De gebeurtenissen in Nederland op en om 12 september 2012 waren geen democratische Kamerverkiezingen. Ze waren slechts een goocheltruc. De VVD en de PvdA hebben ze gebruikt om voor enkele korte weken de schijn van meerderheidssteun te wekken, zodat ze daarna jarenlang kunnen regeren. En dit tegen de wil en de belangen van de meerderheid van de bevolking. De samenleving moet in beweging komen op basis van de waarheid dat dit kabinet geen democratisch mandaat heeft voor zijn bezuinigingen.
Socialisten hebben altijd kritiek gehad op de parlementaire democratie. We hebben erop gewezen dat naast beslissingen die door democratisch gekozen parlementen worden genomen, minstens even belangrijke beslissingen genomen worden op werkplekken en in besturen van ondemocratisch georganiseerde banken en bedrijven. Daarom bepleiten we, naast politieke democratie, ook voor democratisering van de economie. De politieke democratie wordt gecorrumpeerd door gelobby, illegale en legale manieren van omkoping, en chantage door de financiële markten. Daarom bepleiten we, naast vertegenwoordigende democratie vormen van basisdemocratie.
Gedurende de twintigste eeuw, vooral na de bevrijding, zagen we op momenten een grotere rol in de parlementaire democratie voor maatschappelijke organisaties zoals vakbonden. Deze grotere deelname van sociale organisaties was een verdieping van de democratie. In Nederland vond dit grotendeels plaats in het kader van de verzuiling, waarin politieke partijen sterke banden hadden met maatschappelijke organisaties en rekening moesten houden met hun achterban. De PvdA moest bijvoorbeeld tot op zekere hoogte rekening houden met de werknemers verenigd in de FNV.
Banden verzwakt
Maar met de opkomst van het neoliberalisme vanaf de jaren tachtig nam de afstand tussen de sociaaldemocratie en haar maatschappelijke achterban toe, in Nederland en daar buiten. Sinds het uitbreken van de crisis in 2008 zijn de banden tussen sociaaldemocratische partijen en vakbonden nog verder verzwakt. Het proces is in Nederland met de PvdA misschien nog niet zo extreem vergeleken met de PASOK in Griekenland, maar vergeleken met andere Noord-Europese landen is het al ver gevorderd.
Dit is de context van de goocheltruc van 2012. Om uit een zeer diep dal te komen, vlak op tijd voor de verkiezingen, moest de PvdA de banden met haar achterban enigszins herstellen door zich te profileren als een soort ‘SP-light’. Tijdens de formatie heeft de partijleiding in recordtijd kleur bekend als ‘VVD-light’. Het gemak en de snelheid waarmee het PvdA-congres akkoord ging liet zien hoe extreem zwak de banden tussen partij en achterban geworden zijn.
Het recente schijndebat in de PvdA over ‘illegalen’ bevestigt de trend. Aan de ene kant accepteren veel leden dat ze steeds minder opties hebben. Aan de andere kant zijn er steeds meer PvdA’ers voor wie het pluche belangrijker is dan welk principe ook, die en/of overtuigde voorstanders zijn van de neoliberale orthodoxie, en/of oprecht bang zijn voor migratie. Op die manier is de PvdA in de peilingen terug in hetzelfde diepe dal gezakt.
Nog belangrijker is dat de banden tussen de PvdA, bonden en bewegingen steeds zwakker worden. Een rechtse PvdA-er als Ton Heerts kan nog gekozen worden als FNV-voorzitter, maar dit is niet omdat de basis zich met hem identificeert, maar omdat de overweldigende meerderheid passief is en bezoldigde bestuurders het proces naar hun hand kunnen zetten. Daar waar de leden zelf in actie komen – vooral onder nieuwe lagen, vaak bestaande uit vrouwen en migranten, zoals in de zorg en de schoonmaakbranche – zijn banden met de PvdA juist nagenoeg afwezig.
Het gekke is dat politici dit systeem blijven verdedigen met argumenten die helemaal los van de werkelijkheid zijn komen te staan. In onze democratie, zeggen ze, stemmen burgers op een partij die hun meningen en belangen vertegenwoordigt, en omdat geen partij een absolute meerderheid krijgt, moet deze compromissen sluiten. Maar wie of wat werd in 2012 door de PvdA vertegenwoordigd? Wat voor aanwijzingen zijn er dat dit regeerakkoord op hoofdlijnen een compromis was, terwijl het eenzelfde beleid voortzet dat de PvdA, evenals de VVD, al decennialang voert? Wat voor democratische legitimiteit heeft een regering die de steun geniet van nog geen derde van de kiezers en steeds minder sociale wortels heeft? Kortom, is dit kabinet tot stand gekomen door een compromis, of gewoon door een leugen?
