeds gestaag toe en daarmee hun onafhankelijkheid en zelfbewustzijn. In veel oude koloniale landen groeit de welvaart en daarmee de politieke betrokkenheid van hele lagen van de bevolking. Veertig jaar later horen we echter ook grote getale geborneerde – vooral - mannen klagen dat 'de verbeelding aan de macht' niets heeft opgeleverd. Terwijl ze klagen worden de verworvenheden van 68 afgebroken. Twee jaar geleden kon je in studentenacties de terechte leus 'de babyboomers hebben ons verraden' horen. Dat Balkenende IV nu niet, zoals vorige van christelijkheid doordesemde kabinetten, het communistische gevaar maar de Islam als externe vijand aanroept is geen essentieel verschil. De roep om de vrouw terug in de keuken, het kindertal weer omhoog en de godsdienst als 'zingeving' in het onderwijs is een regressie tegen fundamentele verworvenheden. Zij die nu klagen dat er niets verandert is, beklagen eigenlijk dat zij hun eigen ambities niet waargemaakt hebben. Door deze op te blazen tot onzinnige claims proberen de spijtoptanten vertroosting te vinden in het ontkennen en afzweren van hun vroegere creativiteit en leven. De leus van 1968 blijft nog onverminderd geldig: 'dit is slechts een begin, wij gaan door met de strijd.'

Dossier
Soort artikel

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop