Rutger Groot Wassink: ‘Verandering is vooral een kwestie van hard werken’

Mark Rutte noemde Amsterdam ‘verloren aan links’, toen het stadsbestuur van Rutger Groot Wassink er geïnstalleerd werd. Kevin Levie sprak met de GroenLinks-wethouder over grote idealen en de realiteit van de macht.

[leestijd 4 minuten] Op de werkkamer van Rutger Groot Wassink (44), wethouder te Amsterdam, liggen twee boeken prominent in het zicht. Het eerste is een vroege druk van Mei van Herman Gorter: hij kreeg het van zijn fractie, nadat hij als architect van het linkse college het coalitieakkoord ‘Een nieuwe lente, een nieuw geluid’ doopte. Op het tweede boek prijkt Jozef Stalin op de voorkant: het blijkt een verzameling van portretten van staatshoofden te zijn. ‘Dat vond ik hier op het Waterlooplein,’ lacht Groot Wassink. ‘Geweldig om daarmee mensen die hier komen te laten schrikken.’

Groot Wassink is inmiddels bijna negen maanden wethouder sociale zaken, diversiteit en democratisering. Na de gemeenteraadsverkiezingen in maart stelde hij als lijsttrekker van GroenLinks, de grootste partij, het stadsbestuur samen: GroenLinks, D66, PvdA en SP maken sindsdien de dienst uit in Amsterdam. Mark Rutte noemde dat college ‘helemaal niks’ en stelde dat Amsterdam ‘verloren is aan links’.

Is de tegenstelling tussen het Amsterdamse college en het kabinet in Den Haag zo groot als het lijkt?

‘Er is wel een kloof: Amsterdammers hebben de neiging de republiek uit te roepen, en voor Den Haag zijn wij ‘the guy you love to hate’. Maar het is eigenlijk buiten elke proportie dat de premier zegt dat Amsterdam verloren is, en afgeeft op de ‘witte wijn-sippende Amsterdamse elite’. Ik heb wel eens de indruk dat ik me beter weet in te houden dan Rutte: uiteindelijk zit ik hier om iets te bereiken, en de verhoudingen op scherp zetten maakt dat alleen maar moeilijker.’

Je bent er met Den Haag wel uit over de 24-uursopvang voor ongedocumenteerden: mensen die geen verblijfsvergunning hebben en nu vaak overdag op straat rondhangen. Hoe kreeg je dat voor elkaar?

‘Wat veel heeft geholpen is dat het denken over dit onderwerp verschoven is, ook in Den Haag. Uit onderzoek blijkt dat mensen tijd en rust geven om te werken aan perspectief echt helpt. Het discours is verlegd, en dat is precies de kerntaak van types als ik. Het is nu normaal geworden om te zeggen: we gaan die mensen anderhalf jaar opvangen en ondersteunen. In andere grote steden gaat dat nu ook gebeuren en de staatssecretaris steunt dat. Terwijl eerder de basale bed-bad-brood-opvang al te veel was.’

Van de linkerkant was er ook kritiek: onder andere over de maximale verblijfsduur in de opvang van anderhalf jaar, en over het delen van informatie met de IND. Is die kritiek terecht?

‘Ik heb nooit de illusie gehad dat ik met dit plan het falende asielbeleid kon fiksen: de oplossing daarvoor ligt niet in de gemeente. Het is een stap in de goede richting, geen permanente oplossing, en er blijven altijd mensen buiten de boot vallen. De kritiek over het delen van informatie met de IND begrijp ik niet: dat is juist nodig om te kijken of iemand toch kans maakt op een verblijfsvergunning. Ik snap wel dat mensen het vervelend vinden als ik ze op een gegeven moment uit de opvang zet. Maar als iemand geen juridisch perspectief heeft en verder niets wil, dan heb ik die plaats te dringend nodig voor iemand anders en is de opvang in tijd gelimiteerd.’

Begin januari werd het ADM-terrein ontruimd, een broedplaats waar kunstenaars en andere vrijdenkers woonden. Door GroenLinks-burgemeester Femke Halsema, in een stad met een GroenLinks-college. Kun je in zo’n geval als bestuurder burgerlijk ongehoorzaam zijn?

‘Dat de burgemeester dat terrein moest ontruimen is natuurlijk heel ironisch. Heel vervelend. Maar de rechter is er heel vaak duidelijk over geweest, en ik daag iedereen die zegt dat het anders had gekund uit te leggen hoe dan. Burgerlijke ongehoorzaamheid is volgens mij geen optie, omdat je dan in een juridische strijd terechtkomt die je verliest. Je kunt hooguit iets symbolisch doen, maar daar zou in de huidige coalitie geen draagvlak voor zijn. Ik vind het wel een verschil of je je verzet tegen het kabinet - zoals toen Amsterdam weigerde de tegenprestatie in de bijstand uit te voeren - of tegen een uitspraak van de rechter.’

Toch roept zo’n kwestie de vraag op: als je aan de macht bent, reproduceer je dan niet per definitie de status quo?

‘Ik denk dat dat altijd tot op zekere hoogte zo is. Maar als Amsterdam straks autoluw wordt of van het aardgas af gaat, veránder je de status quo ook. Door wethouder te worden, plaats je jezelf in een positie waarin de mogelijkheden beperkter zijn dan als raadslid. Misschien zie ik straks, als ik langer op deze plek zit en minder zoekende ben, meer mogelijkheden dan nu. Maar ik denk zelf - op het gebied van werkgelegenheid, zeggenschap voor Amsterdammers, de opvang voor ongedocumenteerden, ga zo maar door - dat ik genoeg kan veranderen om het voor mij de moeite waard te maken.’

Ben je bang dat je je achterban teleurstelt door de kloof tussen je scherpe linkse profiel en wat je als wethouder kunt bereiken?

‘Ik ga toch niet liegen over waar ik politiek sta? Toen ik in een interview zei dat ik ooit op SAP-Rebel had gestemd kreeg ik heel veel gezeik, maar die hadden gewoon een goed programma! ‘Kies je voor de macht of niet’ is een klassiek dilemma voor links. Ik zal ongetwijfeld mensen persoonlijk teleurstellen. Maar ik vertegenwoordig ideeën en als mensen menen dat ze die ideeën onvoldoende terugzien, merk ik dat bij de volgende verkiezingen. Ook voordat ik op deze plek zat vonden sommige linkse mensen me een klasseverrader, omdat ik GroenLinkser ben. Dat zijn er nu dan wat meer. Tsja.’

Bijna honderd jaar geleden waren de hoogtijdagen van het ‘wethouderssocialisme’: SDAP-wethouders als Wibaut, Vliegen en De Miranda bouwden het huidige Amsterdam op. Spiegel je je aan hen?’

‘Met reuzen als zij vergelijk ik me niet, maar ik denk wel dat zij eenzelfde last hadden van dilemma’s tussen droom en daad. Ik voel ook verwantschap met socialisten als Troelstra en Domela Nieuwenhuis, en hoe zij altijd kozen voor de zwaksten. Concrete lessen van hen voor deze tijd? Hooguit dat je niet te vroeg de revolutie moet uitroepen. Beide heren hadden een groot vertrouwen dat in de toekomst alles goed zou komen. Ik ben daar nooit zo van geweest. Verandering is vooral een kwestie van hard werken.’

Soort artikel

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop