Onlangs debatteerde de Tweede Kamer over het Europees herstelfonds en de meerjarenbegroting, de plannen waarover de Europese Raad in juli moeizaam een akkoord bereikte. Mark Rutte moest zich nu voor het parlement verantwoorden voor de aangegane engagementen. Dat parlement had hem met een behoorlijk eurosceptische opdracht naar Brussel gestuurd.
U kan het Kamerdebat hier zelf nalezen. Hier vindt u de brief waarmee de regering verslag deed over de Europese Raad. Het is allemaal best interessant, maar u moet er wel uw tijd voor nemen. Ik licht er enkele punten uit.
In het debat stonden twee samenhangende visies tegenover elkaar: die van Mark Rutte (VVD) en die van Geert Wilders (PVV). Mark Rutte verdedigt het herstelfonds door te wijzen op de Nederlandse belangen: de EU is goed voor de Nederlandse export, Nederland heeft baat bij de euro waarvan de koers een stuk lager ligt dan potentieel de gulden en, vooral, in een onzekere en instabiele wereld heeft Nederland er belang bij ingebed te zijn in het groter geheel van de EU. Het is opvallend hoe Rutte vooral het argument van de onzekere en instabiele wereld bespeelt, wetende dat dit de toenemende populariteit van de EU in Europa verklaart. Hij wil zijn liefde voor de EU niet beperken tot de Nederlandse koopmansgeest.
Daartegenover staat Wilders: die snapt niet waarom miljarden belastinggeld opgehoest door Nederlanders naar mensen in Zuid-Europa gaat, terwijl in Nederland zelf er geen geld is voor een loosverhoging in de zorg, veel mensen in Nederland hun huur niet meer kunnen betalen, onze pensioenen gekort gaan worden… Het is een boodschap die we van Wilders vast nog gaan horen in de komende verkiezingscampagne.
Maar in dit debat heeft Rutte natuurlijk gelijk: het Europees herstelfonds is helemaal niet bedoeld voor de Italianen of de Spanjaarden, maar een politiek signaal naar de mensen in Europa en een economisch signaal naar de financiële markten dat de Europese Unie niet op het punt staat uit elkaar te vallen, maar integendeel gewapend is om de crises aan te pakken.
Het valt echter op welke onwaarschijnlijke juridische spitsvondigheden Rutte uit zijn hoed moet toveren om dit verhaal door de Tweede Kamer te krijgen.
De Tweede Kamer sprak zich duidelijk uit tegen gemeenschappelijke Europese schulden. Maar het herstelfonds wordt niet gevoed door gemeenschappelijke schulden, aldus Rutte, want iedere lidstaat staat borg voor een eigen aandeel. Op de vraag wat er dan gebeurt met schuld wanneer een lidstaat aan zijn verplichtingen niet kan voldoen, blijft hij het antwoord schuldig. Je kan je ook afvragen hoe dat schuldpapier op de financiële markten er dan gaat uitzien: per lidstaat, of met een coupon per lidstaat? En waarom zou de Italiaanse coupon dan een even lage rente krijgen als de Duitse? Gekker moet het niet worden.
De Tweede Kamer wil geen Europese belastingen. Die komen er ook niet volgens Rutte. Om de schulden terug te betalen komen er wel eigen inkomsten, zoals een heffing op plastic afval, misschien een CO2-heffing, en dergelijke. Maar dat zijn geen belastingen. Het kan zelfs voordelig zijn voor Nederland, want bij de heffing op plastic afval bijvoorbeeld is de verdeelsleutel tussen de lidstaten gunstiger dan bij belastingen het geval zou zijn…
De Tweede Kamer wil waarborgen dat giften aan lidstaten geblokkeerd worden wanneer lidstaten beloofde hervormingen niet doorvoeren. Verdragsrechtelijk is de Europese Commissie hier echter bevoegd, dus hoe kan een lidstaat dan een veto uitspreken tegen uitbetalingen? Ja, zegt Rutte, dat klopt, maar de Verdragen wijzigen was te ingewikkeld. Dus hebben we een politiek akkoord gesloten, zodat intergouvernementeel wordt beslist wat volgens de Verdragen eigenlijk een communautaire bevoegdheid is. En Rutte heeft er alle vertrouwen in dat de Commissie zich aan dit politiek akkoord gaat houden.
Waarom heeft Rutte niet gewacht op een akkoord van de Tweede Kamer alvorens het akkoord in de Europese Raad goed te keuren, aldus Renske Leijten van de SP. Dat was toch democratische geweest? Neen, zegt Rutte, want de Tweede Kamer houdt de volle bevoegdheid in verband met begrotingsuitgaven. Uit de hoek van D66 (een regeringspartij) wordt hier aan toegevoegd dat uit de stemming wel zal blijken dat Rutte een Kamermeerderheid achter zich heeft. Ah, zo zit dat. Zodra je een meerderheid hebt is het democratisch? Ze zullen het in Polen of Hongarije graag horen. Wanneer Renske Leijten aandringt moet Rutte toegeven dat een negatieve stemming in de Tweede Kamer wel tot een crisis in de EU zou leiden. En dat is ook zo: de Europese Raad is niet zomaar een bijeenkomst van regeringsleiders, maar een orgaan van de EU, een supranationaal orgaan dat beslissingen neemt die dan bindend zijn voor de leden. Precies zo werkt het ongrijpbare autoritair karakter van de Europese Unie. Een debat in de Tweede Kamer is leuk, maar je moet er niet aan denken de Europese Raad terug te fluiten.
Volgt u nog? Met de ene juridische spitsvondigheid na de andere lult Rutte zich er uit. Als het op inhoud aankomt valt hij terug op de Nederlandse export en een onveilige en instabiele wereld.
Het debat in de Tweede Kamer is een teken aan de wand: geen juridische spitsvondigheid is te veel om geleidelijk het eurosceptisch klimaat in Nederland op te rollen, dit in afwachting van de komende verkiezingen in maart. Als er dan geen ongelukken gebeuren kan het gevecht voor de EU daarna misschien met een meer open vizier gevoerd worden.
De eurofiele politieke krachten in de Tweede Kamer lachten alvast in hun vuistje. Hun kritiek op Rutte is dat hij zich te veel heeft opgesteld als “mister no”, en zo kansen heeft laten liggen om aan het herstelfonds en de meerjarenbegroting een positievere draai te geven.
Opvallend is dat GroenLinks bij de “gemiste kansen” ook de financiële rem op de uitgaven voor migratiebeleid, grensbewaking en defensie vermeldt. Bizar! Maar Rutte stelt gerust: voor deze posten is inderdaad minder geld voorzien dan de Commissie voorstelde, maar toch meer dan in de vorige begrotingen het geval was.
Tenslotte valt het op dat alle partijen, inbegrepen Renske Leijten van de SP – maar dit misschien in een onbewaakt ogenblik -, Rutte voor de voeten werpt dat hij de belofte niet gaat kunnen waarmaken dat lidstaten enkel giften zullen krijgen als ze beloofde hervormingen doorvoeren. Je hoort wel eens dat het neoliberalisme zijn beste tijd gekend heeft. Maar wat een quasi unanieme Tweede Kamer betreft geldt dat misschien voor Nederland maar niet voor de landen in het Zuiden van Europa: die moeten eerst nog eens door de hel van de neoliberale hervormingen.
Gelukkig zal de soep niet zo heet worden gegeten als ze in de Tweede Kamer wordt opgediend. Rutte gaf al aan dat de noodrem enkel wordt ingezet bij “flagrant” niet nakomen van beloofde hervormingen. Tot 30 april 2021 hebben de lidstaten tijd om een plan met investeringen en hervormingen in te dienen bij de Commissie. Italië zal er wel voor zorgen dat het hervormingen voorstelt waar het zelf ook achter staat. En in Nederland zijn de verkiezingen dan net achter de rug, dus dan zien we wel weer.
Reactie toevoegen