ECB en monarchie
De Nederlandse staat verliest democratische legitimiteit door de toenemende macht van ondemocratische internationale instellingen, zowel op Europees als op wereldniveau. Ook in dit opzicht loopt Nederland helaas voorop in de uitholling van de democratie. Omdat het Nederlandse kapitaal al eeuwenlang een sterk internationaal karakter heeft, zijn en blijven Nederlandse regeringen de kampioen van de vrije beweging van goederen, van diensten en vooral van kapitaal. Als andere, democratisch gekozen regeringen iets proberen te doen om de antidemocratische en sociaal schadelijke macht van bijvoorbeeld de Wereldhandelsorganisatie in te perken, staat Nederland voorop om het internationale handelsstelsel te verdedigen.
Ook op Europees niveau gaat dit kabinet akkoord met maatregelen om de macht van democratisch gekozen parlementen om belastingen te heffen en begrotingen vast te stellen in te perken. Het verbergt deze overheveling van macht naar Europese instanties enigszins achter een leeg nationalisme. Een Europees volkslied mag van Nederland niet, en een belasting op het flitskapitaal ook niet, want democratische beslissingen moeten ‘zo dicht mogelijk bij de burger worden genomen’. Maar cruciale economische beslissingen? Die zijn volgens dit kabinet wel veilig in de handen van de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank. Eenzelfde soort leeg nationalisme was te zien in het recente circus rond de troonwisseling. Volgens Mark Rutte was het voortbestaan van een erfelijk, en dus ondemocratisch, staatshoofd in Nederland ‘een paradox, maar een goede paradox’. Eigenlijk is dit helemaal geen paradox. De monarchie is een belangrijk instrument om de bevolking ervan te overtuigen om zich met het ondemocratische karakter van de Nederlandse staat te verzoenen en zich, tegen de eigen belangen in, met de BV Nederland te identificeren. En het is geen goedkoop instrument. Het salaris van onze ongekozen vorst is ruim twee keer zo hoog als dat van de gekozen president van de Verenigde Staten. Daar komen nog de de miljoenen bij die zonet over de balk zijn gegooid voor de troonwisseling, allemaal op kosten van de belastingbetaler.
SP
Als enige anti-neoliberale partij van Nederland wordt de SP structureel benadeeld binnen dit stelsel. Na de verkiezingen van 2010, toen de PVV 24 zetels won, zou het ondemocratisch zijn geweest om die partij totaal buiten de regeringsmacht te houden, zo kregen we te horen. Maar toen de SP 25 zetels had in 2006 was het geen probleem om de socialisten te weren. Ook heeft de SP nog geen enkele burgemeester. En toch blijft de SP trouw zweren aan de parlementaire democratie zoals die nu bestaat.
Deze verklaringen van de SP zijn deels een ritueel om haar maoïstische verleden te bezweren en om aanvallen van rechts die hieraan herinneren af te slaan. Maar ze zijn ook deel van haar verstoorde verhouding met buitenparlementaire bewegingen. ‘Geen fractie zonder actie’ is een motto dat een eenzijdige parlementaire benadering moet uitsluiten. Maar als het gaat om de vormgeving van een socialere maatschappij, wil de SP in overleg met andere parlementaire partijen, vanuit het parlement de kaders bepalen, In dit soort debatten worden buitenparlementaire bewegingen niet betrokken. En als bewegingen zelf het heft in handen proberen te nemen reageert de SP vaak voorzichtig.
Naast democratisering van de economie, zou de SP ook de democratisering van de politiek moeten nastreven. Er is natuurlijk veel werk nodig om voorstellen uit te werken voor een vernieuwde democratie, voor een democratie die verder gaat dan eens in de vier jaar stemmen en in de tussentijd af en toe protesteren. De huidige crisis van de democratie geeft voor zo’n discussie iedere aanleiding.
Onregeerbaar
Maar we hoeven geen lange discussie over de toekomst van de democratie af te wachten om af te rekenen met de nepdemocratie van nu. Een belangrijke factor in de zwakte van het verzet tegen dit afbraakkabinet is het breed gedeelde gevoel, zelfs onder de slachtoffers van bezuinigingen, dat deze regering democratisch gekozen is en dus een mandaat heeft voor haar maatregelen. Terwijl dat in wezen niet zo is.
Het doel van de linkervleugel in de FNV en van andere bewegingen moet niet zijn om de scherpste randjes van het beleid af te vijlen terwijl we ondertussen op de volgende verkiezingen wachten, maar om dit asociale en illegitieme kabinet af te zetten. Dat kan gedaan worden als protest zo massaal wordt dat business as usual onmogelijk wordt. Dit is geen doel voor volgende week of volgende maand. Er is een heleboel mobilisatie en machtsvorming nodig voordat links zijn huidige zwakke positie achter zich kan later en in het offensief kan gaan. Maar het is volstrekt democratisch om door actie op straat maatregelen tegen te houden die de meerderheid niet wil en nooit democratisch heeft aanvaard. De val van dit kabinet is een voorwaarde voor nieuwe verkiezingen, en op termijn een linkse regering, als een echt democratische uitdrukking van de samenleving in actie.
Reactie toevoegen