Het nieuwe tijdperk van plagen in het kapitalisme, deel 7

Ian Angus - 
Verkopers op natte markten verkopen een breed assortiment groenten, fruit en vlees.

Dit is deel 7 van een serie artikelen over de oorzaken en gevolgen van het afglijden van het wereldwijde kapitalisme naar een tijdperk waarin infectieziekten steeds vaker voorkomen. Mijn standpunten worden voortdurend besproken en in de praktijk getest. Ik kijk uit naar jullie commentaar, kritiek en correcties. Hier zijn deel 1, deel 2, deel 3, deel 4. deel 5 en deel 6 te lezen. [leestijd 10 minuten]

Het fokken van wilde dieren en natte markten

Het commercieel fokken van wilde dieren als luxe voedsel voor de rijken veroorzaakte een wereldwijde pandemie.

Eind jaren tachtig begon de Chinese regering boeren die uit de varkens- en pluimveemarkt waren gedrukt, aan te moedigen over te schakelen op niet-traditionele veeteelt. Het Nationale Volkscongres van 1988 verklaarde dat wilde dieren een hulpbron waren die gebruikt moest worden voor economische ontwikkeling en in 2004 werd het commercieel fokken van 54 wilde soorten officieel goedgekeurd. Nationale en staatsagentschappen werden geïnstrueerd om 'het fokken en het op de markt brengen van wilde landdieren waarvoor een volwassen foktechnologie was ontwikkeld, actief te bevorderen.' [1]

Deze cijfers zijn exclusief de illegale handel in wilde dieren, die omvangrijk is.

Die opening trok privé-investeringen aan en leidde tot een snelle groei. In 2016 schatte de Chinese Academy of Engineering dat de legale wilde dieren-industrie meer dan 14 miljoen mensen tewerkstelde, met een omzet van in totaal bijna 68 miljard euro per jaar. Gedetailleerde statistieken zijn niet beschikbaar, maar in 2020 werd gemeld dat bijna 20.000 boerderijen wilde dieren fokten voor de verkoop als voedsel. [2] Het ging onder andere om bamboeratten, schubdieren, pauwen, palmcivetkatten, wasbeerhonden, stekelvarkens, zwijnen en vele andere soorten.

De traditionele voedsel mythe

Artikelen over de handel in wilde dieren in China beschrijven het eten van exotische dieren vaak als een oud kenmerk van de Chinese cultuur, in stand gehouden door onwetende boeren die naar de steden zijn gemigreerd. Vaak wordt dat voorgesteld als een racistische karikatuur, een bewijs dat de Chinese eetgewoonten onrein, wreed en barbaars zijn.

In feite, zoals Peter J. Li, een toonaangevende autoriteit op het gebied van dierenwelzijn in China, zegt, 'eet de meerderheid van de mensen in China geen wilde dieren.' [3]

De bewering dat die consumptie van wilde dieren traditioneel is, dat het terug te voeren is tot het oude China en dat er vraag is naar vlees van wilde dieren is verkeerde informatie die verspreid en in stand gehouden wordt door de fokkers van wilde dieren in het land en eigenaren van exotische restaurants. Ik heb de afgelopen twintig jaar de Chinese wildfokkerij en restaurantindustrie bestudeerd. Ik heb nooit bewijs gevonden voor de bewering dat China een traditie had van wijdverspreide consumptie van wilde dieren...

Het grootschalig fokken van wilde dieren in China en aanverwante bedrijven zoals de productie van voer voor wilde dieren, het transport tussen provincies van levende in gevangenschap gefokte en bejaagde dieren, de productie van diergeneesmiddelen en de honderdduizenden restaurants voor exotisch voedsel maken deel uit van een zakenimperium dat de afgelopen 40 jaar is ontstaan. Dat imperium toeschrijven aan de traditionele Chinese cultuur en daarmee suggereren dat het iets is om trots op te zijn, is een tactiek van bedrijven om critici de mond te snoeren. [4]

In een enquête uit 2020 was 97 procent van de Chinese burgers tegen het eten van wilde dieren en 79 procent tegen het gebruik van bont en andere producten van wilde dieren. [5] Uit een studie uit 2014 bleek dat het eten van wilde dieren deel uitmaakte van 'een modieuze levensstijl en een symbool van elitestatus' en dat 'consumenten met een hoger inkomen en een hogere onderwijsachtergrond meer wilde dieren consumeerden en de belangrijkste consumentengroep van wilde dieren vormden. [6]

De meeste wilde dieren die gefokt worden voor voedsel worden verkocht aan restaurants die zich richten op de stedelijke elite – managers en ambtenaren die zich dure maaltijden kunnen veroorloven en voor wie het eten en serveren van exotische dieren een gerespecteerde vorm van opzichtige consumptie is.

(Opgemerkt moet worden dat de opzichtige consumptie van wilde dieren door de rijken niet uniek is voor China. 'Amerikaanse trofeejagers betalen grof geld om dieren overzee te doden en importeren meer dan 126.000 trofeeën van wilde dieren per jaar... alleen maar om op te scheppen.' [7])

Het fokken van wilde dieren is dus geen voortzetting van traditionele praktijken, maar een uitbreiding van de industrialisatie en commercialisering van al het vee – in dit geval de industrialisatie en commercialisering van luxe voedsel voor de rijken. Dat is geen traditie – het is modern kapitalisme in actie.

Natte markten

Natte markten zijn detailhandelscentra voor de verkoop van bederfelijk voedsel – ze zijn nat omdat water en ijs de producten vers en schoon houden. De meeste verkopen alleen geslacht vlees, zeevruchten, groenten en fruit. Voor honderden miljoenen mensen over de hele wereld, vooral in Oost- en Zuidoost-Azië, zijn ze een essentiële voedingsbron. Ondanks de westerse misvattingen worden niet op alle natte markten levende dieren verkocht en geslacht en slechts een minderheid van de verkopers van levende dieren – voornamelijk groothandelaren die aan restaurants en cateraars verkopen – handelt in gekweekte of gejaagde wilde dieren.

Desondanks kan de handel in wilde dieren aanzienlijke gevaren opleveren voor de menselijke gezondheid. De voorzitter van de Chinese Medical Association en hoofd van het Guangzhou Institute of Respiratory Diseases trok deze conclusie uit de sars-epidemie van 2002-2003,

Markten voor wilde dieren zijn een gevaarlijke bron van mogelijke nieuwe infecties die de preventie van sars kunnen ondermijnen... Veel markten worden slecht beheerd en zijn onhygiënisch, zodat er kruisbesmetting, overdracht tussen soorten, versterking, genetische convergentie en vermenging van het coronavirus kan plaatsvinden. Handelaren in dieren die in de buurt van die besmette dieren staan, kunnen worden beïnvloed, net als de voedselverwerkers die besmette dieren slachten in restaurantkeukens, waardoor sars-cov van wilde dieren op mensen kan overspringen – en daarna van mens op mens. [8]

Meer recentelijk waarschuwde een rapport van het Milieuprogramma van de Verenigde Naties dat 'elke significante toename in het fokken van wilde dieren het risico inhoudt dat de toename in zoönosen die waarschijnlijk gepaard ging met de eerste domesticatie van dieren in het neolithische tijdperk, zo'n 12.000 jaar geleden, wordt herhaald.' [9]

In theorie zouden wildboerderijen kunnen zorgen voor goede sanitaire omstandigheden die het risico op ziekteoverdracht verminderen. Maar in werkelijkheid is het risico van ziekteoverdracht bij wildboerderijen aanzienlijk...

Op markten wordt een mix van diersoorten verhandeld – wilde, gefokte, en gedomesticeerde – in transportvoertuigen en in marktkooien...

Het nauwe contact tussen mensen en verschillende soorten wilde dieren in de wereldwijde handel in wilde dieren kan de overdracht van dier op mens van nieuwe virussen die verschillende gastheersoorten kunnen infecteren, vergemakkelijken. Dat kan leiden tot nieuwe ziektes met een hoger pandemisch potentieel, omdat de kans groter is dat die virussen zich versterken via overdracht van mens op mens en zich zo op grote schaal verspreiden. [10]

Meedogenloze evolutie

Virussen stoppen nooit met evolueren. En coronavirussen evolueren bijzonder snel. In de natuur zien we alleen de successen van de evolutie. De mislukkingen overleven immers niet of planten zich niet voort. Hoeveel gemuteerde virussen zonder succes van wilde dieren naar landbouwhuisdieren zijn overgesprongen is dus onbekend.

Palmcivetkat

Wat we wel weten is dat ergens in 2002 een voorheen onbekend coronavirus, waarschijnlijk recent geëvolueerd in de hoefijzervleermuis, gefokte palmcivetkatten in het zuiden van China besmette. Besmette civetkatten werden vervoerd naar natte markten in de provincie Guangdong, waar het virus zich verspreidde naar andere civetkatten en verder muteerde voordat het oversloeg op mensen. [11]

Het resultaat was het severe acute respiratory syndrome – sars – de eerste pandemie van de 21e eeuw. De longontsteking-achtige ziekte brak uit in Guangdong in november 2002, verspreidde zich vervolgens naar 29 andere landen, infecteerde ongeveer 8.100 mensen en kostte aan minstens 774 mensen het leven.

Vanaf het begin was er een sterk verband tussen de eerste uitbraak en de markten voor levende dieren. 'Ongeveer 40 procent van de eerste patiënten waren voedselverwerkers met waarschijnlijk contact met dieren; de meeste van die patiënten woonden dichter bij natte markten dan bij dierboerderijen, wat suggereert dat markten, en niet boerderijen, de eerste bron van overdracht waren.' [12] Verboden op de verkoop van kleine zoogdieren als voedsel, in combinatie met een massale ruiming van gefokte civetkatten, droegen bij aan de snelle onderdrukking van sars.

Helaas werden de verboden al snel weer opgeheven onder druk van lobbyisten uit de voedselindustrie. In de daaropvolgende 15 jaar breidde de industriële fok van wilde dieren zich uit naast de industriële fok van pluimvee en varkens, waarbij gebruik werd gemaakt van dezelfde productiemethoden, dezelfde transportsystemen en vaak dezelfde markten.

Uiteindelijk – we kunnen zelfs zeggen onvermijdelijk – produceerde meedogenloze evolutie een ander nieuw coronavirus, dat minder dodelijk maar veel besmettelijker was dan sars. Het ontstond aanvankelijk in wilde vleermuizen en sprong over naar gefokte wilde dieren die te koop waren in Wuhan, de zevende stad van China. De exacte transmissieroute is nog steeds niet bekend, maar eind 2019 sprong het nieuwe virus over op mensen in de Huanan Seafood Wholesale Market, de grootste markt voor levende dieren in centraal China.

Speculaties dat het virus uit een laboratorium kwam, waren in de begindagen van de covid-pandemie enigszins geloofwaardig, maar dat idee is al lang weerlegd. De meest recente en volledige samenvatting van gepubliceerd onderzoek vond geen bewijs dat het virus uit een laboratorium kwam en concludeerde dat 'de beschikbare gegevens duidelijk wijzen op een natuurlijke zoönotische opkomst binnen, of nauw verbonden met, de Huanan Seafood Groothandelsmarkt in Wuhan.' [13]

Een virus in beweging

In de laatste twee weken van 2019 werden 41 mensen in Wuhan in het ziekenhuis opgenomen met een tot dan toe onbekende, longontsteking-achtige ziekte. Tweederde daarvan had directe blootstelling gehad aan de Huanan Markt. Op 1 januari sloten en desinfecteerden de autoriteiten de markt, maar het virus was al ontsnapt.

Wuhan is al lang een belangrijk vervoersknooppunt, maar het aantal hogesnelheidstreinen, snelwegen en vluchten die het met de rest van China en de wereld verbinden is sinds 2000 drastisch toegenomen.

De reistijden tussen Wuhan en Beijing of Guangzhou daalden van ongeveer twaalf naar vier uur en het jaarlijkse aantal treinreizigers steeg van ongeveer 1 miljard in 2000 naar meer dan 3,3 miljard in 2018... In 2000 bediende de belangrijkste luchthaven van Wuhan 1,7 miljoen passagiers met 34.000 binnenlandse vluchten. In 2018 reisden meer dan 27,1 miljoen passagiers via de luchthaven van Wuhan op 203.000 vluchten, waaronder drieënzestig internationale routes. [14]

Die verbindingen, directe producten van China's spectaculaire economische groei, transporteerden het nieuwe virus met ongekende snelheid. Het werd gedragen door mensen die niet konden weten dat ze besmet waren, omdat sars-cov-2 enkele dagen besmettelijk is voordat de symptomen verschijnen. Letterlijk miljoenen mensen verlieten Wuhan in januari, de meesten op weg naar huis voor het jaarlijkse Lentefeest en – zoals altijd bij epidemieën – velen in de hoop aan de mysterieuze nieuwe ziekte te ontsnappen.

Binnen enkele weken had het virus de meeste Chinese provincies en minstens een dozijn andere landen in Azië, Europa en Noord-Amerika bereikt. Op 30 januari 2020 riep de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) een 'noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid van internationaal belang' uit, de officiële term voor een pandemie. Op 11 februari bevestigde het International Committee on Taxonomy of Viruses dat het nieuwe virus genetisch verwant was aan het virus dat sars veroorzaakte in 2002, en gaf het de naam sars-cov-2. Op dezelfde dag gaf de WHO de ziekte de naam covid-19. [15]

De dreiging blijft

Als reactie op de covid-19 pandemie stelde China een permanent verbod in op het kweken van wilde dieren als voedsel. Als het effectief wordt gehandhaafd, is dat een volksgezondheidsmaatregel die andere landen zouden moeten navolgen. Maar het is bij lange na geen adequate reactie op de dreiging van zoönosen. Twee kritieke problemen vallen op.

Ten eerste is het verbod alleen van toepassing op boerderijen die wilde dieren fokken voor voedsel – minder dan een kwart van de inkomsten van de wilde dieren-industrie. Boerderijen die wilde dieren fokken voor bont, traditionele medicijnen en andere doeleinden zijn vrijgesteld, ook al is van sommige van die dieren bekend dat ze coronavirussen en andere potentiële ziekteverwekkers bij zich dragen. De dieren mogen niet worden gegeten of verkocht op natte markten, maar aangezien de meeste virusziekten kunnen worden opgelopen door inademen of lichamelijk contact, kunnen ze worden besmet en verspreid door de mensen die ermee werken.

Ten tweede, en dat is nog belangrijker, heeft het verbod geen invloed op pluimvee, varkens en andere 'gedomesticeerde' dieren die worden gefokt in faciliteiten die veel groter en talrijker zijn dan boerderijen voor wilde dieren. Zoals besproken in deel 6, is er een voortdurende drang – sterk ondersteund door het economische ontwikkelingsbeleid van de regering – om steeds grotere geconcentreerde veeteeltbedrijven (‘megastallen’ – red.) te bouwen, waardoor het gevaar van nieuwe en grotere uitbraken van zoönosen toeneemt.

Zoals Li Zhang schrijft, is de enige effectieve methode om de trend naar meer zoönotische ziekten te keren het 'ontmantelen van deze niet-duurzame agro-industrieën... en het uit elkaar plaatsen van zowel dieren als mensen uit niet-stedelijke metropolen.' [16] Als megastallen blijven groeien en zich blijven verspreiden, in China, de Verenigde Staten en elders, is het heel waarschijnlijk dat de industriële veeteelt een nieuwe wereldwijde pandemie zal veroorzaken.

Noten

[1] Amanda Whitfort, 'COVID-19 and Wildlife Farming in China: Legislating to Protect Wild Animal Health and Welfare in the Wake of a Global Pandemic,' Journal of Environmental Law 33, no. 1 (23 april 2021): 57–84.

[2] Michael Standaert, 'Coronavirus Closures Reveal Vast Scale of China’s Secretive Wildlife Farm Industry,' The Guardian, 25 februari 2020, sec. Environment.

[3] Peter J. Li, Vox interview, 6 maart 2020. 

[4] Peter J. Li, Animal Welfare in China: Culture, Politics and Crisis (University of Sydney, N.S.W: Sydney University Press, 2021), 213–14.

[5] Anna McConkie, 'Illegal Wildlife Trade in China,' Ballard Brief, herfst 2021.

[6] Li Zhang and Feng Yin, 'Wildlife Consumption and Conservation Awareness in China: A Long Way to Go,' Biodiversity and Conservation 23, no. 9 (augustus 2014): 2279.

[7] Humane Society of the United States, 'Banning Trophy Hunting,' 2024.

[8] Nanshan Zhong and Guangqiao Zeng, 'What We Have Learnt from SARS Epidemics in China,' BMJ 333, no. 7564 (19 augustus 2006): 389–91.

[9] Delia Grace Randolph, 'Preventing the Next Pandemic: Zoonotic Diseases and How to Break the Chain of Transmission' (Nairobi: United Nations  Environment Program, 2020), 16.

[10] Delia Grace Randolph, 33.

[11] Jie Cui, Fang Li, and Zheng-Li Shi, 'Origin and Evolution of Pathogenic Coronaviruses,' Nature Reviews Microbiology 17, no. 3 (maart 2019): 181–92.

[12] Bing Lin et al., 'A Better Classification of Wet Markets Is Key to Safeguarding Human Health and Biodiversity,' The Lancet Planetary Health 5, no. 6 (juni 2021): e386–94.

[13] (Edward C. Holmes, 'The Emergence and Evolution of SARS-CoV-2,' Annual Review of Virology, April 17, 2024.  Zie ook het uitstekende technische rapport van Phillip Markolin, 'Treacherous Ancestry: An Extraordinary Hunt for the Ghosts of SARS-CoV-2,' Protagonist Science, 11 april 2024.

[14] Li Zhang, The Origins of COVID-19: China and Global Capitalism (Stanford, California: Stanford University Press, 2021), 34–35.

[15] Dali L. Yang, Wuhan: How the COVID-19 Outbreak in Wuhan, China Spiraled out of Control (New York, NY: Oxford University Press, 2024), 2.

[16] Zhang, The Origins of COVID-19, 133.

Dit artikel stond op Climate&Capitalism. Nederlandse vertaling redactie Grenzeloos.

Soort artikel

Reactie toevoegen

Plain text

  • Toegelaten HTML-tags: <a href hreflang> <em> <strong> <cite> <blockquote cite> <code> <ul type> <ol start type> <li> <dl> <dt> <dd>
  • Web- en e-mailadressen worden automatisch naar links omgezet.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.
Uw reactie zal niet meteen verschijnen, deze wordt eerst goedgekeurd door de beheerder.
pagetoptoptop